Kerken Christchurch dragen hun steentje bij
CHRISTCHURCH – De inwoners van Christchurch proberen na de verwoestende aardbeving van dinsdag te doen wat ze kunnen. De drie gereformeerde kerken dragen hun bescheiden steentje bij.
Direct na de aardbeving zochten de ambtsdragers van de drie Reformed Churches in Christchurch, ontstaan vanuit het werk van Nederlandse immigranten, contact met elkaar. Zijn er doden? Gewonden? Wat kunnen we doen?
„We zijn God erg dankbaar dat er onder onze leden geen mensen gewond of gedood zijn door de aardbeving”, zegt ouderling Ed Havelaar van de gemeente in het centrum – het dichtst bij de grootste verwoestingen. „Waarschijnlijk hebben gemeenteleden wel vrienden en kennissen verloren. Dat kan bijna niet anders. Maar wonder boven wonder is van de kerk zelf niemand getroffen.”
Dat geldt niet voor de gebouwen. Hoewel de schade in de twee gereformeerde kerken in het noorden en westen van de stad –Bishopdale en Dovedale– beperkt is gebleven, is het gebouw van de centrumgemeente onbruikbaar geworden. „De muren zijn instabiel en kunnen instorten”, zegt Havelaar. „Het is beslist niet veilig om er binnen te gaan. We maken om die reden voor zondag gebruik van de diensten van de andere gereformeerde kerken.” Ook de bevestiging van de nieuwe predikant, ds. Tim Rott, is uitgesteld.
Behalve de kerk liep ook een ouderenvoorziening die naast de kerk is gebouwd, de zogeheten Maranatha Homes, schade op. Op een enkeling na zijn alle bewoners geëvacueerd.
In ongeveer de helft van de stad zijn nog geen water en elektriciteit voor handen. Bovendien ligt in huizen en tuinen verspreid over de stad zo’n 150 ton grond die bij de beving omhoog is gekomen. De burgerlijke gemeente kan die problemen lang niet allemaal oplossen.
Al snel na de aardbeving stuurden de drie gereformeerde kerken mails rond, in een poging de schade te inventariseren en vrijwilligers bij elkaar te krijgen om hulp te bieden. Havelaar: „Veel mensen hebben op dit moment anderen in hun huis opgenomen. Dat doen niet alleen kerkleden, maar dat doen heel veel mensen in de stad.”
Een van hen is Jantina Buter, lid van de gemeente Dovedale. Met haar man Arjen en hun kinderen heeft het vanuit Nederland geëmigreerde gezin een alleenstaande vrouw in huis genomen. „Middelbare scholieren gingen na de aardbeving huizen langs om te zien of mensen hulp nodig hadden. Ze troffen deze vrouw aan, totaal ontredderd. Ze heeft helemaal niets en niemand. We hebben haar in een crisiscentrum opgehaald.”
De meeste hulp komt echter niet van kerkelijke gemeenten, constateert Buter. „Nieuw-Zeeland is in hoge mate geseculariseerd. Bovendien valt het nog niet mee om als traditionele kerk plotseling je deuren open te zetten voor de samenleving. Desondanks doen we wat we kunnen, onder meer door morgen buurtbewoners uit te nodigen in de kerk en hun een lunch aan te bieden.”
Het zijn met name gemotiveerde vrijwilligers –van binnen en buiten de kerken– die op dit moment de ergste nood lenigen. Buter: „Ons erbarmen kan niet groot genoeg zijn. Dat is ook wat onze burgemeester elke keer weer benadrukt. Zijn eerste boodschap is: Ga naar uw buren, zorg voor elkaar. Steeds weer. Hij is geen christen, maar zo werkt het gelukkig wel.”