De wekker ging om vier uur, die ochtend van Koninginnedag 2009. De lucht in Apeldoorn zinderde van verwachting. Maar hevig gedesillusioneerd stapte Simon Boon van Stichting Oranjefeesten Apeldoorn vele uren later weer in bed. „Onwerkelijk, dat was het. Volstrekt onwerkelijk.”
Hij kon het programma wel dromen. „Van minuut tot minuut.” Als voorzitter van de Oranjefeesten Apeldoorn, een van de oudste Oranjeverenigingen van het land, was Simon Boon (61) al máánden bezig met Koninginnedag 2009.
Groot is zijn geluk op die vroege ochtend van de 30e april, als hij om 5.00 uur al bij Paleis het Loo arriveert. De hemel toont zich strakblauw. „Je wilt niet geloven hoe indrukwekkend dat was. Op de fiets ben ik de hele stad gaan bekijken, van het paleis tot aan het station. Langs de hele Loolaan stonden nog verstilde tribunes opgesteld, voor duizenden mensen. Er hing een enorm verwachtingsvolle sfeer.”
Als de koningin met haar gevolg arriveert, staat Boon in de rij om haar te verwelkomen en te begeleiden. De vorstin straalt, weet hij nog. „Het was voelbaar dat de hele koninklijke familie er zin in had.”
Wat volgt, is ronduit „dik in orde.” Een mooi programma, enthousiaste mensen – Boon steekt zijn duim in de lucht. „Geníéten.”
Adrenaline
Tot tien voor twaalf. „Ik zat achter in de bus. We gaan de bocht in. Iedereen heeft het naar zijn zin. Toen hoorde ik een geluid dat ik niet kon plaatsen. Het was het moment dat Karst T. met zijn zwarte Suzuki de dranghekken raakte.”
Boon wil niet te diep ingaan op wat hij heeft gezien. Sowieso is hij na iedere vraag die hem gesteld wordt, eerst een poosje stil, alsof hij de betekenis ervan wil peilen. Bedachtzaam formuleert hij uiteindelijk zijn antwoorden. „De foto’s die toen genomen zijn, vertellen het verhaal. Wij zijn ooggetuigen geweest, in alle opzichten. Ik heb alles gezien.”
Kan een mens op zo’n moment wel bevatten wat hij ziet gebeuren? In eerste instantie niet, is de ervaring van Boon. „De adrenaline, je fysieke en mentale toestand op zo’n dag, zijn volstrekt onverenigbaar met wat er toen gebeurde. Onwerkelijk, dat was het. Volstrekt onwerkelijk.”
Langzaam dringt dan het besef door dat het feest is afgelopen. Vanuit het paleis, waar de bus in allerijl naartoe rijdt, neemt Boon contact op met mensen in de stad. „De kermis moest ophouden, overal moest alles ophouden. Maar zo’n dag uitzetten, dat is lastig. Er is geen knop die je kunt omdraaien.”
Aangeslagen
In het paleis is de stemming compleet omgeslagen. Boon spreekt met diverse leden van de koninklijke familie. Wie dat waren en wat ze zeiden? „Dat is vertrouwelijk.”
Nog geen uur na het interview belt Boon terug. Hij heeft er nog eens over nagedacht. „Wat de leden van de koninklijke familie toen hebben gedeeld, dat is hetzelfde als in de toespraak die de koningin vanuit het paleis voor de televisie heeft gehouden. Ik heb diezelfde mate van aangeslagen zijn, van emotie en van betrokkenheid bij hen gezien.”
En dan volgt het herdenken en verwerken. „De eerste dagen wilde ik niet terug, maar een aantal dagen later ben ik bewust weer langs de Naald gegaan, op de fiets. Die plek is gemarkeerd in mijn geheugen. Ik kan nooit meer die kruising oversteken zonder aan 30 april 2009 te denken.”
Zieke scenario’s
Komende donderdag krijgt die herdenking vaste vorm, met de onthulling van een monument bij de Naald. Opnieuw zal de koninklijke familie van de partij zijn; opnieuw zal Boon erbij zijn. Of hij ertegen opziet? „Nee. Dat niet. Ik besef dat het voor familieleden en slachtoffers veel erger is. Zij missen iemand, wij niet. Dat is een essentieel verschil.”
Een ander essentieel verschil is dat de beveiliging voor 29 april is opgeschroefd tot ongekende hoogten. De maatregelen „naderen het absurde”, liet de Apeldoornse burgemeester De Graaf vorige week weten. Boon onderstreept dat en doet er nog een schepje bovenop. „Ik dacht: we doen raar. Alsof je alle mogelijke scenario’s kunt bedenken. Straks willen we een ISO-gecertificeerde Koninginnedag. Dat kan toch niet? Deze maatregelen doen afbreuk aan de traditionele viering van Koninginnedag zoals we die al heel lang kennen.”
