Commentaar: Kennis van invloed nieuwe media op jongeren noodzakelijk
Aan Driestar Educatief is gisteren dr. ir. S. M. de Bruijn, plaatsvervangend hoofdredacteur van deze krant, geïnstalleerd tot lector nieuwe media in vorming en onderwijs. De Bruijn zal in deze functie, die ontstaan is uit een samenwerking van de Driestar met deze krant, vier jaar lang een halve weektaak onderzoek doen naar het belang en de invloed van nieuwe media op onderwijs, opvoeding en –op een andere manier– de journalistiek.
In zijn inaugurele rede trok De Bruijn vergelijkingen tussen de invloed van de nieuwe of sociale media nú en vergelijkbare zaken uit het verleden. Facebook is, met alle mitsen en maren, volgens De Bruijn te vergelijken met de toverspiegel van de stiefmoeder uit Sneeuwwitje. Net als jongeren nu, vroeg zij aan die spiegel toen wie toch wel de schoonste in het land was. En, zoals dat in sprookjes kan: de spiegel sprak terug. De vergelijking met Facebook is treffend. Ook daar vragen jongeren door het plaatsen van fotootjes indirect hoe ze overkomen op anderen. En ook daar ‘praat’ de spiegel terug door middel van likes en reacties.
Ondanks de vergelijkingen met het verleden zijn de nieuwe media tegelijk een volstrekte trendbreuk met alles wat we op dit gebied kennen uit het verleden. De alomtegenwoordigheid van internet, Twitter en Facebook is bijna griezelig. De invloed van al die prikkels en stemmen op jongeren is moeilijk te overschatten. En hoe kan, in deze kakafonie van meningen, de stem van God nog klinken? Hoe kunnen ouders nog doen aan geloofsopvoeding en geloofsoverdracht? Wat blijft er nog hangen van de zondagse preek? En hoe staat het met het gezag van ambtsdragers als gemeenteleden op Facebook of Twitter zonder enige terughoudendheid hun kritiek op kerk, gemeente en voorganger spuien?
De Bruijn is niet de eerste die dit soort vragen in zijn nieuwe functie zal doordenken. Hij zal ook niet degene zijn die het laatste woord over al deze en andere vragen spreken kan.
Treffend is de lijn die hij trekt van de sprekende spiegel uit Sneeuwwitje naar de spiegels die hem werden aangereikt als hij oude kerken bezocht waarvan hij het beschilderde plafondgewelf kon bestuderen door in die spiegel te kijken. De blik naar beneden dus om beter te kunnen zien wat boven is.
Naar beneden kijken in de 21e eeuw wil voor opvoeders en opinieleiders zeggen dat ze, voor ze conclusies trekken, eerst kijken naar wat er allemaal in de maatschappij gebeurt, naar de werkelijkheid. Het is dringend noodzakelijk dat er bij christenen kennis is van wat er allemaal te koop is in de wereld, zeker in de jongerenwereld. Zodat we niet zomaar op de klank af zaken veroordelen. Daar prikken jongeren direct doorheen.
Alleen met kennis van zaken kan een christen iets zeggen over allerlei ontwikkelingen op digitaal gebied. En kan hij iets zeggen over die andere spiegel: de Bijbel. Ook die zegt alles over beneden, over de gebrokenheid en de zonde. Maar daar stopt het niet. Juist de Bijbel is een spiegel die inzicht geeft in onze werkelijkheid hier beneden, maar vooral ook uitzicht geeft op Boven.