Twaalf winkeliers in Alexandrium hadden de rechter gevraagd de verordening te torpederen waarmee de gemeente Rotterdam het winkelgebied eind vorig jaar tot toeristisch gebied had bestempeld om daarmee een vrije zondagsopening mogelijk te maken.

Volgens de rechter heeft de gemeente het winkelgebied welliswaar ten onrechte als toeristisch aangewezen en daarmee de Winkeltijdenwet overtreden, maar betekent dit niet dat winkeliers in Alexandrium nu verplicht zijn hun winkels op zondag gesloten te houden.

De rechter meent namelijk dat de belangen die de overige winkeliers hebben bij zondagsopening „dienen te prevaleren” boven die van de twaalf winkeliers. Wel liet de rechtbank weten dat de gemeente Rotterdam door hen aansprakelijk kan worden gesteld voor geleden schade zolang de gemeente de verordening niet vrijwillig intrekt.

Volgens de rechter staat er tegenover de twaalf winkeliers „een groep van circa 200 andere winkeliers die wél groot voorstander is van de zondagopenstelling.” Hen verbieden hun winkels te openen zou „disproportioneel” zijn, onder meer omdat deze winkeliers recent kosten hebben gemaakt om bijvoorbeeld „het publiek te attenderen” op de permanente zondagsopening of „extra medewerkers aan te trekken.” Ook vreest de rechter dat de winkeliers bij een verbod op zondagsopening in Alexandrium klanten zullen verliezen aan winkeliers in nabijgelegen gebieden waar een vrije koopzondag wel is toegestaan.

Ondernemer Jan Linker, eigenaar van twee slaapspeciaalzaken in Alexandrium en tevens een van de twaalf eisers, is teleurgesteld over de uitspraak. „Dit is onnavolgbaar. We hebben gelijk, maar er verandert niets. Gelijk hebben is in Rotterdam blijkbaar geen gelijk krijgen.”

De advocaat van de winkeliers, Thomas van Vugt van advocatenkantoor Blenheim, liet gistermiddag direct weten in hoger beroep te zullen gaan wanneer de gemeente de verordening niet op korte termijn vrijwillig intrekt. „Mijn cliënten worden door de rechter op alle punten in het gelijk gesteld, maar de verordening wordt niet buitenwerking gesteld. Dat is hoogst opmerkelijk en teleurstellend”, aldus Van Vugt.

Fedde Monsma van vakorganisatie CNV Dienstenbond, dat zich als procespartij aansloot bij de klagende winkeliers, spreekt van een „heel bijzondere” situatie. „De rechter stelt dat de gemeente de wet overtreedt en dat de verordening onverbindend is. Dan zou je zeggen dat het letterlijk over en sluiten is. Maar nee, omdat andere ondernemers een mogelijk belang hebben mogen de winkels openblijven op zondag. Oftewel, als er maar genoeg mensen door rood licht lopen, mag het blijkbaar. Het moet niet gekker worden”, aldus Monsma.

Ook voorman Peter Schalk van de reformatorische vakorganisatie RMU spreekt van een „onbegrijpelijk” vonnis. „Het recht struikelt op de straten”, stelt Schalk.