De Bijbel van opoe: een kostbare herinnering
WOUDENBERG – Ondanks dat ze straatarm was, spaarde de oma van Nelly Heijkamp-van der Laan omstreeks 1900 een Bijbel bij elkaar. Met halfjes en centen. Bijbelboek voor Bijbelboek.
In het Woudenbergse appartement van het echtpaar Heijkamp herinneren twee voorwerpen aan „opoe”, zoals Heijkamp haar grootmoeder noemt. Een ingelijste zwart-witfoto toont opoe in haar daagse dracht. Haar hele leven –ze overleed in 1982 op 102-jarige leeftijd– woonde ze in Sommelsdijk, op het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee.
Het tweede voorwerp is de Bijbel die Heijkamp in 1974 van haar grootmoeder kreeg. Gehavend was hij. Maar vooral een kostbare herinnering aan de vele uren die ze samen met de Bijbel hebben doorgebracht.
„Ik vond het fijn om bij haar te zijn”, zegt Heijkamp over haar kindertijd. „Wij hadden thuis een zaak, dus er was meestal niet veel tijd voor ons. Uit school ging ik eerst naar mijn grootmoeder en dan pas naar huis. Zolang als ik me herinner, lag de Bijbel opengeslagen op haar eettafel. Ze las er aldoor uit.”
Kanttekeningen
Haar oma typeert ze als evenwichtig en „een beetje in zichzelf gekeerd”, een eigenschap die waarschijnlijk haar oorsprong vond in het overlijden van een 16-jarige dochter.
Heijkamp: „Ze kwam uit een eenvoudig milieu. Haar vader was landarbeider. Omdat haar moeder een zwakke gezondheid had, moest ze al jong voor haar ouders en drie broers zorgen. Op haar negende ging ze van school. Schrijven had ze nooit geleerd, lezen wel. Mijn oma was leergierig; in haar gezin werd er –voor die tijd– veel gelezen. Ze had een groot verlangen om een Bijbel met kanttekeningen te bezitten.”
Het is een wens die niet in vervulling kon gaan, omdat het geld voor een dergelijke aanschaf „ten enenmale” ontbrak. Uitgever Johan de Liefde uit Utrecht bood aan het einde van de negentiende eeuw echter een eenmalige uitgave met kanttekeningen aan waarbij geïnteresseerden elk Bijbelboek afzonderlijk konden aanschaffen. Zo ontstond de mogelijkheid om de hele Bijbel in termijnen bij elkaar te sparen. Dat deed oma, hoewel ze geen inkomen had.
„De oudere broers onderhielden het gezin. Als er eens halve (halfjes) of hele centen overschoten, legde ze die apart. Elke keer als er een Bijbelboek uitkwam, schafte ze dat aan van het geld dat ze opzij had gelegd.”
De losse boeken werden ten slotte gevat in een band en voorzien van sloten. „Ik denk dat het een behoorlijk aantal jaren geduurd heeft voordat de Bijbel compleet was”, zegt Gerard Heijkamp.
„Ze zat altijd te lezen”, herinnert zijn vrouw zich. „Dat vond ik heel bijzonder. Later kon ze het zware boek niet meer de baas en borg ze het in een witte linnen doek op in het kabinet. Die Bijbel en dat kabinet oefenden een sterke aantrekkingskracht op mij uit. Vaak vroeg ik: „Opoe, mag de Bijbel nog eens op tafel komen?” Dan pakte ze hem en keken we er samen in of lazen we er een stukje uit.”
In 1974 krijgt Nelly van der Laan een baan bij de Gereformeerde Zendingsbond en verhuist ze van Sommelsdijk naar Zeist.
„Opoe vond het erg dat ik wegging. Ze gaf mij haar stukgelezen Bijbel mee, met de opdracht er maar veel in te lezen. Ondanks dat ik klein behuisd was, heb ik de Bijbel op precies dezelfde plek neergelegd als zij deed; op de eettafel.”
Als Van der Laan trouwt, verhuist het boek –net als bij oma– naar het kabinet. „De Bijbel lag helemaal uit elkaar. De rug en een van de sloten lieten los, in de kaft zaten scheuren.” Ze loopt naar de Bijbel en legt hem op tafel. In 2006 ondergaat het familiebezit een restauratie bij boekbinderij Kok in Maartensdijk. Het gehavende boek krijgt een nieuw jasje van vlammend leer en glanzende sloten. „Zie je hoe mooi die bladzijden nog zijn?” zegt Gerard Heijkamp. „Er is zeventig jaar in gelezen, maar er is geen ezelsoor te bekennen. Dat zegt iets over hoe precies opoe was.”
Heijkamp, met haar hand op een van de vergeelde prenten in de Bijbel: „Ik zie haar nog de bladzijden omslaan.”
Dit is de derde aflevering van een serie over Bijbels met een bijzonder verhaal. Volgende week deel 4.