Kerk & religieProtestantse Kerk in Nederland

Ds. Van Mourik met emeritaat: Ik wist me gedragen door het gebed van mijn moeder en oma

Zes gemeenten mocht ds. R.W. van Mourik (67) in de afgelopen 37 jaar dienen. In al die gemeenten waren de mooiste momenten voor hem de ontmoetingen met „ouderen en jongeren die dicht bij God leefden”.

26 February 2025 06:42
Ds. R.W. van Mourik in zijn appartement in Alblasserdam. De predikant ging deze maand met emeritaat. beeld Van der Wal Fotografie, Rens de Groot
Ds. R.W. van Mourik in zijn appartement in Alblasserdam. De predikant ging deze maand met emeritaat. beeld Van der Wal Fotografie, Rens de Groot

Met een preek over de hogepriesterlijke zegen uit Numeri 6:24-26 nam ds. Van Mourik op 16 februari afscheid van de protestantse gemeente Alblasserdam (wijkgemeente Grote Kerk). Twee dagen later stapte de emeritus predikant voor een stedentrip met zijn vrouw op de trein naar Berlijn. In het centrum van de Duitse stad waren de deuren van de Berlijnse Dom, een bedehuis van de Evangelische Kirche, open.

„Er was een dienst gaande, die bijna afgelopen was”, vertelt ds. Van Mourik. „We hoorden de vrouwelijke voorganger nog een uitspraak van Melanchton aanhalen. Aan het eind gaf ze de Aäronitische zegen mee. Het was bijzonder dat die woorden, waarover ik net afscheid had gepreekt, zo weer terugkwamen. Bij het laatste woord –vrede– maakte de voorganger met haar armen een kruisteken. Na afloop hadden we een mooi gesprek met haar en vertelde ze dat dit een oud gebruik is in de lutherse traditie.”

Inmiddels is de predikant weer terug in Alblasserdam. Vanuit de woonkamer in zijn appartement, op een steenworp afstand van de Grote Kerk, kijkt hij uit op een jachthaven. Door het raam bij de open keuken heeft hij zicht op het dak van de pastorie waar hij de afgelopen jaren woonde. Aan de wand hangt een schilderij van de Nieuwe Kerk in Delft, die hij in zijn jeugd bezocht.

„Mijn moeder en oma hadden het verlangen dat een kind of kleinkind predikant zou mogen worden”Ds. R.W. van Mourik, emeritus predikant

Gebed

Als kind wilde Rob van Mourik zendeling worden. „Toen ik iets ouder werd, begreep ik dat je daarvoor taalgevoelig moest zijn, en dat was ik niet. Mijn verlangen werd omgebogen naar het predikantschap.” Daarachter ziet ds. Van Mourik een biddende moeder en oma. „Zij hadden het verlangen dat een kind of kleinkind predikant zou mogen worden. Ik heb me altijd bijzonder gedragen geweten door hun gebed.”

Nadat hij een periode pastoraal werker was geweest in Bergambacht, werd kandidaat Van Mourik in 1987 bevestigd tot predikant van de hervormde gemeente in Meeuwen. „Mijn vicariaat heb ik gedaan bij ds. H. Veldhuizen in Rotterdam-Hilligersberg. In alle zes gemeenten die ik heb mogen dienen, heeft hij me bevestigd. Het was bijzonder dat hij dat ook in Alblasserdam, waar hij eerder zelf gestaan had, kon doen.”

Een mooie kant van het werk als predikant was voor ds. Van Mourik dat hij in alle gemeenten die hij diende, „ouderen en jongeren tegenkwam die dicht bij God leefden en dat uitstraalden, met alle verschillen die er waren. De een was vooral blijmoedig, een ander meer ootmoedig of getuigend. Overal had ik ook mooie gesprekken met gemeenteleden die belijdenis wilden doen.”

Moeilijk waren „de begrafenissen van jonge mensen, kinderen soms nog”. Maar de predikant denkt ook meteen aan de kerkscheuring in 2004. „In Huizen, waar ik toen predikant was, speelde dat nagenoeg niet, maar wel in Sommelsdijk, waarnaar ik in dat jaar een beroep aannam. In die gemeente spreekt men over twee rampen: 1953, de watersnood, en 2004. Ik zag er de pijn van de scheur die door gezinnen heen liep. Dat is echt verschrikkelijk.”

„Het Woord overstijgt allerlei flanken in de gemeente”Ds. R.W. van Mourik, emeritus predikant

Wat leerde u persoonlijk in de loop der jaren?

„Dat je in de prediking zo dicht mogelijk bij het Woord moet blijven. Dat is natuurlijk een open deur, maar in onze tijd wel heel belangrijk. Er is veel aandacht voor het gevoel: een kerkdienst moet je aanspreken en in een gemeente moet je je thuis voelen. Juist in zo’n klimaat is het belangrijk dicht bij het Woord te blijven. Het Woord overstijgt allerlei flanken in de gemeente, de een meer evangelisch, de ander meer traditioneel. Als mensen vallen voor het Woord, kan dat samenbindend werken.”

Welke ontwikkelingen in het kerkelijke leven springen voor u vooral in het oog?

„Behalve de sterke aandacht voor het gevoel is dat de ontkerkelijking. Die grijpt me aan. De Nieuwe Kerk in Delft zat in mijn jeugd aardig vol, met zeker duizend mensen. Als ik er nu een enkele keer weleens voorga, zijn er 150 tot 200 kerkgangers. De tweede dienst wordt op veel plaatsen minder bezocht. Hoe komt het dat mensen die dienst laten schieten? En als die ontwikkeling doorzet, waar eindigt die dan?”

Stemt zo’n ontwikkeling u somber?

„Ik vraag me weleens af hoe het verder zal gaan, ook als ik denk aan mijn eigen kinderen en kleinkinderen. Zullen zij trouw blijven? Toch ben ik niet somber. De Heere bewaart Zijn kerk. Zondagavond las ik de geloofsbelijdenis van Nicea. Als het over Christus gaat, staat daar: „Wiens Rijk geen einde zal hebben”. Veel rijken en machthebbers op aarde hebben een eind, maar het Rijk van Christus zal blijven, en gelukkig zie ik ook steeds weer mensen die daar onderdaan van worden. Dat geeft moed en vertrouwen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer