Geschiedenis
Vrouwen aan zee boeien Isaac Israels

Vrouwen in badjurken te midden van dansende golven op een zonnige zomerdag. Het is het lievelingsthema van Isaac Israels, kunstschilder aan het eind van de 19e eeuw, het begin van de 20e eeuw. Bij gebrek aan zomerweer kan iedereen in de Haagse en Scheveningse musea iets van het strand beleven in Israels luchthartige kunst.

Gertrude de Wildt-Brouwer
”Ezeltje rijden” is samen met het ”Hertje” van Van Meegeren wel het meest gekopieerde beeld dat in de huiskamers van de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw was te vinden. Foto Gemeentemuseum Den Haag
”Ezeltje rijden” is samen met het ”Hertje” van Van Meegeren wel het meest gekopieerde beeld dat in de huiskamers van de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw was te vinden. Foto Gemeentemuseum Den Haag

Een wandelroute langs de mooiste stukjes van Den Haag en Scheveningen –het Vredespaleis, de Korte Voorhout, de Paleistuin, het Kurhaus– toont in grote lijnen de leefwereld van Israels. Quasi-nonchalant gekleed, een sigaretje in zijn mond, maakte deze heer van stand hier zijn promenades. Want over die tijd gaat het: het roken van een cigarette was chic, de wereldtentoonstelling in Parijs moest je hebben bezocht en ’s avonds was er het plezier van theater en cabaret. Frans was de voertaal van de gegoede klasse. Isaac Israels was een exponent van deze cultuur van kunst en weelde.

De manifestatie over Isaac Israels in Den Haag voert onder andere langs Panorama Mesdag, het Louis Couperusmuseum, het Haags Historisch en Muzee. Te veel om op één dag te bekijken. Maar een kijkje om het hoekje in Panorama Mesdag geeft al een goede indruk. ”Schilder van vrouwen”, wordt Israels hier genoemd. De portretten van talloze dames tonen de mateloze interesse die deze kunstenaar had in vrouwelijk schoon.

Vergrijsde tinten

Wie het panorama binnentreedt, krijgt een kleine herbeleving van wat ”Kees de jongen” zag als hij naar binnen gluurde bij een villa. Goudkleurige lijsten, hoge plafonds, kortom, alles wat niet bereikbaar was voor mensen van zijn stand. De route voert eerst door een aantal zalen met schilderijen van Hendrik Willem Mesdag. ”Aankomst van de vis”, ”Het anker lichten”, en ”Woelige branding”, komen in vergrijsde en bruinige tinten voorbij. Israels en Mesdag delen hun liefde voor de zee. Hun voornaamste werken zijn aan het einde van de negentiende eeuw geschilderd. Ze houden allebei van buiten schilderen en van dikke klodders verf die gemengd worden op het doek. Maar daarmee zijn de meeste overeenkomsten toch ook wel benoemd.

Na Mesdags schilderijen barst een wereld van kleur los in de zalen waarin Israels werk is geëxposeerd. Hier bruist het! Een bonte verzameling van kleine en grote, jonge en oude, traditioneel geklede en extravagant versierde dames, Israels heeft ze allemaal een plek gegeven op het doek. Met deze thematiek heeft Israels iets gedurfd wat zijn voorgangers zich niet in het hoofd zouden hebben gehaald: de uitgebreide studie van een voorbijgangster, een dame op het strand die geniet van de zon op haar gezicht. Nauwkeurig heeft hij de vormen en gezichtsuitdrukkingen in zich opgenomen, de kleuren gemengd, de penseelstreken gezet. Het water lijkt hij te hebben gevangen, de teint van de huid is levensecht. Het is wonderlijk hoeveel kleuren er op een kwast kunnen en hoe elke streek deel uitmaakt van een groter geheel. Hier is een excellent kunstenaar aan het werk geweest.

Artistiek milieu

Dat Israels uitblonk, blijkt ook uit zijn levensloop. Als zoon van kunstschilder Jozef Israels baadt hij in een artistiek en intellectueel milieu. Ontmoetingen met schilders en kunstcritici en bezoeken aan musea zijn aan de orde van de dag. Op 13-jarige leeftijd begint hij zijn opleiding aan de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Een van zijn eerste schilderijen, ”Repetitie van het signaal”, wordt gekocht door Mesdag, die het talent van de jonge Israels heeft opgemerkt. Het is een van de vele vroege werken van Israels die een militair onderwerp hebben. Opvallend is dat het kleurgebruik in deze kunststukken aanmerkelijk minder uitbundig is dan in latere perioden.

