President Colombia verklaart oorlog aan rebellengroep ELN
Een hernieuwde golf van geweld trekt over Colombia. In een week tijd vielen meer dan 110 dodelijke slachtoffers bij confrontaties tussen gewapende groepen in verschillende delen van het land. President Gustavo Petro heeft de noodtoestand afgekondigd vanwege het geweld.
De meest gewelddadige confrontaties vonden plaats in de regio Catatumbo, in het noordoosten van Colombia op de grens met Venezuela. Daar voerde de linkse rebellengroepering ELN in de afgelopen vijf dagen bloedige aanvallen uit op FARC-EMC, een dissidente groepering van de voormalige FARC, die de vrede met de regering nooit erkend heeft.
Daarbij vermoordde ELN minstens zes ex-strijders van de FARC die de wapens wel hadden neergelegd, maar volgens ELN „samenwerken met FARC-EMC”. Volgens getuigen werden ze aangehouden en op straat doodgeschoten. Ook werden twee mensenrechtenactivisten vermoord en zijn minstens dertig mensen ontvoerd, volgens de VN-vertegenwoordiger voor mensenrechten in Colombia.
Met de aanvallen wil ELN de macht terugkrijgen over de cocaïnehandel in Catatumbo, een van de regio’s met de meeste cocateelt van Colombia. De aanvallen zouden volgens het medium Infobae een vergeldingsactie zijn voor het kwijtraken van een grote lading cocaïne afgelopen november, waarmee een crimineel pact tussen de twee groepen om elkaar met rust te laten tot een einde zou zijn gekomen.
Pad van de oorlog
Het geweld heeft grote consequenties voor de burgerbevolking van Catatumbo. Bij de gevechten tussen de twee groeperingen zijn in de afgelopen dagen meer dan 36.000 bewoners ontheemd geraakt. Zij vluchtten naar steden in de regio en een duizendtal stak de grens over naar Venezuela.
In reactie op het geweld kondigde president Petro afgelopen maandag de noodtoestand af in het land, waarmee de president de controle over het gebied wil terugkrijgen. In een tweet op X verklaarde Petro de oorlog aan ELN. „ELN heeft het pad van de oorlog gekozen en zal dat ook krijgen”, schreef de president. In de afgelopen twee jaar voerde zijn regering weinig succesvolle vredesonderhandelingen met de van oorsprong marxistische rebellengroepering, die volgens Petro van een „rebellenbeweging naar een gewapende narco-organisatie” is getransformeerd.
Het uitroepen van de noodtoestand geeft de president de macht om „buitengewone maatregelen” te nemen om de openbare orde in Catatumbo te herstellen, voor een periode van maximaal negentig dagen. Dat geeft hem bijvoorbeeld de mogelijkheid om de regio te militariseren, zoals in buurland Ecuador, waar president Daniel Noboa een jaar geleden dezelfde noodtoestand uitriep naar aanleiding van het extreme bendegeweld in dat land.
Militaire vuist
In de afgelopen week laaide ook in andere delen van het land het geweld op. Gewapende confrontaties tussen dissidenties van de FARC in Amazoneregio Guaviare leidden tot minstens twintig doden. In de noordelijke regio Bolívar vielen nog eens tien doden bij gevechten tussen de paramilitaire groepering Clan del Golfo en ELN.
Petro staat nu voor de enorme opgave om de rust terug te brengen in het land. Zijn tactiek om te onderhandelen heeft vooralsnog weinig opgeleverd, en heeft volgens critici de gewapende groepen juist meer macht gegeven. Nu laat hij zijn militaire vuist zien.
De maatregel kwam de president op forse kritiek te staan van onder andere de rechtse ex-president Iván Duque, die in 2021 zelf de noodtoestand wilde uitroepen in Catatumbo, wat Petro destijds als „dictatoriaal” bestempelde. Duque op zijn beurt noemde Petro’s besluit in een tweet op X gemotiveerd door „politiek opportunisme”.
Oud-burgemeester van Bogota Claudia López weet de veiligheidscrisis aan Petro’s beleid voor Totale Vrede, waarbij hij door middel van onderhandelingen met alle gewapende groepen in het land de vrede hoopte te bewerkstelligen. „Geen vrede, geen veiligheid, geen regering. Alleen chaos”, oordeelde López op X.