BERLIJN - Een demonstratie tegen abortus wordt vandaag in Oost-Berlijn niet meer verboden. Maar de pleitbezorgers van het recht op leven moeten wel op tegendemonstranten rekenen.
Op Alexanderplatz, vlak onder de beroemde tv-toren, verzamelen zich zaterdagmiddag enkele honderden christenen voor een ”Marsch für das Leben”. Op een podium, vlak naast de Marienkirche, speelt en zingt een gitarist over het wonder van Gods scheppende liefde.
Aan de andere kant van het plein, bij het bakstenen Rathaus, staat een autobusje met grote luidsprekers op het dak. Daaruit klinkt ruige en harde muziek. Een woordvoerder onderbreekt af en toe met mededelingen hoe de „fundamentalistische christenen” aan de andere kant moeten worden bestreden. Aan de randen van het plein staat het vol politiemensen. Enkele maken video-opnamen van de tegendemonstranten.
„Wij staan aan de goede kant”, zegt de spreker op het podium van Marsch für das Leben, „want wij staan aan de kant van het leven.”
Bundesverband Lebensrecht wil één dag voor de verkiezingen zijn geluid nog eens laten horen. Niet dat er bij de stembus op dit punt overigens iets te kiezen valt. Al kort na de hereniging van Duitsland in 1990 geldt een wet die abortus tot twaalf weken min of meer vrijgeeft, hoewel pas na verplichte consultatie van een hulpverlener.
In de socialistische DDR was abortus vrij algemeen geaccepteerd. Nog steeds zijn de cijfers van zwangerschapsafbreking in Oost-Duitsland veel hoger dan in het westen.De spreker op het podium wordt verstoord door geschreeuw uit het publiek. De tegendemonstranten hebben zich tussen de prolife-demonstranten begeven en laten hun geschreeuw gepaard gaan met opgestoken middelvingers. „Wie argumenten heeft, hoeft niet te schreeuwen”, antwoordt de spreker, „wie schreeuwt, heeft geen argumenten.”
Een man in spijkerpak bladert in zijn bijbel als de gitarist een lied aanheft. „Ik heb mijn Bijbel altijd bij me”, zegt hij, „het geeft me rust.”Hij weet dat de bescherming van het ongeboren leven in Duitsland „niet meer in de mode” is. „Ik wil ook vrouwen die een abortus ondergaan, niet veroordelen. Toch vind ik dat we verantwoording voor het ongeboren leven moeten nemen.”Hij slaat zijn bijbeltje dicht. „Er zijn altijd middelen om vrouwen in noodsituaties te helpen. Ook financiële ondersteuning is mogelijk. Ik denk wel dat dit breder bekend moet worden.”
Vanuit het publiek klinkt weer applaus, vergezeld van geschreeuw. Hij luistert even naar wat er vanaf het podium wordt gezegd. „Hoor je dat? Het is niet aan ons te besluiten welk leven waard is om te worden beschermd.”
De tegendemonstranten staan hier om het „zelfbeschikkingsrecht van de vrouw te verdedigen”, zeggen er enkele. „Wij zijn hier om deze christenen te laten weten dat er ook tegenspraak is”, stelt een jongeman. „Een verbod op abortus is een onaanvaardbaar ingrijpen in de menselijke vrijheid.”
Een jonge studente zegt dat het recht op abortus vandaag „noodzakelijk” is. „Als ik zwanger word, kan ik die baby onmogelijk verzorgen. Studenten kunnen hun kind niet naar de kinderopvang brengen. Je wordt dan gedwongen je studie op te geven en je leven lang er onder gebukt te gaan. Gewoon onmenselijk.”Het gebruik van voorbehoedsmiddelen is geen optie, zegt ze. „Dat kost 60 euro per half jaar. Als abortus verboden zou worden, zou men ook de pil gratis moeten verstrekken. Maar daarover hoor je deze achterlijke mensen niet.”
Een rooms-katholieke priester applaudiseert met de hoed in zijn hand. Hij kijkt naar de verstoorders. Hij is „altijd weer verbaasd” dat linkse mensen geen tegengeluid dulden, zegt hij. „Het is treurig als men verdedigt dat onschuldig leven wordt gedood. Ik heb veel respect voor al deze medestrijders die het ongeboren leven steeds weer verdedigen.”
Voor vrouwen in noodsituaties heeft hij zeker begrip. „Maar worden velen niet door de mannen tot abortus gedwongen? Zij willen wel het plezier, maar niet de plichten. Niemand wordt tot zwangerschap gedwongen. Als je bepaald gedrag vermijdt, heb je geen probleem”, aldus de katholieke geestelijke. „Helemaal mee eens”, zegt een vrouw die dichtbij staat.
De priester wijst op zijn stevige buik. „Als ik niet dikker wil worden, moet ik ook niet elke dag taarten eten.”