Niet meer, maar andere voorlichting over de Holocaust kan helpen om discriminatie en antisemitisme aan te pakken, meent drs. S. J. van Leeuwen.
Voor het openbaar ministerie in Amsterdam was het gisteren D-day: discriminatiedag. Het OM behandelde op een zogenoemde themazitting zes zaken waarin discriminatie een rol speelt. Een aantal verdachten werd onder meer discriminatie ten laste gelegd. „Boomaap, ga bananen plukken” was misschien de minst heftige van de scheldpartijen.
Dat het OM belediging en discriminatie aanpakt, is een goede zaak. Want vrijheid van meningsuiting is een grondrecht dat onder andere zijn beperkingen kent in het recht om niet gediscrimineerd te worden. Het is nu aan de rechter om te bepalen of boomaap een woord is dat discrimineert en dus strafbaar is.
Behalve over de term boomaap mag de rechter ook zijn oordeel geven over een spreekkoor van Utrechtse voetbalsupporters. Ten minste een van de verdachten heeft volgens het OM geroepen: „Hamas, Hamas, alle Joden aan het gas!” Dat zijn kreten die er niet om liegen. Helaas is het een regelmatig terugkerende slogan bij voetbalfans. Voor Joden en met name voor Joodse overlevenden van de Holocaust is het een klap in het gezicht. Terecht dat het OM daar tegen optreedt.
Op BNR Nieuwsradio verklaarde een van de verdachten dat hij „het zo niet had bedoeld.” Volgens hem zeiden de Amsterdamse voetbalfans lelijke dingen over de Utrechtse supporters, dus scholden de Utrechters terug. Dat hij zich daarmee schuldig maakte aan discriminatie, is waarschijnlijk niet in zijn ”voetbol” opgekomen.
„Meer voorlichting over de Holocaust”, werd in dezelfde uitzending geopperd. Scholen zouden hun leerlingen hierover meer onderwijs moeten geven. Zou dat een oplossing zijn voor het probleem?
Het is goed aandacht te geven aan de Holocaust. De systematische moord op 6 miljoen Joden vraagt om die aandacht. En dat antisemitisme geen uitgestorven kwaad is, bewijzen de cijfers. Toch is het de vraag of meer voorlichting een oplossing is. In de loop van de jaren is de voorlichting over Tweede Wereldoorlog en Holocaust verworden tot een lesje gelijkheid. Politiek correcte organisaties als het Nationaal Comité 4 en 5 mei slagen erin de aandacht zo te verbreden dat de strijd tegen discriminatie centraal staat, ten koste van de strijd tegen antisemitisme. En dus plaatst het comité het artikel van prof. Paul de Beer ”Waarom vrijheid van godsdienst uit de Grondwet kan” op zijn website. En dus moeten, om nieuwe Nederlanders te vriend te houden, ook de enkele geallieerde soldaten van Marokkaanse afkomst worden herdacht. En moet worden stilgestaan bij het leed dat homo’s is aangedaan. En zigeuners. En zo veel andere bevolkingsgroepen.
Op die manier wordt de Holocaust synoniem met discriminatie. Linkse organisaties gebruiken het woord holocaust daarom te pas en te onpas voor Israëlische vergeldingsmaatregelen tegen Palestijns terrorisme.
Wie discriminerende spreekkoren wil aanpakken, zal daarom niet meer, maar andere educatie moeten geven. Voorlichting waarin het unieke van de Holocaust centraal staat en de aandacht zich richt op de bron: antisemitisme.
De auteur is historicus en werkzaam bij de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten. Hij schreef dit artikel op persoonlijke titel.