Peter Schalk: Seculiere tegenwind vraagt om present zijn
De gereformeerde moet zich inderdaad grondiger voorbereiden op de seculiere tegenwind, stemt Peter Schalk in met ds. W. Visscher. Daarvoor is echter geen christelijke denktank nodig, maar dat iedereen present is op de plaats waar hij of zij is gesteld.
Gereformeerde gezindte, ontwaak! Opnieuw heeft ds. W. Visscher, predikant van de gereformeerde gemeente te Amersfoort, de noodklok geluid. En opnieuw spring ik vol overtuiging naast hem om mee te sjorren aan het touw van die noodklok. In de hoop dat het geluid dat hij teweegbrengt, versterkt wordt. De gereformeerde gezindte moet ontwaken, overeind springen en haar verantwoordelijkheid nemen.
In zijn artikel stelt ds. Visscher dat de gereformeerde gezindte zich niet goed voorbereidt op de seculiere tegenwind die wacht. Ik wil daarbij aantekenen dat er al veel gebeurt. Dat zeg ik niet om de zaak te bagatelliseren, maar om een goed beeld te geven van de stand van zaken.
Sinds de eeuwwisseling zijn diverse initiatieven ontwikkeld. Soms zeer opzichtig, soms meer besloten. Van grote, goed bezochte bijeenkomsten, tot stil lobbywerk achter de schermen, bijvoorbeeld door het Panel Presentie, ontstaan na een artikelenserie in deze krant. Dit panel is een platform binnen de gereformeerde gezindte dat gericht is op het uitdragen van Bijbels genormeerde standpunten in de samenleving.
Van dit panel hoort men niet veel, maar het leeft wel degelijk en er zijn vele tientallen activiteiten ontwikkeld die vrijwel onzichtbaar zijn gebleven. Dat is overigens een bewuste keus, omdat het Panel Presentie meer waarde hecht aan het present zijn op de plaats waar dat nodig is, en dat is niet altijd in de media. Simpelweg omdat dit laatste lang niet altijd verstandig is, gelet op het doel.
Er waren ook mogelijkheden om wel naar buiten te treden. In het voorjaar werd door het Panel Presentie, in samenwerking met het Platform Waarden en Normen, een bidstond georganiseerd in de Goudse Sint-Jan, waar zo’n duizend mensen aanwezig waren. Ook ds. Visscher sprak daar. De oplossingsrichting die hij destijds aanwees was een drieslag van Bonhoeffer, namelijk bidden, het goede doen en wachten op God.
Hoezeer ik het ook eens ben met de analyse van ds. Visscher, ik heb wel een zorg bij de oplossing die hij aandraagt, namelijk om een apart instituut als een christelijke denktank op te richten. Dat brengt ons wellicht nog verder van huis. De eerste oproep is immers niet: „Gereformeerd instituut, ontsta!”, maar: „Gereformeerde gezindte, ontwaak!” Dat ontwaken zou wel eens belemmerd kunnen worden door een excuusinstituut. Oftewel, dan hebben we een goede club opgericht, we collecteren ervoor en enkele betrokken zakenlieden pompen er jaarlijks wat geld in, de donateurs doen netjes mee. En vervolgens zakt iedereen weer in slaap. Het is immers geregeld!
Dat risico moet de gereformeerde gezindte niet lopen. Vandaar dat de noodklok geluid wordt. Zodat iedereen wakker wordt en actief aan de slag gaat op de plaats waar hij of zij is gesteld.
Binnen het gezin en op het werk moeten mannen en vrouwen laten zien waar ze voor staan. We zijn identificatiefiguren voor kinderen en moeten beseffen dat de wereld precies weet hoe wij als christenen behoren te leven. Laten we daarom leesbare brieven zijn, thuis, op straat, in de buurt en op het werk. Met daden, desnoods met woorden.
Instituten en organisaties zouden zich niet alleen op het behartigen van belangen van hun leden moeten richten, maar hun verantwoordelijkheid serieus nemen voor het geheel van de samenleving. Laten zij hun krachten, hun expertise, maar vooral ook hun identiteit inzetten, juist ook naar politiek en samenleving en het niet alleen van politici uit de eigen achterban verwachten, maar ook andersdenkenden opzoeken.
Scholen moeten blijvend werk van hun identiteit maken, niet alleen op papier. Laat het planthoven mogen zijn van vreemdelingen. Niet van vreemde kinderen, maar van jonge pelgrims die gereed staan om in de maatschappij onder de banier van Koning Jezus op te trekken. Gewoon op de plaats waar ze gesteld worden.
Laat kerken een bidstond houden op de dankdag. Er komen nog steeds vele duizenden op dankdag bijeen in hun gemeente. Daar gaat het Woord open. In dat Woord zegt de Heere: „Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God” (Fil. 4:6).
Zo komt de drieslag van Bonhoeffer, waar ds. Visscher aan refereerde, tot zijn recht: door een bidstond te houden op dankdag, door het goede te doen op de plaats waar eenieder is gesteld en door te wachten op de Heere. Verwachtingsvol, actief, in afhankelijkheid.
De auteur is werkzaam als raad van bestuur bij de Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU) en participeert in diverse christelijke platforms.