Jan Siebelink: Ik durfde mijn baan als leraar niet op te zeggen
EDE – Auteur Jan Siebelink (1938) durfde niet alleen van de pen te leven en hield zijn baan als leraar altijd aan. Voordat zijn bestseller ”Knielen op een bed violen” (2005) verscheen, kon hij amper „een auto onderhouden” van zijn schrijversloon.
Weinig boekenschrijvers kunnen louter met hun schrijverij de kost verdienen. Ook Jan Siebelink, die vanaf 1975 tientallen boeken schreef, bleef „fulltime” leraar, tot zijn 62e. „Ik durfde het onderwijs niet los te laten. Ik heb mijn veertigjarig jubileum in het onderwijs gevierd. Ik wilde niet het risico lopen in armoede te leven. We moesten drie kinderen verzorgen. Van boeken die ik voor ”Knielen op een bed violen” schreef, werden duizenden en soms tienduizenden exemplaren verkocht, maar toch kun je daar eigenlijk geen droog brood van eten.”
Anders werd dat in 2005, toen ”Knielen op een bed violen” verscheen. Het boek, dat gaat over het godsdienstige milieu waarin Siebelinks vader verkeerde, werd een bestseller. Honderdduizenden exemplaren gingen over de toonbank. Siebelink ontving voor het boek de AKO Literatuurprijs, een bedrag van 50.000 euro. Van de opbrengsten van de bestseller kan Siebelink nu „goed” leven.
Schrijvers die geen reguliere baan hebben, kunnen het moeilijk hebben. „Mijn overleden vriend en collega-schrijver Louis Ferron had geen vaste baan, hij kon zich moeilijk aan anderen binden. Hij zat soms erg in de penarie om zijn inkomsten. Om bijvoorbeeld een paar duizend euro subsidie te krijgen, moest hij van tevoren een synopsis (plan van aanpak, JV) schrijven. Zo van: In hoofdstuk één is er een man die kanker heeft. Zo’n werkwijze kan de creativiteit van de auteur in de weg zitten. Ferron ging soms een beeldhouwer helpen zijn atelier schoon te maken. Hij moest toch wat doen.”
Het regelen van honorarium voor schrijversactiviteiten ging niet altijd van een leien dakje, ervoer Siebelink. „Ik werd bijvoorbeeld om de haverklap door bladen gebeld. Of ik een stukje wilde schrijven. Bij een uitnodiging staat niet altijd vermeld wat ze bereid zijn te geven. Dan moet je soms bedelen.”
De organisatie van lezingen geeft de auteur tegenwoordig uit handen, al is er overleg. „Een winkel die veel heeft gedaan aan de promotie van mijn boeken, hoeft minder te betalen voor mijn komst.” Over de toekomst van het boek is Siebelink allerminst somber. „Ik merk dat ook jongeren het heerlijk vinden om een boek te lezen. Ik verwacht dat de kleine boekhandel, met persoonlijke aandacht voor de klant, het weer goed zal gaan.”