Directeur Inlia: Kerkasiel leidt bijna altijd tot verblijfsvergunning
Syrisch-orthodoxe christenen, Tamils uit Sri Lanka en Iraanse bekeerlingen: honderden afgewezen asielzoekers kregen in de loop der jaren in Nederland kerkasiel. In vrijwel alle gevallen kregen ze uiteindelijk alsnog een verblijfsvergunning, zegt John van Tilborg, directeur van stichting Inlia.
Het was eind jaren tachtig. In de provincie Groningen werden in twee kerkgebouwen drie gezinnen –Armeense christenen en Tamils– opgevangen, herinnert de directeur van Inlia, een interkerkelijke stichting die hulp biedt aan „asielzoekers in nood”, zich. „De toenmalige directeur vreemdelingenzaken had het voornemen deze gezinnen uit de kerken te laten halen om ze uit te zetten, maar de hoofdcommissaris van politie vond dat op basis van zijn bevoegdheden niet verantwoord en weigerde mee te werken.”
Anno 2024 ziet Van Tilborg het niet gebeuren dat de politie een poging zou doen asielzoekers die kerkasiel krijgen op te pakken, zoals vorige week in de Duitse stad Bremen gebeurde. „Op basis van de wet, waarin staat dat je een godsdienstoefening niet mag verstoren, kan het simpelweg niet, tenzij het gaat om een aanhouding op heterdaad. De regelgeving rond kerkasiel in Duitsland is anders, waarbij ook meespeelt dat de deelstaten bij de uitvoering daarvan een dikke vinger in de pap hebben.”
Klooster omsingeld
In Duitsland wordt aanzienlijk vaker dan in Nederland kerkasiel verleend, zegt Van Tilborg. Ook in andere Europese landen, zoals Engeland, Zwitserland, Italië en Zweden, kregen uitgeprocedeerde asielzoekers de afgelopen decennia soms opvang in kerken of kloosters. Zo werd het Alsikeklooster in het Zweedse Uppsala een „vrijplaats voor afgewezen asielzoekers”.
Van Tilborg: „Op een vroege ochtend in november 1993 werd dit lieflijke klooster door de politie omsingeld en werden alle veertig vluchtelingen die daar door de diaconessen werden opgevangen, meegenomen. Ik kreeg mensen uit Zweden aan de lijn terwijl het gebeurde. Het was een dramatische situatie, waarbij ook gewonden vielen. Kerken in heel Europa hebben hiertegen actie ondernomen, omdat afspraken met het klooster geschonden werden.”
Ook de Zweedse aartsbisschop, hoofd van de staatskerk in het land, „ging zich ertegenaan bemoeien”, zegt Van Tilborg. „Uiteindelijk konden alle vluchtelingen terugkeren naar het klooster, behalve de twee die inmiddels het land waren uitgezet. Daarna heeft zo’n situatie zich nooit meer voorgedaan.”
Uiterste nood
In Nederland werd in de afgelopen 45 jaar tientallen keren kerkasiel verleend aan afgewezen asielzoekers, weet Van Tilborg (zie ”Voorbeelden kerkasiel”). Zo kregen zo’n 220 Syrisch-orthodoxe christenen en Arameeërs uit Zuidoost-Turkije in 1979 drie maanden bescherming in de St.-Janskathedraal in Den Bosch. Op dit moment biedt de protestantse gemeente Open Hof in Kampen kerkasiel aan een Oezbeeks gezin dat vreest naar zijn land te worden teruggestuurd.
Terwijl kerkasiel in de jaren tachtig en negentig in Nederland veelvuldig voorkwam, gebeurt dit sinds de eeuwwisseling nog maar sporadisch. Volgens Van Tilborg komt dit mede doordat er nu „meer consensus” bestaat tussen de overheid en ngo’s over de veiligheidssituatie in landen van herkomst van asielzoekers. „Ook de communicatie tussen kerken en de overheid is verbeterd. Kerken en de IND verketteren elkaar niet bij voorbaat, maar realiseren zich dat de ander soms best gelijk kan hebben. Verder merken we dat afgewezen asielzoekers tegenwoordig eerder op straat belanden dan dat ze daadwerkelijk uitgezet dreigen te worden.”
De Raad van Kerken in Nederland noemt het verlenen van kerkasiel in een notitie uit 2021 „in uiterste nood” een optie als asielverleners „naar eer en geweten ervan overtuigd zijn dat de betreffende persoon bij terugzending in een levensbedreigende situatie terechtkomt”. Inlia hanteert een enigszins ander uitgangspunt, geeft Van Tilborg aan. „Het moet gaan om situaties waarin je ervan overtuigd bent dat asielzoekers bij terugkeer naar hun land ernstig worden bedreigd in de kwaliteit van hun bestaan. Dat kan ook het geval zijn als mensen niet in de gevangenis belanden maar wel worden vervolgd, terwijl dit niet direct levensbedreigend is.”
Over de situatie van het Oezbeekse gezin in Kampen –een echtpaar met vier kinderen– wil Van Tilborg zich niet uitlaten. „We zijn wel over dit kerkasiel geïnformeerd, maar zijn er inhoudelijk niet bij betrokken.”
„Het is heel belangrijk om vooraf de afweging te maken of kerkasiel naar verwachting zal bijdragen aan een oplossing voor een gezin” - John van Tilborg, directeur Inlia
Veilig
Asielzoekers die in het verleden kerkasiel kregen, ontvingen vrijwel altijd alsnog een verblijfsvergunning, nadat de IND hun zaak opnieuw had beoordeeld, stelt Van Tilborg vast. „Een gezin dat in de jaren tachtig kerkasiel kreeg, is uiteindelijk naar Duitsland gegaan, omdat het daar eerder was geweest. Deze mensen kregen vooraf de garantie van de Nederlandse overheid dat ze hier alsnog asiel zouden krijgen als Duitsland hen zou afwijzen. Het uitgangspunt was niet dat ze per se in Nederland moesten blijven, maar dat ze ergens veilig zouden zijn. Uiteindelijk verleende Duitsland hun asiel.”
Onderdak verlenen aan asielzoekers in een kerk biedt echter geen garantie dat een uitzetting definitief niet doorgaat, zegt Van Tilborg. „Het is heel belangrijk om vooraf de afweging te maken of kerkasiel naar verwachting zal bijdragen aan een oplossing voor een gezin. Vaak wordt daarbij de weg van de stille diplomatie bewandeld. Als de gedachte is dat publiciteit kan meewerken aan het vinden van een oplossing, kiezen betrokkenen soms bewust voor een publiek kerkasiel. Daarbij moet een kerk zich goed realiseren wat het effect op een gezin is als zo’n actie uiteindelijk niet tot een verblijfsvergunning zou leiden.”