Op 21-jarige leeftijd meldt Isaac zich aan bij de Rijksacademie in Amsterdam. Hij studeert tegelijk met George Hendrik Breitner. Hun leraar, August Allebé, stuurt hen na een jaar weg. ,,Als reeds gevormd kunstenaars zijn deze heren aan de academie geheel misplaatst.” In eigen ogen is Israels allerminst volleerd. Tussen 1887 en 1894 brengt hij veel tijd in zijn atelier door met oefenen. Zo’n retraite past goed in de kunstzinnige smaak van dat moment, waarin schilders en dichters in hun diepste zelf graven, zoekend naar een uitweg voor hun authentiekste stemmingen en tederste emoties. „Iedere morgen sta ik op, vastbesloten te overwinnen en elke avond geef ik het op. Vaincu!” schrijft Isaac aan zijn collega Jan Veth.

Eigen stijl

Na verloop van tijd vindt Israels steeds meer een eigen stijl: het schilderen van vrouwen, vaak met een vlugge schets en een snelle toets op het doek. Favoriet thema is de werkende vrouw, zoals een schilderij van Amsterdamse dienstmeisjes en een ander van koffiepiksters. Beide dateren uit ongeveer 1890. De bekendste taferelen van Israels zijn en blijven echter de strandgezichten. Het lijkt of het Scheveningse strand alleen bevolkt werd door vrouwen in witte japonnen, vaak met een parasol en een koket hoedje. Een enkele keer wapperen de donkere rokken van een struise Scheveningse voorbij.

Jacqueline Sandberg, een dame uit de kring der kunstminnenden die voor Israels poseerde, schreef: „In Scheveningen heeft Ietje (Isaac Israels) een portret van mij gemaakt, staande op een duin, de wind waait tegen mijn rokken! En ook een staande met een dichte parasol. Op een ochtend dat we heel vroeg op het strand waren, waar het nog heel stil was, stond Ietje me te schilderen. Ik wist niet meer of ik er lang of kort stond. Ik was zo opgenomen in zee en zon en ’t zangerig geluid van water en schelpen, dat ik niets meer wist tót ik opeens de reële stem van Isaac hoorde. Hij zei: „Je voelt dat helemaal goed.” ’t Was of ik wakker werd. Ik deed mijn best om het weer even goed te doen, maar het was weg. Maar ’t was héérlijk en ’t blééf héérlijk; alleen op een andere manier.” Het tekent iets van het sentiment waarmee de kunstenaarswereld omgeven was en iets van de wuftheid van Israels.

Rangen en standen

Isaac Israels leefde in een tijdperk waarin rangen en standen van het grootste belang waren. De kunstenaar ging volledig op in het kleine kringetje van kunstenaars en hoge ambtenarij in Den Haag. Een verpleegster en een ezelsjongen waren enkel interessante thema’s voor een kunstwerk of dienden als decor. Israels was er de man niet naar om een statement te maken met zijn schilderijen. Hoeveel de ezelsjongen die dag verdiend heeft of hoe zijn huiselijke omstandigheden waren, de tegenstelling tussen de rijdende meisjes en de werkende jongen – de schilder zag alleen de schoonheid van het beeld.

Bij het verlaten van Panorama Mesdag kom je weer langs de doeken van Mesdag. Bruin en grijs, ruige wolkenluchten – waar zijn de kleuren van Isaac Israels? Toch heeft het werk van Mesdag ook iets eerlijks. De vissersschuiten, de mannen en vrouwen die aan het werk zijn, de gezichten getekend door het ruwe leven. Ze tonen een werkelijkheidszin die bij Israels geheel gemist wordt. Want na een middagje museum moet je de regen weer in. Na een paar weken vakantie moet er weer gewerkt worden. En voor ezeltje rijden heb je een ezelsjongen nodig.

De manifestatie ”Isaac Israels in Den Haag” loopt tot 23 september. De volgende musea doen mee: Haags Historisch Museum, Panorama Mesdag, Louis Couperusmuseum, Muzee Scheveningen en het Haags Gemeentearchief. Bij een bezoek aan een van de musea is er een kortingscoupon verkrijgbaar voor een bezoek aan een tweede museum dat deelneemt aan de manifestatie.

www.israelsindenhaag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer