Christelijke lijsttrekkers houden verschillen klein
AMERSFOORT – De lijsttrekkers van CDA, ChristenUnie en SGP weten goed waarin hun partijen verschillen. Maar ze venten dat, op het christelijk lijsttrekkersdebat van het Nederlands Dagblad woensdag in Amersfoort, niet uit. „Ook dát ben ik met mijn collega eens.”
„Nou? Flink wat!” zegt een van de debatleiders, nadat hij vroeg welke aanwezigen in de grote zaal van theater De Flint nog twijfelen op wie ze zullen stemmen. Maar wat heet „flink wat”? Tien procent misschien? Dan weet 90 procent dus al zeker of het CDA, ChristenUnie of SGP wordt.
Iets valt er voor de drie lijsttrekkers, Van Haersma Buma, Slob en Van der Staaij, desondanks vanavond wel te winnen. De grote vraag is: hoe? Door zich tegen elkaar af te zetten? Of door het vooral te zoeken in de kracht van een positieve, eigen boodschap?
In het eerste deel van het debat komen de onderlinge verschillen niet sterk naar voren. Misschien ligt dat aan de drie thema’s die de debatleiders agenderen. De onderwerpen Europa, de zorg en het herstel van de economie zorgen niet bepaald voor vuurwerk. Hier en daar zijn er schermutselingen. „Als puntje bij paaltje komt, tekent het CDA steeds bij het kruisje”, verwijt Slob Van Haersma Buma, wanneer het erom gaat hoever de christendemocraten willen gaan in hun steunverlening aan zwakke EU-lidstaten.
Bij het thema zorg haalt Slob met gemak enkele punten binnen. Of Buma ook niet vindt dat het CDA er verkeerd aan heeft gedaan het persoonsgebonden budget (pgb) zozeer uit te kleden? Buma erkent het. „En was het ook niet verkeerd van uw partij om in de gehandicaptenzorg de zogeheten IQ-maatregel te lanceren?“ „Ook dát ben ik met u eens.”
Na de pauze, als het publiek vragen kan stellen, neemt de levendigheid toe. Gevoelige onderwerpen als abortus, Israël, de islam, Turkije en ontwikkelingssamenwerking passeren de revue. Het valt een vragensteller zwaar tegen dat Van Haersma Buma zich niet uit wil laten over abortus provocatus. Dat de CDA’er om allerlei redenen de abortuswet niet af wil schaffen, oké, maar daarom kan hij het verschijnsel zélf toch wel „onwenselijk” noemen. Buma weigert dat. „Abortus is zo pijnlijk voor de vrouw die het overkomt, dat ik er zo weinig mogelijk politieke woorden op wil leggen”, zegt hij enigszins cryptisch.
Maar ook in deze fase van het debat blijft de discussie netjes. Is de CU misschien te slapjes over de islam? Van der Staaij: „Ik zit hier niet om iedereen de maat te nemen.”
De vriendelijke omgang betekent niet dat de partijen ook maar één seconde denken aan fuseren. Van der Staaij: „Laten we niet uit zwakte, omdat we in zetelaantal terugvallen, bij elkaar kruipen, maar laten we, ieder vanuit onze eigen kracht, zoeken waar we elkaar in de praktijk kunnen vinden.”
Het idee de christelijke partijen helemaal op te heffen, vindt evenmin bij een van de drie instemming. Van Haersma Buma: „Ik was eens in Engeland, op de conventie van de Conservatieven. In een enorm grote hal stond één standje van christelijk-conservatieven. Die mensen gaan in zo’n partij helemaal onder.” Van der Staaij: „Ik heb ontmoetingen gehad met jonge conservatieven in Engeland en de VS. Wat mooi dat jullie een stelsel hebben met afzonderlijke christelijke partijen, zeiden zij. Laten we dus maar niet weggooien wat we hebben.”