Het protest tegen het gemeenschapscentrum in de buurt van Ground Zero staat bol van misvattingen. De zogenaamde moskee is een gemeenschapscentrum dat naast klaslokalen een auditorium, een tentoonstellingsruimte en een zwembad inderdaad ook een gebedsruimte omvat. De locatie is bovendien twee blokken verwijderd van Ground Zero.

De motieven van Amerikaanse politici en opinieleiders die protesteren tegen de zogenaamde Ground Zeromoskee zijn opportunistisch, want ingegeven door eigen electorale belangen. Buitenlandse politici die zich voor dit karretje laten spannen, zijn onnozel.

In de eerste plaats omdat de protesten de fundamentele vrijheden van de Amerikaanse samenleving, waaronder het recht op godsdienstvrijheid en vrije menings­uiting, ondergraven. Waren het niet juist deze vrijheden die negen jaar geleden het doelwit vormden van de terroristische aanslagen? De protesten spelen het islamitisch extremisme dus in de kaart.

Waarom zouden moslims in New York het recht hebben op een moskee terwijl christenen in Saudi-Arabië geen recht hebben op een kerk, vroeg Wilders zich af. Het antwoord is eenvoudig. Waarom zouden de Amerikaanse vrijheden gegijzeld moeten worden door de politiek van een land dat toevallig islamitisch is?

In de tweede plaats richten de protesten zich uitgerekend op de bruggenbouwers binnen de islam. De initiatiefnemers voor het gemeenschapscentrum behoren tot het soefisme, de tolerantste stroming binnen de islam. Het is juist deze stroming die in Pakistan het slachtoffer is van terroristische aanslagen door islamitische extremisten. Doordat alle moslims over één kam worden geschoren, ontstaat er steeds minder ruimte voor gematigde moslims en steeds meer voor de extremisten.

In de derde plaats hebben degenen die protesteren geen oog voor de neveneffecten van hun acties. Een neveneffect is dat zij de geloofwaardigheid van mensenrechtenactivisten in het Midden-Oosten ondergraven. Machthebbers kunnen deze activisten negeren door hen in diskrediet te brengen als handlangers van hypocriete westerlingen die mensenrechten alleen van toepassing verklaren op zichzelf, maar niet op moslims.

Wilders besloot zijn speech met de belofte dat hij altijd vrijheid, democratie en menselijke waardigheid zal verdedigen. CDA-senator Hillen noemde de toespraak „een uitgestoken hand.” De uitsluiting van moslims vormt echter geen uitgestoken hand, maar een bedreiging van vrijheid en democratie. Menselijke waardigheid is een recht dat elk mens toekomt.

De toon van de speech van Wilders was gematigd, hoe kan het anders op een dag van rouw. Maar, zo stelde The New York Times, de negende herdenking van de terroristische aanslagen stond voor het eerst niet enkel in het teken van herdenkingen en gebedsdiensten maar ook van politieke en religieuze spanningen. Een van de nabestaanden zei: „Vandaag moet het alleen over verlies gaan.” Maar dat gevoel van onderlinge verbondenheid dreigt verdrongen te worden door verdeeldheid.

De auteur is directeur van IKV Pax Christi.