Opinie

Artikel 36 is actueler dan ooit

Artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) over de overheid blijft de gemoederen bezighouden. De veronderstelling dat een hertaling voor deze problematiek een oplossing zou vormen, berust op een misvatting, vindt mr. dr. J. T. van den Berg

mr. dr. J. T. van den Berg
15 April 2005 10:09

De kloof tussen de theocratische visie op de overheid, zoals de NGB die op basis van Gods Woord vertolkt, en de concrete werkelijkheid is groot. Het uitdragen van de boodschap van dit artikel lijkt in onze dagen een hachelijke zaak. De geest van de tijd ziet godsdienst hooguit als privé-kwestie. Het gedachtegoed van artikel 36 staat daar lijnrecht tegenover. Voeg daarbij nog de onterechte associatie met de fundamentalistische islam en het is begrijpelijk dat artikel 36 onder zwaar vuur ligt.

De veronderstelling dat een hertaling voor deze problematiek een oplossing zou vormen, berust op een misvatting. In de eerste plaats gaat het hier om een geloofsartikel. Het feit dat de inhoud daarvan haaks staat op de huidige realiteit, kan op zichzelf nooit reden zijn voor aanpassing. Er zouden weinig geloofsartikelen overblijven wanneer de feitelijke situatie normatief zou worden.

Onbegaanbaar
Wezenlijk voor geloof is toch dat het zich richt op zaken die men niet ziet! Een geloofsartikel is wat anders dan een politiek program, dat aangepast wordt naar gelang de omstandigheden. Dat is ook de fout geweest van Kuyper, voor wie het onverkorte artikel 36 gezien zijn politieke aspiraties een probleem vormde en die daarvoor langs kerkelijke weg een oplossing forceerde. Het is overigens wel opmerkelijk dat de nazaten van Kuyper in de Protestantse Kerk in Nederland inmiddels het onverkorte artikel 36 alsnog tot hun belijdenis mogen rekenen!

Belijdenisgeschriften zijn niet onfeilbaar. Alleen wanneer men overtuigd zou zijn van strijd met de Schrift, zou men wijziging kunnen overwegen, maar dan in de kerkelijke weg. Bij de huidige kerkelijke verdeeldheid zal dit ook praktisch een onbegaanbare weg blijken.

Dat brengt mij bij een ander punt. In de visie op de verhouding van kerk en staat van artikel 36 is een ongedeelde nationale kerk uitgangspunt. Het herstel van de staat moet dus eigenlijk in de kerk beginnen. Hoewel de overheid zeker haar taak heeft op het publieke terrein is de verwerkelijking van de theocratie ten diepste geen werk van de overheid. „Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden.” De suggestie dat de aanhangers van de theocratische gedachte op antidemocratische wijze hun wil zouden opleggen om de samenleving tot een theocratie om te vormen, is een karikatuur. Als de SGP in ons land daadwerkelijk een meerderheid zou krijgen, zouden er allang fundamentele veranderingen hebben plaatsgevonden. Onmogelijk? Bij de Heere zijn alle dingen mogelijk.

Overboord
De NGB zwijgt over de manier, waarop artikel 36 gestalte dient te krijgen. Dit is zowel haar kracht als haar zwakte genoemd. Ik zou hier niet van zwakte spreken. Het kan toch niet de bedoeling van een geloofsartikel zijn daarin een staatkundig instrumentarium vast te leggen. Dat is bij uitstek de taak van de politiek. De verlegenheid met artikel 36 is wel een duidelijk signaal dat er dringend behoefte is aan verdere doordenking van de theocratische gedachte voor deze tijd, bijvoorbeeld wat betreft de tolerantie…

Laten wij daarin alle energie steken in plaats van telkens artikel 36 ter discussie te stellen. Aan ’hertalen’ is geen behoefte, aan ’vertalen’ wel. En de noodzaak van helder uitleggen is evident.

Artikel 36 is actueler is dan ooit. Waar liggen vandaag de fronten in de geestelijke strijd? De kernboodschap van artikel 36 voor vandaag is dat een overheid nimmer neutraal kan zijn. De staat is geen onzijdig gebied. Dat is een levensgevaarlijk misvatting. Het is de tijd van de radicale doorwerking van het ongeloof in het publieke leven. Een zogenaamd neutrale overheid gaat haar geseculariseerde normstelling als nieuwe staatsgodsdienst steeds meer dwingend opleggen.

Groen van Prinsterer zei reeds dat het liberalisme weliswaar verdraagzaamheid predikt, maar spoedig leidt tot gewetensdwang voor elk die het met de meerderheid oneens is. We zien het gebeuren!

Een helder tegengeluid is essentieel, zolang dat nog kan. De overheid is en blijft dienares van God en moet daarop aangesproken worden: „opdat God van een iegelijk geëerd en gediend worde, gelijk Hij in Zijn Woord gebiedt.”

De vrijheden die we nu nog hebben, zoals de godsdienstvrijheid en de onderwijsvrijheid, staan onder druk. De neiging is groot om ons dan vooral te concentreren op de bescherming van de eigen kring. Daarmee geven we de samenleving echter in feite aan de antichristelijke machten prijs. Daarmee zouden we een van de meest wezenlijke noties van de theocratische gedachte overboord werpen.

Rudimentair
Wij mogen ons het zicht op de gehele samenleving nooit laten benemen vanuit groepsbelang. Dat zou zelfs plichtsverzaking betekenen. De roeping van een christen richt zich op de gehele samenleving. Het kuyperiaanse denken ligt dichterbij dan wij denken!

Ik hoop duidelijk te hebben gemaakt waarom artikel 36 NGB onopgeefbaar is. De chaos en verwarring zal in het licht van de eindtijd alleen maar groter worden. Onze geloofsbelijdenis geeft op bijbelse gronden in die situatie het enige perspectief. Hier blijft alles rudimentair. Maar het theocratisch beginsel draagt in zich de kiem van de volle theocratie na de jongste dag. Dat is gelukkig totaal niet van onze (politieke) activiteit afhankelijk. Wel blijft de christen op staatkundig terrein geroepen tot profetisch getuigenis van dat perspectief.

De auteur was lid van de Tweede Kamer voor de SGP. Dit is het laatste deel in een vierdelige serie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer