Schoof zoekt steun ‘gierige’ EU-landen bij kritiek defensieplan
Premier Dick Schoof wil zich in Brussel blijven uitspreken tegen al te ruimhartig financieel Europees beleid als wordt onderhandeld over een defensieplan. De partijloze minister-president hoopt daarbij op steun van de drie andere lidstaten uit de ‘gierige vier’, zei hij bij zijn wekelijkse persconferentie. Deze gelegenheidscoalitie van Nederland, Oostenrijk, Denemarken en Zweden trok vooral tijdens de coronapandemie samen op als voorstander van financieel behoudend beleid.
Deze landen delen volgens de premier de zorgen die Nederland heeft over financiële stabiliteit en houdbaarheid van schulden. Maar sinds de coronapandemie zijn ook landen uit de ‘gierige’ of ‘zuinige’ vier op sommige punten van mening veranderd over financieel beleid, vooral waar het gaat over Oekraïne. Zo liet de minister van Buitenlandse Zaken van Denemarken afgelopen zomer weten dat zijn land zogeheten eurobonds niet langer uitsluit. Nederland is nog steeds fel tegen zulke gezamenlijke Europese obligaties.
In Nederland leeft volgens Schoof nog steeds het „trauma” van de eurocrisis. Hij vindt het „evident” dat Europa militair moet versterken en dat hier een defensie-industrie moet worden opgebouwd. „Wat wij willen, is dat de financiële stabiliteit blijft, dat is namelijk ook belangrijk.”
Hij wil bijvoorbeeld bij het voorstel van de Europese Commissie om 150 miljard euro aan defensieleningen beschikbaar te stellen aan EU-landen op de rem staan. Deze zullen er volgens Schoof komen omdat ze binnen de huidige regels vallen. Maar bij de onderhandelingen over de invulling wil hij ervoor zorgen dat de definitie van wat defensie-uitgaven zijn niet te ver wordt opgerekt.
Duitsland sloot zich tijdens de coronapandemie soms ook aan bij de zuinige vier. Met dit buurland trekt Nederland volgens Schoof ook nog steeds regelmatig op in Brussel als het gaat om financiële onderwerpen. Maar dat land lijkt inmiddels ook van gedachten te veranderen als het om schulden gaat.