Democratisch presidentskandidaat Barack Obama heeft deze week gestemd voor president Bush’ nieuwe afluisterwet, die onder meer immuniteit garandeert voor telefoonmaatschappijen die de overheid helpen bij het afluisteren. Dat verwonderde sommige van zijn aanhangers, want eerder dit jaar had hij nog aangekondigd zich tegen immuniteit voor telefoonmaatschappijen te zullen verzetten.
Het was niet de eerste ”flip-flop” van Obama. Hij was aanvankelijk voor publieke financiering van zijn presidentscampagne, maar nadat hij zich in de Democratische voorverkiezingen tot een formidabele fondsenwerver ontwikkelde, besloot hij van het publieke systeem af te zien. Hij hoopt op eigen kracht veel en veel meer geld te kunnen inzamelen dan zijn Republikeinse rivaal John McCain, waardoor deze een moeilijke campagne tegemoet gaat. Een flip-flop? „Een tactisch besluit”, meent Obama’s topadviseur David Axelrod.
Dit soort ’tactische’ wendingen van Obama worden door het campagneteam van McCain uiteraard afgeschilderd als voorbeeld van Obama’s „politieke onbetrouwbaarheid.” Maar McCain heeft ook al verschillende flip-flops achter de rug. Hij verzette zich enkele jaren geleden tegen de belastingverlagingen van president Bush, maar nu zegt hij die belastingverlagingen permanent te willen maken. „Uiteraard om de conservatieve vleugel van zijn Republikeinse Partij voor zich te winnen”, aldus Kohut.
McCain is een uitgesproken verdediger van Bush’ oorlog in Irak, maar dat valt slecht bij veel kiezers. Van de Amerikanen beschouwt 60 procent die oorlog als een „mislukking.” Obama belooft vanaf zijn eerste dag in het Witte Huis te zullen werken aan een concreet vertrekscenario voor de Amerikaanse troepen. McCain wees zo’n scenario tot voor kort resoluut af, maar hij heeft in de algemene verkiezingen in november niet alleen Republikeinen maar ook onafhankelijke kiezers nodig om van Obama te kunnen winnen. En deze laatste groep is zeer negatief over de oorlog in Irak. Dus kwam ook McCain onlangs met een vaag vertrekscenario, hoewel hij nog geen specifieke data wil noemen.
McCain maakte zelfs al een dubbele flip-flop op het gebied van immigratie. Conservatieve Republikeinen willen alle illegale immigranten oppakken en uitwijzen. Het bedrijfsleven is daartegen, want dat heeft deze goedkope werkkrachten nodig. McCain steunde dat standpunt aanvankelijk, maar helde in de Republikeinse voorverkiezingen over naar het conservatieve Republikeinse standpunt. Dat is echter niet erg populair onder de legaal in de VS verblijvende Latijns-Amerikaanse immigranten, die in november een belangrijke groep kiezers vormen. Dus flip-flopte McCain de afgelopen weken terug naar z’n oude positie, omdat hij de steun van deze groep anders dreigt te verspelen.
Er zijn ook denkbeeldige flipflops. Zo zei Obama vorige week dat zijn aanstaande bezoek aan Irak hem in staat zal stellen z’n Irakbeleid te „verfijnen”, te nuanceren. Onmiddellijk riepen de Republikeinen dat hij wat Irak betrof „bijdraaide”, maar Obama wees erop dat nuanceren bepaald niet hetzelfde is als bijdraaien.
Schaden Obama’s tactische manoeuvres zijn kansen op het presidentschap? „Het is misschien irritant voor sommige aanhangers, maar als zulke manoeuvres nodig zijn om in november het Witte Huis te heroveren op de Republikeinen, dan vinden veel Democraten het geoorloofd”, zegt Kathryn Kolbert, voorzitster van de liberale kiezers(lobby)groep People for the American Way.
Andrew Kohut wijst er overigens op dat flip-floppen niet nieuw is. „Woodrow Wilson won in 1916 de verkiezingen met de belofte Amerika buiten de Eerste Wereldoorlog te zullen houden. Het jaar daarop besloten de VS onder zijn leiding zich in die oorlog te mengen. Franklin Roosevelt beloofde in 1932 een sluitende begroting, maar maakte vervolgens enorme overheidsschulden om Amerika uit de depressie te halen. Als gouverneur van Californië beloofde Ronald Reagan indertijd de belastingen niet te zullen verhogen, hetgeen hij daarna toch deed.
Wilson, Roosevelt en Reagan kwamen daarmee weg, maar de oudere Bush niet. Die beloofde de belastingen niet te zullen verhogen. Toen hij dat toch deed, verloor hij vervolgens in 1992 van Bill Clinton. Flip-floppen is politiek, dus niet helemaal ongevaarlijk, maar als zij niet overdrijven komen politici er over het algemeen mee weg”, aldus Kohut.