Dat bleek vanmorgen uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Nooit eerder leden huishoudens in zo’n korte tijd zo’n groot vermogensverlies door een beursval als in de eerste drie kwartalen van 2008.

Op aandelen verloren Nederlanders 43 miljard euro. De pensioen- en levensverzekerings-reserves namen af met 94 miljard euro, terwijl het obligatie-bezit met 3 miljard euro daalde. De daling is veel groter dan tijdens de beursval van 2001 en 2002, toen de bezittingen van huishoudens met respectievelijk 43 miljard en 56 miljard euro afnamen.

Het CBS maakte verder bekend dat de cao-lonen in 2008 met 3,3 procent zijn gestegen. De lonen gingen daarmee harder omhoog dan de inflatie, die vorig jaar uitkwam op 2,5 procent. De afgelopen tien jaar lag de stijging van de cao-lonen gemiddeld 0,4 procentpunt boven de inflatie.

Wanneer de lonen harder stijgen dan de inflatie, hoeft dat niet te beteken dat mensen er ook in koopkracht evenveel op vooruitgaan. Wat zij netto overhouden is ook afhankelijk van onder meer de premies voor pensioenen.