Kerk & religie
Ds. Van der Meij: Van voetbalveld naar preekstoel in Katwijk

KATWIJK AAN ZEE. Het huis waar hij opgroeide, is verdwenen. Maar als ds. L. W. van der Meij door het centrum van Katwijk aan Zee loopt en de kerk en school van zijn jeugd bezoekt, buitelen de herinneringen over elkaar heen. „Hier ging ik bij mijn vader over de knie.”

Ds. L. W. van der Meij in de Bethelkerk in Katwijk. „Tussen m’n twaalfde en m’n negentiende weigerde ik hier mee te zingen. Maar toen ik voor het eerst echt ging luisteren, begon ik ook te zingen.” Beeld Henk Bouwman
Ds. L. W. van der Meij in de Bethelkerk in Katwijk. „Tussen m’n twaalfde en m’n negentiende weigerde ik hier mee te zingen. Maar toen ik voor het eerst echt ging luisteren, begon ik ook te zingen.” Beeld Henk Bouwman

Hij staat met zijn rug naar de Oude Kerk en wijst naar Haasnoot Slaapkenner, een winkel op de hoek van de Princestraat. „Daar stond ons huis. Een hoog wit pand. In de lage huisjes verderop woonden vissersgezinnen.”

Hier groeide Leo van der Meij, jongste in een gezin met dertien kinderen, in de jaren vijftig op. Vader Niek was aanvankelijk schelpenvisser, evenals diens vader Huig. Later begon hij een aardappel- en schelpenhandel. In de zomer moesten de kinderen thuis inschikken. Dan werd een etage aan badgasten verhuurd.

Vele uren bracht Leo door op en rond het strand. Hij ving in een zwinnetje garnalen, reed pony en voetbalde met vrienden naast de Oude Kerk. Halverwege de jaren zestig gingen de woningen in de Princestraat tegen de vlakte, om plaats te maken voor winkels. Het gezin verhuisde naar de Nieuwe Duinweg, waar het zicht op zee ontbrak. „Jammer was dat.”

Op de boulevard passeert ds. Van der Meij het huis waar hij als kind bij de heer Ponse pianoles kreeg. „Toen ik voor het eerst bij hem kwam, ging hij achter z’n vleugel zitten en begon te spelen. Ik hoor het nog. Prachtig!”

Op zondag liep het gezin naar de christelijke gereformeerde Bethelkerk aan het Duinrustplein, die in 1954 werd geopend. Een paar jaar eerder werd Leo tegelijk met een paar oudere broers en zussen gedoopt in een houten nood­gebouw aan de Varkevisserstraat, nadat zijn ouders de Hervormde Kerk hadden verlaten. „Ze misten daar in de prediking het persoonlijke, bevindelijke element. Later gingen we doordeweeks overigens wel naar hervormde predikanten als ds. W. L. Tukker en ds. G. Boer. Hun preken spraken aan.”

In de Bethelkerk neemt ds. Van der Meij plaats in bank 9, waar het gezin een vaste plek had. „Tussen m’n twaalfde en m’n negentiende weigerde ik hier mee te zingen”, bekent hij. „Maar toen ik, in de tijd van ds. H. C. van der Ent, voor het eerst echt ging luisteren, begon ik ook te zingen. Deze predikant is voor mij een leraar en herder geweest. En een goede vriend.”

Op zijn 19e zegde Leo van der Meij, die voetbalde bij Quick Boys en deelnam aan landelijke atletiekwedstrijden, de sport vaarwel. Hij stopte de studie culturele antropologie en ging in Leiden en Apeldoorn theologie studeren. Op zijn 22e ging hij voor het eerst als student in de Bethelkerk voor. „Daar stond ik dan, voor al die mensen die wisten hoe ik was geweest. Maar ik kreeg vrijmoedig­heid om er te spreken.”

Vlak bij de kerk staat de Christelijke Opleidingsschool, waar ds. Van der Meij basisonderwijs kreeg. „Het hoofd, meester Van Rooijen, was confessioneel. Er heerste een wat andere atmosfeer dan in de kerk. Ik leerde er mooie gezangen, die nog in m’n hoofd zitten en waar ik soms voor m’n preken iets aan heb.”

Hij wijst naar de plek waar hij naast het raam zat toen een onderwijzer een sleutelbos naar hem gooide omdat hij niet stilzat. Hij bukte en de sleutels vlogen door het raam. Toen hij weigerde ze buiten op te rapen, ontstak de man in woede. Leo vluchtte, achtervolgd door de meester, de school uit, naar het huis van zijn tante aan de overkant. Lachend vertelt hij dat het incident een vervolg kreeg: „Mijn tante had een knappe dochter, met wie de meester een vriendschappelijk contact kreeg.”

Als scholier had hij „nogal moeite met gezag.” De predikant her­innert zich dat hij met z’n vader bij de hoofdmeester zat en moest bekennen dat hij zich had misdragen. „Hier ging ik bij mijn vader over de knie”, zegt hij in het vroegere kantoortje.

Terwijl de huidige directeur, Blondi van der Woude, koffie schenkt, vertelt ds. Van der Meij over de meester die leerlingen voor straf in de prullenbak zette. En over zijn schoolvriendinnetje Loesje, die door de hoofdmeester uit de klas werd gehaald omdat haar vader, piloot bij de KLM, was verongelukt. „Zodra ik hier ben, komt dat weer boven.”

„Deze soldatenvloer, bekend uit kazernes, moet u nog kennen”, zegt Van der Woude even later in een lokaal. „Die lag er in de jaren vijftig ook al.” De predikant knikt. „Mooi laten liggen.” Het is tijd om afscheid te nemen. Hartelijk schudt de oud-leerling de directeur de hand. „Zegen voor de toekomst. Die heb je nodig, hè?”

In deze serie keren Nederlanders met een publieke functie terug naar de plaats waar ze opgroeiden. Vandaag deel 2.


Personalia

Leeftijd: 63

Opgegroeid in: Katwijk aan Zee

Woonplaats nu: Langbroek

Studie: theologie

Functie: predikant van de christelijke gereformeerde kerk te Driebergen

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Bakermat

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer