Kerk & religie

Bijbel Babyloniënbroek boven water

BABYLONIËNBROEK – Aan niets is nog te zien dat de eeuwenoude Statenbijbel van de hervormde gemeente in Babyloniënbroek enkele jaren geleden kleddernat en besmeurd met modder opdook uit een sloot.

22 September 2011 10:54Gewijzigd op 14 November 2020 16:45
Dieven dumpten in 2008 de Statenbijbel van de hervormde gemeente in Babyloniënbroek in een sloot. Foto André Dorst
Dieven dumpten in 2008 de Statenbijbel van de hervormde gemeente in Babyloniënbroek in een sloot. Foto André Dorst

De schemering valt over het Land van Heusden en Altena. In Babyloniënbroek rijdt een schooljongen nog een laatste rondje op zijn skelter. Honden liggen lui op het erf. Anton Vos, tot voor kort scriba en kerkrentmeester van de gemeente, loopt op zijn klompen de monumentale kerk in en doet het licht aan.

Het dorp sliep, toen inbrekers in het voorjaar van 2008, in de nacht van zondag op maandag, de kerk binnendrongen. De dieven sloegen niet alleen toe in Babyloniënbroek, maar ook in Aalburg, Veen en Uitwijk.

Een raam van bijgebouw De Korenschoof sneuvelde. Vos: „Ze namen de Bijbel mee en trokken de zendings­bussen van de muur. Alles wat ze aanraakten, bespoten ze met chloor. Die plekken waren wit uitgebeten.”

Boven water

Niemand had een idee van wat er zich afspeelde. Vos –die een nachtdienst achter de rug had– werd aan het 
einde van de morgen uit bed gebeld. In de doodlopende sloot achter basisschool Den Biekurf was een Bijbel gevonden. „Kinderen die tussen de middag op het schoolplein speelden, zagen de punt van een boek uit de sloot steken. Dat was toch wel vreemd. Ze klommen over het hek en haalden de Bijbel boven water.

Vos loopt naar de Bijbel die, als voorheen, op een tafel voor in de kerk ligt. Aan niets is te zien dat de Keurbijbel, in 1686 gedrukt door Hendrick en Jacob Keur, in een sloot is gedumpt. „Ik ben meteen naar de kerk gekomen en kreeg ’m in mijn handen”, vertelt hij. „Nat, dik van het water en helemaal onder de modder.”

Het is de voormalige kerkrentmeester nog steeds een raadsel waarom het dievengilde een Bijbel ontvreemdde om deze vervolgens verderop in het dorp weg te smijten. De school ligt op enige afstand van de kerk. Bovendien is de sloot alleen te voet bereikbaar.

„Wat is hier het nut van geweest? Er zijn Keurbijbels met waardevolle prenten, maar die zitten niet in die van ons. Hebben ze de Bijbel daarom weggesmeten? Maar waarom is hij dan niet gewoon uit de auto gegooid?” Vertwijfeld, in plat Brabants: „’t Is ook geen klein ding. Ge mot er wel mee sjouwen.”

Hij laat zijn blik nog eens over de Staten­bijbel gaan. „Die heeft al heel wat meegemaakt”, mijmert hij. „En dan zou hij zomaar sneuvelen? Da’s toch wel zonde, of niet dan?” Vos had geen idee hoe de Staten-Bijbel van vocht en modder ontdaan zou kunnen worden. „Ik dacht: Moet ik nou vanavond alle blaadjes uit elkaar gaan leggen?”

Op advies van de verzekeringsmaatschappij legt hij de toegetakelde Statenbijbel direct in de diepvries. Daarna wordt al het vocht aan het boek onttrokken door het enkele wekenlang te vriesdrogen. De restauratie heeft plaats in de sociale werkvoorziening van restauratieatelier De Tiendschuur in Tilburg.

Elke bladzijde krijgt een opknapbeurt en het leer van de kaft wordt opnieuw bewerkt en in het vet gezet. Een ander bedrijf vervangt een gedeelte van het beslag, dat zelfs met een metaald­etector niet te achterhalen was. Kosten: 3600 euro.

Buren

Dat de Bijbel op het moment van de roof aan restauratie toe was, noemt Vos „een geluk bij een ongeluk.” De overhangende toga van de predikant beschadigde in vroeger tijden de middelste bladen van de Statenbijbel, die toen nog op de kansel lag. Het opkrullende papier, zogenoemde pijvouwen, brokkelde vervolgens stukje bij beetje af.

„Ik heb me afgevraagd”, zegt Vos, „of ik een kluis moest kopen, maar dat was geen goede oplossing. Een kast met plexiglas is niet mooi en als ik een alarm op de kerk zet, krijg ik ruzie met de buren.” En zo ligt de zeventiende-eeuwse Statenbijbel gewoon weer –oneerbiedig gezegd– voor het grijpen.

Bang voor een nieuwe inbraak is Vos echter niet. Ook niet als een installa­teur per ongeluk de lampen laat branden en de kerk laat in de avond nog baadt in het licht. „Maar dan ga ik wel even kijken.”

Dit is de eerste aflevering van een serie over Bijbels met een bijzonder verhaal. Volgende week deel 2.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer