De USDP onderhoudt zeer warme banden met dictator Than Shwe, die Myanmar (voorheen Birma) sinds 1992 in een ijzeren greep heeft. Zondag had in Myanmar voor het eerst in 20 jaar tijd een stembusgang plaats, die werden geboycot door de de belangrijkste oppositiepartij, de Nationale Liga voor Democratie (NLD) van Nobelprijswinnares voor de Vrede Aung San Suu Kyi. Westerse landen en Japan omschreven de verkiezingen als een schijnvertoning.

Volgens niet-officiële berichten uit het land zijn er tijdens de stembusgang onregelmatigheden geweest. Kiezers zouden zijn geïntimideerd. Sommige stemgerechtigden stelden dat ze niet privé mochten stemmen. Bovendien zou de opkomst laag zijn geweest.

Secretaris-generaal van de Verenigde Naties Ban Ki-moon noemde de stembusgang maandag „onvoldoende transparant” en riep de junta opnieuw op politieke gevangenen vrij te laten. Asean, het blok van landen in Zuidoost-Azië, was veel positiever en sprak dinsdag van „een significante stap voorwaarts” voor Myanmar.

Inmiddels zijn circa 20.000 inwoners van Myanmar (voorheen Birma) gevlucht naar het buurland Thailand in verband met de gevechten die maandag uitbraken tussen het Myanmarese regeringsleger en strijders van het Karenvolk. Dat hebben overheidsfunctionarissen in Thailand dinsdag gezegd.

Spanningen bij de stembusgang liepen uit op geweld in en rond de Myanmarese grensplaats Myawaddy. Circa 15.000 mensen sloegen op de vlucht richting de plaats Mae Sot in Thailand.

Enkele honderden kilometers naar het zuiden sloegen nog eens circa 5.000 mensen op de vlucht richting het Thaise Kanchanaburi-district. Volgens lokale functionarissen zijn veel Myanmarezen later teruggekeerd naar hun woningen in Myanmar.