Gereformeerde Gemeenten bezorgd over identiteit CSFR
De Gereformeerde Gemeenten zijn in toenemende mate bezorgd over de koers van de reformatorische studentenvereniging CSFR.
Uit het vanmorgen behandelde verslag van het deputaatschap voor studerenden blijkt een groot deel van de studenten van de Gereformeerde Gemeenten niet deel te nemen aan activiteiten van het deputaatschap of van reformatorische studentenverenigingen. Het deputaatschap ervaart dat als punt van grote zorg.
In de verslagperiode zijn de gebruikelijke gesprekken gevoerd met de besturen van CSFR en Depositum Custodi (DC). De studentenvereniging Solidamentum heeft ondertussen ook gevraagd om periodiek overleg. Eenderde van de leden van CSFR is lid van de Gereformeerde Gemeenten, bij DC is dat de helft.
De synode riep kerkenraden op aandacht te hebben voor studerende jongeren uit hun gemeente, en predikanten te adviseren zoveel mogelijk bereid te zijn om lezingen te houden voor studentenverenigingen.
Ten aanzien van de CSFR is er bij het deputaatschap al jaren sprake van onvrede over de koers van de vereniging -met name over de contacten met IFES (International Fellowship of Evangelical Students), en ten aanzien van sommige publicaties in het CSFR-orgaan De Civitate. Dit punt van zorg keert de laatste jaren iedere synode terug.
Ook gisteren maakten vele afgevaardigden hun moeite hierover kenbaar. Zij legden bij voorbeeld de vinger bij het uitnodigingsbeleid van de CSFR. „Er worden nogal eens sprekers uitgenodigd die zich met hun opvattingen buiten de gereformeerde belijdenis bevinden.”
Ds. Van Eckeveld noemde een lezing van de rooms-katholieke priester Antoine Bodar. „Daarmee begeeft de CSFR zich niet alleen buiten het reformatorisch gedachtengoed, maar zelfs buiten de kaders van het christendom.”
Ds. G. Clements, voorzitter van het deputaatschap voor studerenden, gaf aan dat er elk jaar een gesprek is met de CSFR waarbij indringend op deze punten wordt doorgepraat. „De zorg van de synode is ook onze zorg. De besturen van de CSFR zijn altijd bereid tot overleg, maar de praktijk blijft erg weerbarstig.”
Enkele afgevaardigden vroegen zich af wanneer het moment gekomen is om de eigen studenten af te raden om lid van de worden van de CSFR. Ds. G. J. van Aalst: „Je wordt er zo moe van. Ieder jaar worden onze zorgen verwoord, maar de ontwikkelingen gaan gewoon door.”
Ds. C. J. Meeuse vreest, als jongeren wordt ontraden zich bij de CSFR aan te sluiten, dat er nog meer studerende jongeren zich vervreemden van de eigen gemeenten. „Velen van onze studerenden zijn lid van de CSFR. Dat is een ontwikkeling die niet te keren is.”
Ds. G. J. N. Moens: „Wat jongeren op de CSFR horen, brengt hen in verwarring. We raken op deze manier onze jongeren niet kwijt aan de wereld, maar aan de godsdienst, en dat is des te erger.”