Kerkrentmeester Kees van Tilborg heeft bij vrijwel elke steen op begraafplaats in Giessen een verhaal
Het Noord-Brabantse dorp Giessen telt één begraafplaats, rondom de hervormde kerk. Vrijwilligers zorgen al vele jaren trouw voor het beheer en onderhoud. Maar: „De jongere generatie staat niet te springen om dat over te nemen.”

Aan de rand van het Noord-Brabantse dorp Giessen, aan het eind van een doodlopend straatje, bevindt zich de hervormde kerk, die plaats biedt aan 280 kerkgangers. Kerkrentmeester Kees van Tilborg (75) opent het gietijzeren hek voor het pad, met aan weerskanten oude graven, dat naar de ingang van het 15-eeuwse bedehuis leidt.
Voordat hij de sleutel in het slot van de kerkdeur steekt, wijst Van Tilborg over de weilanden in de verte, naar een in de jaren negentig aangelegde dijk. „Toen die er nog niet was, hadden we geregeld last van hoge waterstanden.”
Foto’s op het prikbord in de hal van de kerk laten zien dat het water soms tot aan de drempel van de kerkdeur stond. „Het is ooit voorgekomen dat we vanwege het hoge water op zondag geen dienst konden houden.”
Al eeuwenlang worden inwoners van Giessen, gemeente Altena, rondom de kerk begraven. „Dit is de enige begraafplaats in het dorp”, vertelt Van Tilborg, voorzitter van het college van kerkrentmeesters. „We maken geen onderscheid naar kerkelijke gezindte. Als iemand in het dorp is overleden, luiden we altijd de klok, als de familie dat wil, evenals bij de teraardebestelling.”
Wanneer een familie geen rouwsamenkomst in de kerk wil houden, kan ze gebruikmaken van het naastgelegen kerkelijk centrum ’t Dijkhuis, dat dan als aula fungeert. „Het wordt ook vaak gebruikt als gelegenheid voor condoleren en verder om elkaar te ontmoeten en een broodje te eten na afloop van een begrafenis.”
Datheen
Wandelend over het kerkhof wijst Van Tilborg op een gedeelte met allemaal graven van de familie Schouten. Die naam is vanouds verbonden aan een graanhandel, „een van de grootste werkgevers in het dorp, evenals het bedrijf van de familie Hak”.
Op de grafsteen van Marinus Antonie Schouten, overleden in 1970, is Psalm 59:10 te lezen, in de berijming van Datheen: „Want Gy zyt mijn toevlucht alleyne, en in noot mijn beschuttingh reyne: daerom sal ick altijd, o Heer, met lofsangh verbreyden U eer.” Bij de naam van zijn in 1984 overleden weduwe, Janna Versteeg, staat Psalm 130:3, eveneens in de berijming van Datheen.
Op veel grafstenen wordt een psalm –berijmd of onberijmd– of ander Bijbelgedeelte aangehaald, zoals Psalm 23, Psalm 31:16 („Mijn tijden zijn in Uw hand”) en Prediker 12:5 („Want de mens gaat naar zijn eeuwig huis”). Ook regels van christelijke liederen springen in het oog, waaronder ”Abba, Vader, U alleen” en ”Eens als de bazuinen klinken”.
Van Tilborg, geboren en getogen in Giessen, kan bij bijna elke steen wel een verhaal vertellen. Het ene moment wijst hij op het graf van „een van onze oude kosters”, het andere moment op dat van zijn beide ouders, die in 2016 en 2018 overleden. Ook het graf van de in 2021 gestorven kinderbijbelschrijver Evert Kuijt is hier te vinden, met op de steen onder meer de woorden: „Mijn genade is u genoeg.”
Bankjes
Gemiddeld worden er op deze begraafplaats twaalf mensen per jaar ter aarde besteld, bijzettingen in een familiegraf niet meegerekend, vertelt Van Tilborg. In totaal zijn er nu zo’n 400 graven in gebruik, veelal voor een periode van twintig jaar, met de mogelijkheid de grafrechten te verlengen.
