DEN HAAG. De ChristenUnie vindt dat de Sudanese christin die in haar land tot de doodstraf is veroordeeld, met haar gezin naar Nederland moet komen.
Minister Timmermans van Buitenlandse Zaken dient zich in te zetten voor de overkomst als hij binnenkort de Sudanese ambassadeur spreekt.
Dat stelde CU-Kamerlid Voordewind dinsdagmorgen nadat hij kennisnam van het bericht dat de bewindsman de Sudanese ambassadeur op het matje roept.
Verder zou Timmermans er goed aan doen zijn Europese collega’s te adviseren om ook hun ambassadeur uit Sudan voor een stevig gesprek uit te nodigen en aan te dringen op de onmiddellijke vrijlating van de 27-jarige Meriam Yehya Ibrahim. In Groot-Brittannië is dat ondertussen gebeurd.
Verder vindt Voordewind dat Nederland de geplande kwijtschelding van 150 miljoen euro voor Sudan moet terugdraaien. Dat geld kan volgens het Kamerlid beter gebruikt worden voor de opvang van vluchtelingen vanuit Sudan in landen in de regio.
Timmermans onderneemt actie nadat Voordewind eind vorige week een serie kritische vragen had gesteld over de straf die Meriam Yehya Ibrahim wacht. Ook het CDA vroeg vorige week om daadkracht van de bewindsman.
De Sudanese christin is acht maanden zwanger van haar tweede kindje. Als dat is geboren, krijgt ze honderd zweepslagen en daarna wordt ze geëxecuteerd. Haar wordt overspel verweten, omdat ze met een christelijke man trouwde. Het is in Sudan verboden om als moslima te trouwen met een niet-moslim.
De vrouw betoogde onlangs voor de rechtbank dat ze door haar moeder christelijk is opgevoed omdat haar moslimvader er in haar kindertijd nooit was. Daarop werd haar ook afvalligheid ten laste gelegd.
Voordewind noemde de kwestie „te bizar voor woorden.”