De oudste politieke partij van ons land, de SGP, staat voor een lastige keuze. De partij moet aan minister Spies laten weten welke consequenties ze verbindt aan de beslissing van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 10 juli. Het hof bevestigde toen de uitspraak van de Hoge Raad van april 2010. Daarin staat dat het uitsluiten van vrouwen op kieslijsten door de SGP „onaanvaardbaar” is. De Nederlandse staat kreeg de opdracht passende maatregelen te nemen tegen de partij, zodat vrouwen wel een plaats op SGP-lijsten kunnen krijgen.
De uitspraak plaatst de partij voor een enorm dilemma. Het gehoorzamen van de overheid staat bij de partij hoog in het vaandel. Maar de overtuiging dat vrouwen het regeerambt niet toekomt ook. De laatste decennia is er geen onderwerp geweest dat de partij meer bezig heeft gehouden dan dit. Het antwoord dat SGP’ers vaak geven als ze in dergelijke dilemma’s terechtkomen, is dat ze Gode meer gehoorzaam moeten zijn dan mensen.
De consequentie daarvan zou zijn dat de partij niet langer deelneemt aan verkiezingen. Als de partij niet vrijwillig gehoor geeft aan de uitspraak van de Hoge Raad, gaat de staat werken aan een wet die de partij verplicht tot het plaatsen van vrouwen op lijsten. Dan moet de SGP alsnog door de bocht, of het vrouwenstandpunt moet de partij zo veel waard zijn dat de SGP-stem niet langer klinkt in volksvertegenwoordigende organen. Dat is een respectabele keuze.
Maar er is ook een andere denklijn mogelijk. De SGP is een politieke partij en soms valt er niet te ontkomen aan een compromis. De partij heeft daar ervaring mee. Reeds vanaf het begin in 1918. Deelname van de SGP aan de democratie, waarin de volkswil het voor het zeggen heeft, is een flinke concessie aan de diepste belijdenis dat God soeverein is.
Ook de acceptatie van de vrijheid van onderwijs is een flinke concessie aan het beginsel dat alle openbaar onderwijs christelijk onderwijs moet zijn. Recent heeft partijleider Van der Staaij laten weten dat hij het beginsel van de godsdienstvrijheid omarmt. Dat is een flinke concessie aan het SGP-uitgangspunt dat burgers die niet de gereformeerde religie belijden alleen gewetensvrijheid toekomt.
De Bijbel kent dit soort dilemma’s ook. In Mattheüs 19 krijgt de Heere Jezus een vraag over de scheidbrief die Mozes geboden heeft te geven. Dat hoorde volgens de Heere Jezus niet zo te zijn, maar dat is gebeurd vanwege de hardheid des harten. De kanttekenaren schrijven: „Gelijk de overheden somtijds enige dingen moeten toelaten om groter kwaad te voorkomen die zij anders zouden moeten weren.”
De SGP staat nu voor zo’n moeilijke keus. Of –al dan niet onder dwang– toelaten dat vrouwen op lijsten komen of de SGP-stem tot zwijgen brengen. De keuze is wel uiterst moeilijk. Wat is het grootste kwaad? Zowel de ene als de andere keus heeft grote consequenties.
De doelstelling van de SGP is het Woord van God tot meerdere erkenning te brengen in het staatkundig leven. De respectloze en intolerante uitspraak van de Hoge Raad toont aan dat dit meer dan ooit nodig is.