Tijdens de tweede conferentiedag van de Calvin Conference in het Roemeense Cluj sprak Constantin Asavoaie, directeur van Prison Fellowship Romania, over het belang van Calvijn in de context van de orthodoxe kerk. Binnen deze kerk is een beweging op gang gekomen die de kerk van binnenuit wil reformeren.
Asavoaie is zelf lid van deze zogeheten Lord’s Army Movement. Deze mensen worden door de orthodoxe kerk gezien als sektariërs, en de evangelische beweging begrijpt niet waarom zij in de orthodoxe kerk blijven. De tijd van de vervolging was een tijd van zegen, een geestelijke huwelijksreis met Christus. Nu is er veel geesteloosheid. Asavoaie vraagt aan de conferentiegangers wat Calvijn kan betekenen in de Roemeense context, waar het volk in duisternis wandelt.
In de discussie zegt Lavente Horvath, predikant in de Hongaarse Gereformeerde Kerk, dat de opwekkingsbeweging van de Lord’s Army vergelijkbaar is met de Reformatie. Volgens dr. Paul Wells, hoogleraar dogmatiek in Aix-en-Provence, moeten we in de context van de Europese eenwording bidden om een Europese opwekkingsbeweging. In het bijzonder moeten we bidden om geestelijke leiders van het formaat van Luther en Calvijn.
Ds. H. van den Belt uit Delft is van mening dat Calvijn relevant zou kunnen zijn voor de Roemeense kerken, omdat hij niet alleen wist van vervolging maar ook omdat hij voor de taak stond om in Genève een christelijke samenleving te vormen. Met name de calvinistische ”ouderling” is van belang, stelt hij. „In tijden van vervolging is het leiderschap vaak charismatisch, maar als er vrijheid is, is het leiderschap vanuit het midden van de gemeente belangrijk.”
Drs. A. Baars (Apeldoorn) hield op de tweede dag van de conferentie twee lezingen rond de leer van de Drie-eenheid. Door de verschillende aanvallen op deze leer was Calvijn zijn leven lang ermee bezig. „De passie van de Reformatie kan worden samengevat in de woorden: Laat God God zijn. Tegenover het biblicisme van de antitrinitariërs verdedigde Calvijn het gebruik van de trinitarische begrippen, omdat zij moeilijkheden in de Schrift verhelderen. Calvijn heeft in de leer van de Drie-eenheid benadrukt dat de Zoon en de Heilige Geest ook uit Zichzelf God zijn.”
In zijn tweede lezing behandelde Baars de vraag of de oosterse en de westerse traditie in Calvijn samenkomen. Het verschil tussen beide tradities is in Roemenië belangrijk, omdat de Hongaarse gereformeerden de westerse traditie vertegenwoordigen en de Roemeens orthodoxe kerken de oosterse. Volgens Baars lopen wij het risico om de reformatoren verkeerd te interpreteren als wij hen gebruiken om onze verschillen op te lossen. „Calvijn staat duidelijk in de westerse traditie, maar hij benadrukt de verschillen niet en waardeert de hele traditie van de kerk in het licht van de Schrift. Soms is hij kritisch over de westerse kerkvaders, zelfs over Augustinus. Calvijn is vooral belangrijk, omdat zijn theologie zo katholiek is en staat in gemeenschap met de kerk van alle eeuwen”, aldus Baars.
Erszbeth Daray vertelde over het werk van Koinonia, een Hongaarse gereformeerde uitgeverij in Roemenië. Ondanks de culturele kloof met de Roemenen hebben zij ook enkele Roemeense werken uitgegeven, onder andere het ”Gulden boekje over het christelijke leven” van Calvijn.
Gerrit van Dijk, medewerker van de HOE, corrigeerde in zijn lezing de karikatuur over Calvijn. „Ten onrechte wordt de Geneefse reformator vaak afgeschilderd als een wereldvreemde kluizenaar.”
De dag werd afgesloten met een bijdrage van ds. Van den Belt, die sprak over het getuigenis van de Heilige Geest en het gezag van de Schrift. Vanuit de Griekse filosofie introduceerde Calvijn de term ”autopistos” in de Institutie en daarmee gaf hij aan dat het gezag van de Schrift onafhankelijk is van de kerk en onafhankelijk van rationele bewijzen. „Het Woord van God is levend en krachtig en niet afhankelijk van de kerk of van rationele bewijsvoering. Wij kunnen alleen zeker weten dat de Bijbel Gods Woord is door het getuigenis van de Heilige Geest.”