Breekbare kunst
De dag na de herdenking is het opnieuw Koninginnedag. Al sinds juni vorig jaar is Boon, met partners als de gemeente, VVV en de horeca bezig met het Apeldoornse programma daarvoor. „Daar zit voor mij ook een stuk verwerking in”, zegt hij. Het meest opzienbarende element dat hij heeft bedacht: vele tientallen kraampjes langs de Loolaan, boordevol met glaskunst en keramiek – kortom: met breekbare kunst. „Een kilometer praatgelegenheid”, noemt Boon het. „Iedereen weet wat daar gebeurd is. Je hebt volop de gelegenheid om de overgang te maken van de herinnering naar nu.”
De organisatie koos voor de kwetsbare vorm van kunst „omdat het appelleert aan een ander niveau in ons. Dat kan religieus zijn, maar dat hoeft uiteraard niet.” Hij denkt even na. „Iedereen kan met de kunstenaars in gesprek over wat hen beweegt. Het is in elk geval niet louter een verstandelijk gebeuren.”
Helpen, maar met een machteloos gevoel
Arie Vergunst (29), algemeen militair arts en vliegerarts in opleiding bij de Koninklijke Luchtmacht, verleende vlak na de klap op het kruispunt in Apeldoorn eerste hulp.
„Ik zat op de tribune, zo’n 100 meter vanaf de Naald, samen met mijn dochter te genieten van alle festiviteiten. Tot we een klap en gegil hoorden. Meteen daarna sloeg de sfeer om onder het publiek. Telefoons rinkelden, mensen renden de tribune af en de optocht hield halt.
Het besef van de ernst van de situatie werd me helemaal duidelijk toen mijn vrouw vlak na de klap vanuit huis belde dat er verschillende mensen op de grond lagen. Hals over kop ben ik naar het kruispunt gegaan. Anderhalve minuut na de gebeurtenis kwam ik aan op de rampplek. Op het kruispunt heerste een onbeschrijfelijke chaos. Zelfs bij professionele hulpverleners zag je de radeloosheid in hun ogen. Er lagen mensen van wie de ledematen in onnatuurlijke standen lagen of zelfs half waren afgerukt. Overal lag bloed en kledingstukken. Er klonk gegil van de slachtoffers, het roepen van omstanders. Als professioneel hulpverlener train je eindeloos bepaalde situaties, evenals de opvang van meerdere slachtoffers. Maar dit aantal slachtoffers in combinatie met de ernst van hun letsel was ook voor mij een nieuwe situatie. Het enige waarop je op dat moment kunt terugvallen zijn de training en opleiding die je hebt gehad. Het zijn die basisvaardigheden die je helpen structuur in de chaos te brengen.
Overal zaten al mensen bij de slachtoffers. Zomaar ergens op af stappen heeft dan weinig zin. Ik wilde eerst weten waar mijn hulp het hardst nodig was.
In die ronde word je geconfronteerd met de ernst van de verwondingen van diverse slachtoffers. Ik realiseerde me dat de verschillende reanimatiepogingen waarmee hulpverleners waren gestart eigenlijk al kansloos waren. Uiteindelijk moet je een keuze maken en ben ik lang bezig geweest met een vrouw die door een beenfractuur veel bloed verloor. Ik ben doorgegaan tot het laatste slachtoffer naar het ziekenhuis werd gebracht.
Het drama had op dat moment een behoorlijke impact op me. Je hebt de neiging te denken dat je uit de realiteit in een bizarre film bent gestapt. Ik stond met mijn handen in het haar, omdat ik niet direct beschikte over de juiste medische hulpmiddelen. Dat geeft een machteloos gevoel.
Emotioneel gezien trekken zulke omstandigheden toch een wissel op je. Ik besefte later te meer dat het leven heel kwetsbaar is, zelfs op de hoogtepunten van blijdschap en vreugde.
Af en toe komen de beelden van vorig jaar weer op mijn netvlies. Het is vreemd om nu afbeeldingen van de slachtoffers te zien en ze te herkennen van het kruispunt. Ik weet hoe ernstig enkelen van hen eraan toe waren. Soms ben ik best nieuwsgierig hoe het met bepaalde mensen is afgelopen.
Donderdag wil ik proberen naar de herdenkingsbijeenkomst te gaan. Voor mij is dat toch een soort dodenherdenking, wat het feitelijk ook is. Op Koninginnedag wil ik het kruispunt nog even bezoeken. Verder gaan we er gewoon een gezellige dag van maken.”