Ds. Siertsema overleefde de oorlog, zijn schoonzoon niet
„Dominee, daar zijn een paar moffen en die vragen bij de koster naar u.” Snel stapte ds. J.W. Siertsema op een fiets en vluchtte. Nog geen drie weken later arresteerden de Duitsers hem alsnog.
De gereformeerde predikant van Haarlem was betrokken bij het verzet. De agenten die hem arresteerden, zagen niet dat er tussen zijn kinderen ook een Joods onderduikstertje stond, al gilde ze in paniek.
Mevrouw Siertsema mocht haar man in de gevangenis bezoeken. Haar gebed dat ze niet zou huilen, werd verhoord, maar nadat haar man uit het zicht was, barstte ze in tranen uit.
Twee maanden na zijn arrestatie werd ds. Siertsema vrijgelaten. Zijn vrouw noteerde in haar dagboek: „Eén gezin, waarvan de moeder ons later vertelde dat de kleinste nooit naar bed ging of ze moest eerst gebeden hebben of Ds. Siertsema weer vrij kwam, stuurde 3 kinderen met een mand waarin enkele flesschen melk, met een briefje erbij: ons bekertje melk is vandaag voor Ds. Siertsema.”
Een aanstaande schoonzoon van de predikant overleefde de oorlog niet. Over hem gaat het volgende hoofdstuk in een boek over het Haarlemse verzet, ”Bureau Smedestraat 9”. Het is uitgegeven door Stichting Corrie ten Boomhuis. Auteur Guus Hartendorf –voormalig politieagent– heeft al veel publicaties over de historie van Haarlem en omstreken op zijn naam staan. ”Bureau Smedestraat 9” is een bloemlezing uit zijn boek uit 1994, ”Politieverzet in Haarlem tijdens de Tweede Wereldoorlog”, aangevuld met nieuwe informatie.
Schuilplaats
Hartendorf beschrijft de inval op 28 februari 1944 bij de familie Ten Boom aan de Barteljorisstraat, waar zes onderduikers zich drie dagen stilhielden in hun schuilplaats, totdat ‘goede’ politieagenten hen hielpen te ontsnappen.
Een van de overvallers was Fake Krist, chef van de beruchte inlichtingendienst. Hij werd enkele maanden later door het verzet doodgeschoten. De Duitsers dachten dat de aanslag vanuit de Sint-Bavokathedraal was gepleegd en wilden de kerk opblazen. Een rechercheur wist dat te voorkomen door een proces-verbaal te vervalsen.
Tal van personen en gebeurtenissen uit het verzet krijgen aandacht in het boek. Sommige verzetsstrijders werden door een list uit de gevangenis bevrijd.
De dood van Evert van Leyenhorst, aanstaande schoonzoon van ds. J.W. Siertsema, blijft wat raadselachtig
Geen traan
De dood van Evert van Leyenhorst, aanstaande schoonzoon van ds. J.W. Siertsema, blijft wat raadselachtig: vergiste hij zich, toen hij door een raam wegvluchtte, en dacht hij in een dakgoot terecht te komen? Hij viel 6 meter omlaag en kwam op zijn hoofd terecht. De Duitsers hielpen hem niet, maar luisterden alleen ingespannen of hij namen van andere verzetsmensen zou noemen. In het ziekenhuis overleed Van Leyenhorst aan een schedelbasisfractuur. Hij was die dag juist twee jaar verloofd.
Mevrouw Siertsema schreef over haar dochter: „O, de uren, de dagen die nu volgden... ik zal niet proberen het weer te geven. Als ik het me weer goed indenk, is er nu maar één danktoon in mijn hart, dat God ons arme verpletterde kind weer nieuwe levensmoed gegeven heeft, zoodat ze weer in staat is haar werk te doen en het leven weer aan kan. O, die 1e avond, hoe moeilijk was ’t voor mijn man (die het eerst de boodschap kreeg) het haar te zeggen. Maar ’t hoefde niet: „Is hij dood, Vader?” Vader schreide. Toen wist ze genoeg.”
„En dan die vraag aan haar vader op de ochtend van zijn begrafenis: „U hebt weleens gezegd dat U onze trouwtekst al wist, Vader, mag ik die dan nú nog weten?” Als een schim zoo doorschijnend en teer ging ze aan de arm van Vader achter de lijkbaar, zonder één traan te laten. Ja, dát was het aangrijpende in dit lijden, de vaste overtuiging: zoo God doet is het altijd goed en tegelijk: ik kan hém niet missen, wat heeft mijn leven nog voor zin, mag ik ook niet heengaan?”
Bep (later noemde ze zich Berthe) Siertsema, Van Leyenhorsts verloofde, en de andere gezinsleden gaven hun verzetswerk niet op en hebben later nog gevangengezeten. Berthe werd de tweede vrouwelijke hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en trouwde op 60-jarige leeftijd alsnog: met de bijna 75-jarige oud-burgemeester van Hilversum.
De woning waaruit Van Leyenhorst probeerde te vluchten, was van Hendriek Breukelaar-Verburg. Bij haar heeft onder anderen Helena Th. Kuipers-Rietberg ondergedoken gezeten, de bekende ”tante Riek” die samen met ds. F. Slomp –Frits de Zwerver– de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) oprichtte.
Een van de onderduikers van de familie Ten Boom, Hans Poley, was volgens zijn vervalste persoonsbewijs hulpprediker
Preek
Een van de onderduikers van de familie Ten Boom, Hans Poley, was volgens zijn vervalste persoonsbewijs hulpprediker. Hij had een aanstellingsbrief van de Gereformeerde Kerken gekregen als dekmantel voor zijn verzetswerk. Hij werd in Soest gearresteerd en kwam in Kamp Amersfoort terecht. Twee ouderlingen die daar ook gevangenzaten, hoorden dat hij hulpprediker was en vroegen hem met Pasen te preken. Poley durfde niet te weigeren, want dan zou de vervalsing kunnen uitlekken. Hij hield toen zijn eerste preek, over een catechismuszondag die hij ooit uit zijn hoofd had moeten leren. Wat de ouderlingen ervan vonden, staat niet in het boek.
Guus Hartendorf heeft het allemaal levendig beschreven. Als een monument voor mensen die zich teweerstelden tegen de vijandelijke overheersing. Velen moesten het met de dood bekopen.
Bureau Smedestraat 9. Knooppunt van Haarlems verzet in de Tweede Wereldoorlog, Guus Hartendorf; uitg. Stichting Corrie ten Boomhuis; 192 blz.; € 18,50