Te oud, te Haags, te mannelijk en te blank
DEN HAAG – Te oud, te Haags, te mannelijk en te blank. Formateur Rutte kreeg de afgelopen dagen bakken kritiek over zich heen over de personen die toetreden tot zijn kabinet. Terecht?
De gemiddelde leeftijd van de bewindslieden van het kabinet-Rutte is ruim 52 jaar. Dat komt mede omdat er enkele ministers bij zitten die (bijna) gepensioneerd zijn. Oud-informateur en VVD-partijvoorzitter Opstelten spant de kroon. Hij is 66. Daarna volgen VVD-senator en oud-informateur Rosenthal (65), de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, CDA-senator Hillen (63), die naar Defensie gaat, en minister Donner (61), die overstapt van Sociale Zaken naar Binnenlandse Zaken. De gemiddelde leeftijd van de bewindslieden bij het aantreden van Balkenende II (in 2003) bedroeg ruim 49 jaar en die van Balkenende IV (in 2007) ruim 48 jaar.
De kandidaat-ministers en -staatssecretarissen hebben vrijwel allemaal Haagse ervaring, uitgezonderd de beoogde staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, de CDA’er Knapen. Momenteel is hij hoogleraar. Hij was bekend als oud-hoofdredacteur van NRC Handelsblad en PCM-bestuurder. De kabinetten Balkenende II en IV hadden respectievelijk zeven en vier personen van buiten Den Haag.
Het percentage vrouwen in het kabinet-Rutte bedraagt momenteel ruim 15 procent. Er kunnen nog twee dames bijkomen als het CDA voor twee staatssecretariaten vrouwen voordraagt. In het kabinet-Balkenende II was ruim 34 procent vrouw en in het kabinet-Balkenende IV ruim 40 procent.
Rutte neemt geen allochtonen op in zijn kabinet, of het moet de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken zijn; hij is in Zwitserland geboren. Balkenende II had ook geen allochtonen. Balkenende IV had er twee, te weten de staatssecretarissen Aboutaleb en Albayrak. Het CDA zou hierin nog verandering kunnen brengen als het de moslim Cörüz voordraagt als staatssecretaris. Zijn naam wordt vaak genoemd. Op het CDA-congres liet hij weten vóór het regeerakkoord te zijn.
Qua cijfers hebben de critici dus gelijk. Formateur Rutte kiest blijkbaar voor zekerheid en wil geen risico’s lopen. Dat past bij het beleid dat in het regeerakkoord is voorgesteld: geen ingrijpende structurele hervormingen, maar door middel van de kaasschaafmethode de gewenste doelen bereiken.