DEELEN. Defensie zet een nieuwe digitale ”drone” in. De ScanEagle kan stil en stiekem vanaf 5 kilometer hoogte spioneren. Politie en justitie tonen interesse.
Snorrend kiest de ScanEagle op de Vliegbasis Deelen, bij Schaarsbergen, het luchtruim. Een katapult schiet het toestel –de Z1366– vanaf een stevige aanhanger de lucht in. Een propellertje aan de achterkant stuwt hem verder omhoog. Even later vliegt de zilvergrijze vogel op grote hoogte over. Geruisloos.
De krijgmacht maakt al vijftien jaar gebruik van uav’s, onbemande vliegtuigen. De landmacht heeft eind jaren 90 van de vorige eeuw voor 180 miljoen gulden (81 miljoen euro) 34 onbemande, radiobestuurde Sperwers gekocht, voor een slordige 2,5 miljoen per stuk.
Deze eerste drones van Defensie hebben in Afghanistan zo’n 285 vluchten gemaakt. Met wisselend succes. Regelmatig stortte een toestel neer door mankementen. Een Fyra in de lucht, klagen critici.
Dat nooit meer, moet de militaire top hebben gedacht. De krijgsmacht kiest daarom nu voor een beproefd onbemand toestel met wereldwijd 750.000 vlieguren op de klok. Een digitale versie van deze drone is sinds woensdag in gebruik bij Defensie, naast de Raven RQ-11, een mini-uav.
De X-200 ScanEagle (lengte 1,48 meter, spanwijdte 3,11 meter, gewicht 22 kilo) heeft zijn diensten vorig jaar al bewezen tijdens de NAVO-antipiraterijmissie Ocean Shield bij Somalië. De marine heeft daarbij dankbaar gebruikgemaakt van een analoge ScanEagle van de landmacht.
De ScanEagle staat zijn mannetje. De uav kan 12 tot 24 uur in de lucht hangen, een afstand van meer dan 70 kilometer afleggen en een topsnelheid van 142 km/uur bereiken. Achter een glazen koepeltje onder de snuit hangt een daglichtcamera of infraroodcamera, die livebeelden naar een grondstation zendt. Vanaf 1000 meter zijn de beelden het best.
Defensie beschikt voor zo’n 5 tot 10 miljoen euro over twaalf ScanEagles, zes analoge en zes digitale. „We hadden liever alleen digitale gehad”, bekent projectleider Jos Wolse van Defensie. „De fabrikant had echter leveringsproblemen, terwijl de defensietop per se een ScanEagle naar Somalië wilde sturen. Daarom is het eerst analoog geworden.”
Analoge ScanEagles mogen in Nederland niet vliegen. De straalverbinding stoort andere frequenties te veel. Ook de digitale toestellen mogen niet zomaar de lucht in. „Het luchtruim boven een inzetgebied moet eerst worden gesloten. Voor vliegtuigen op deze hoogte geldt de verplichting dat ze uitkijken naar andere toestellen. Een ScanEagle kan dat niet.” Het opbouwen van het vliegsysteem kost een uur of drie. Grondstation installeren, uav uitpakken, lanceerstation opstellen. Een operator stuurt het toestel met een joystick rond. „Dankzij de lanceerinrichting hebben we geen start- en landingsbaan nodig”, zegt projectleider Wolse.
Het aantal militaire toepassingen in Nederland is ongeveer nul, geeft hij toe. Voor uitzendingen heeft het spionagevliegtuig onmiskenbare waarde. Vraag is echter of Defensie na deze week –met de aankondiging van weer een nieuwe bezuinigingsronde– nog in staat is een beetje missie op de been te brengen.
Ook civiele hulpdiensten zijn geïnteresseerd in civiel gebruik. „Denk aan een ramp in Rijnmond”, zegt kapitein Erik Stomp, verantwoordelijk voor de vliegveiligheid. „Of dijkbewaking. We kunnen overal langdurig boven blijven hangen.”
Politie en justitie kunnen met de nieuwe uav alles en iedereen ongemerkt urenlang in de gaten houden. Sceptici volgen de vliegende verrekijkers daarom met argusogen. Burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom luidt de noodklok, D66 hamert op het waarborgen van de privacy en het College bescherming persoonsgegevens dringt aan op zorgvuldigheid. Ook al hangen er overal al camera’s.
De ScanEagle vliegt inmiddels vrolijk voort. De landing verloopt nog ingenieuzer dan de start. De uav vliegt –dankzij gps– precies tegen een 14 meter lange, verticaal gespannen kabel. Een haak aan de vleugel klikt vast en wild slingert het toestel –meters boven de grond– heen en weer aan de lijn. „Mooi, hè”, zegt Stomp.
Sierlijke start, lompe landing.