In 2007 werd het kerkhof flink uitgebreid. „Een agrariër naast de kerk stopte. We hebben zijn land gekocht. Het weiland werd opgehoogd met grond uit de Biesbosch: geen zware klei en ook geen zandgrond, precies geschikt voor een begraafplaats. Door de uitbreiding is er nog ruimte voor een paar honderd extra graven.”
Op het nieuwe gedeelte hebben sommige graven een andere uitstraling dan op het sobere oude gedeelte. Zo staat er bij het ene graf een beeldje van een brandweerman en bij een ander een van een hond. Op een glazen grafsteen is een grote auto afgebeeld. Mensen zijn vrij om op of rond een graf te plaatsen wat ze willen, zo lang dit binnen het begraafplaatsreglement past, zegt Van Tilborg. „Dat heeft nooit tot problemen geleid.”
Aan de rand van de begraafplaats staan drie bankjes. „De vroegere dodenakker wordt steeds meer een gedenkpark. Je staat er versteld van hoeveel mensen hier komen. Ze kunnen daar dan even gaan zitten, denkend aan hun ouders, broer of zus. Dat is niet verkeerd”, zegt de kerkrentmeester.
Hij wijst ook op twee graven van inwoners van Giessen die aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werden gefusilleerd. „Dit jaar valt 4 mei op zondag en zal daar na de ochtenddienst een krans worden gelegd.”
Tuinman
De beheerder van de begraafplaats is een kerkelijke vrijwilliger, die jarenlang tuinman is geweest. „Hij zorgt ervoor dat het terrein er netjes uitziet. Een kerkrentmeester doet de financiële en de grafadministratie.”
In het verleden werd er vrijwel niets vastgelegd, blikt Van Tilborg terug. „De begraafplaats was toen aanzienlijk kleiner en de beheerder wist precies wie waar begraven lag, maar het stond nergens vermeld. Inmiddels heeft elk graf een nummer en staat alle informatie in een computerprogramma, speciaal ontwikkeld voor begraafplaatsen.”
Recent is een plattegrond van de begraafplaats gemaakt. „Die gaan we plaatsen op een bord bij de ingang. Er komt ook een QR-code op te staan. Als mensen het graf van een bepaald persoon zoeken, kunnen ze via die QR-code achterhalen waar dat ligt.”
In de breedte van de samenleving is er de laatste jaren veel veranderd als het gaat om uitvaarten. Zo nam het aantal crematies sterk toe. Een vraag om as te verstrooien op de begraafplaats in Giessen heeft de beheerder nooit gehad, weet Van Tilborg.
„We hebben een aantal jaren geleden in ons reglement opgenomen dat hier geen plaats is voor een urnenmuur. Wel is daarin nu geregeld dat een urn kan worden bijgezet in een familiegraf. Denk aan een situatie waarin pa overlijdt en wordt begraven. Een paar jaar later overlijdt ma, die gecremeerd wil worden. In dat geval kan de urn in het graf worden bijgezet.”
Zorg
De kerkelijke begraafplaats hanteert dezelfde tarieven als gemeentelijke begraafplaatsen in de nabije omgeving, terwijl de kosten door de inzet van vrijwilligers ongeveer 20 procent lager liggen, berekent Van Tilborg. Behalve de vrijwillige beheerder is er een vrijwillige grafdelver. Bij grotere klussen wordt een beroep gedaan op een groep gemeenteleden.

„Als de financiën van de begraafplaats op orde zijn, mogen we het bedrag dat jaarlijks overblijft, gebruiken voor de instandhouding van onze zelfstandige predikantsplaats. In het verleden hadden we samen met de hervormde gemeente in het naburige Rijswijk een predikant. Sinds de jaren negentig hebben we een eigen predikantsplaats.”
De inzet van vrijwilligers is voor Van Tilborg een punt van zorg voor de toekomst. „Een aantal van hen, zoals de beheerder, is nog vitaal, maar wel op leeftijd. De volgende generatie staat niet te springen om dit werk te doen. Als we in de toekomst een professionele tuinman zouden moeten inhuren, gaat dat in de cijfers lopen. Het zal een steeds grotere uitdaging worden om alles goed draaiend te houden.”