Economie
Europese aanlandplicht voor vis lijkt pyrrusoverwinning van milieulobby

URK/EMMELOORD. „We kunnen niet, we willen niet en het werkt ook niet.” Nederlandse Noordzeevissers zijn massaal tegen het verplicht aan land brengen van alle gevangen vis. Het lijkt erop dat de milieulobby een pyrrusoverwinning heeft behaald.

Beeld Cees van der Wal
Beeld Cees van der Wal

Vakblad Visserijnieuws peilt al weken de mening van vissers over de zogenoemde discardban (verbod op teruggooien van te kleine en ongewenste vis in zee). Tot gisteren hadden 436 mensen hun stem uitgebracht. Van hen vindt 33 procent dat de aanlandplicht de doodssteek voor de visserij wordt; 36 procent kruiste aan dat de invoering ervan op alle mogelijke manieren voorkomen moet worden. Slechts 20 procent denkt dat de „innovatieve sector” het probleem wel te boven komt.

De Nederlandse Vissersbond heeft een manifest ”Aanlandplicht NEE” opgesteld. Een woordvoerder zei vrijdag desgevraagd dat de reacties binnenstromen. Niet alleen van vissers, maar ook van visverwerkende bedrijven, handelaren, visafslagen, banken en politici. „De hele Nederlandse vloot is faliekant tegen. Het is een theoretische maatregel die eerder contraproductief zal werken”, zegt hij. Een collega van organisatie van kottervissers VisNed is het daar helemaal mee eens: „We kunnen niet en we willen ook niet voldoen.”

Duurzame oogst

In de nacht van woensdag op donderdag werden de Raad van Europese visserijministers, het Europees Parlement en de Europese Commissie het eens over de basisprincipes van de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB). Maandenlang is daarover onderhandeld. Hoewel veel details nog moeten worden ingevuld –waarbij de lidstaten zelf een belangrijke rol krijgen– zijn de hoofdlijnen van het nieuwe GVB nu duidelijk.

De EU wil toe naar een zogenoemde maximale duurzame oogst. Dat betekent dat een visbestand (de hoeveelheid van een soort) zichzelf steeds moet kunnen herstellen. Vissers mogen bijvangst –maximaal 5 procent uitgezonderd– niet meer teruggooien in zee (aanlandplicht). Bij het verdelen van vangstrechten moeten milieu en sociale criteria worden meegewogen en de controle op visvangst moet worden vergroot.

Stichting De Noordzee is opgetogen. De milieuorganisatie spreekt van een historisch akkoord en een belangrijke stap voorwaarts op weg naar een duurzame visserij. Ook Greenpeace vindt het akkoord goed nieuws, omdat de waarde van kleinschalige visserij wordt erkend.

Op dit moment wordt volgens de EU 80 procent van de bestanden in de Middellandse Zee en 47 procent van die in de Atlantische wateren overbevist. Naar verwachting zal een duurzaam beheer ertoe leiden dat de visbestanden met 70 procent toenemen, waardoor op termijn juist meer vis gevangen wordt en vissers dus een beter inkomen krijgen.

Het lijkt een loffelijk streven, waarbij de vissers alleen maar gebaat kunnen zijn. Maar de vissers –in ieder geval de Nederlandse– zijn boos, nee, ze zijn ronduit woest. Komende week zitten ze met staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) om tafel om de kwestie te bespreken.

Schar en bot

Een pijnpunt is dat er vangstquota komen voor alle vissoorten, ook waarvoor nu geen quota bestaan. In de Noordzeevisserij gaat het dan bijvoorbeeld om schar en bot, soorten die nauwelijks geld opbrengen. Maar die zwemmen wel tussen de commercieel belangrijke tong en schol in en komen dus mee in het net. Heeft een visser straks zijn botquotum vol, dan kan hij geen tong meer vangen.

Ook de verplichte aanvoer van ondermaatse (jonge) vis –iets wat nu nog verboden is– stuit de Nederlandse vissers tegen de borst. Die visjes worden nu overboord gezet en hebben dan de kans alsnog uit te groeien tot volwassen exemplaren. Straks is dat afgelopen en eindigen ze voor weinig geld in de vismeelfabriek. Volgens de vissers wordt op deze manier het herstel van de visstand juist in gevaar gebracht. Contraproductief dus.

Pikant punt in dit verband is dat vanuit zuidelijke EU-lidstaten geen protest klinkt op het deze week gesloten akkoord. De Nederlanders begrijpen dat wel: de Spanjaarden en anderen namen het nooit zo nauw met de regels en zien nu een illegale praktijk –aanvoer van ondermaatse vis– gelegaliseerd worden.

Extra zuur voor de Nederlandse vissers is dat zij de laatste jaren hard hebben gewerkt aan een duurzaam beheer van de schol en tong, onder meer door de invoering van nieuwe visserijtechnieken. Nu is het de grote vraag of die investeringen nog wel terugverdiend kunnen worden.

Ook vrezen ze op kosten te worden gejaagd doordat hun schepen met controlecamera’s moeten worden uitgerust. Een systeem dat ook nog eens fraudegevoelig zal blijken.

Draagvlak

Dit alles, plus het gevoel dat de volgens vissers zinloze discardban er onder druk van de milieulobby en door politiek gesjacher doorheen gedrukt is, leidt tot een totaal gebrek aan draagvlak. En als de roerige jaren tachtig van de vorige eeuw iets duidelijk hebben gemaakt, is het wel dat een visserijbeleid zonder draagvlak zeker niet werkt.

Eén lichtpuntje: in het Brusselse akkoord van deze week is bepaald dat vis die overleeft, niet onder de aanlandplicht valt. Daar ligt een grote uitdaging voor de vissers. Er wordt al gewerkt aan nieuwe technieken om de overlevingskans van teruggegooide vis te vergroten. Proeven in de praktijk moeten –wetenschappelijk gecontroleerde– cijfers opleveren dat die daadwerkelijk vruchten afwerpen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer