Workshop brengt ex-FARC strijders en slachtoffers bij elkaar
Fotograferen voor vrede: dat is het idee achter Colectivo Miradas, een collectief van voormalige FARC-strijders die na het tekenen voor de vrede hun geweren verruilden voor camera’s. Met workshops in fotografie en filmen brengen ze ex-guerrillero’s en slachtoffers van het conflict bij elkaar om samen het vredesproces zichtbaar te maken en te werken aan verzoening.
„Camera’s, klaar? Een, twee, drie, actie!” Drie jongeren beginnen te filmen. Presentator Cesar Mosquera (18) richt het woord aan Linda Gutierrez (22). „Hoe was het om op te groeien als kind van een guerrillero? Werd je daarom gestigmatiseerd?”
Gutierrez neemt de microfoon over en begint te vertellen. „Ik was zeven jaar toen mijn vader werd opgepakt en werd vastgezet op beschuldiging van het strijden met de FARC. Dat was heel moeilijk. Ik had altijd veel vrienden, maar opeens begonnen zij afstand van mij te nemen. Mensen op straat wezen naar me, hadden hun oordeel klaar. Ook ik begon aan mijn vader te twijfelen. „Zou het waar zijn wat ze over hem zeggen?” vroeg ik me af. Ik werd bang voor hem.”
„Ik was zeven jaar toen mijn vader werd opgepakt en werd vastgezet op beschuldiging van het strijden met de FARC” - Linda Gutierrez, kind van guerrillero
We zijn in Neiva, in het Zuid-Colombiaanse departement Huila. De stad aan de Magdalenarivier is het toneel van een zogenaamde ”Semillero de Paz”, ofwel een Broedplaats voor Vrede. Tijdens deze vijfdaagse workshop zet een groep van 25 cursisten de eerste stappen in film en fotografie, en leren ze om het Colombiaanse vredesproces zichtbaar te maken met hun camera’s.
Oefening in verzoening
Fotografie voor de vrede, is het idee daarachter. Zo krijgen de cursisten les over de inhoud en uitvoering van het vredesakkoord –waar een meerderheid van de Colombiaanse bevolking tijdens een referendum in 2016 tegen stemde, uit rancune, frustratie of onwetendheid over meer dan een halve eeuw van burgeroorlog– en krijgen ze een stoomcursus fotograferen, filmen en editen van professionele Colombiaanse fotografen en filmmakers. Vervolgens gaan de cursisten aan de slag met projecten met die elk een ander aspect van het Colombiaanse vredesproces belichten.
De workshop is een initiatief van Colectivo Miradas (”blik” of ”kijk” in het Spaans), een collectief van oud-strijders van de FARC die na het tekenen van de vrede hun wapens verruilden voor camera’s. Sinds 2021 organiseert het collectief workshops in de regio’s die het meest geleden hebben onder het gewapend conflict met de FARC. De workshops brengen uiteenlopende bevolkingsgroepen bij elkaar: van ex-guerrillero’s tot slachtoffers van diezelfde guerrilla, leden van inheemse, boeren- en Afro-gemeenschappen, leiders van burgerorganisaties, en kinderen van al deze groepen.
Dat maakt de workshops ook een oefening in verzoening tussen daders en slachtoffers. Verenigd door een interesse in de camera, werken ze gedurende vijf dagen samen aan het maken van vrede. „We kunnen niet eeuwig in haat blijven leven”, zegt Diana Pajaro Paredes (42), een van de deelnemers van de workshop. In 2009 verdreven guerrillero’s van de FARC haar van het landgoed waar ze werkte. „Ik moest halsoverkop vluchten, met mijn dochter van een paar jaar oud.” Nu maakt ze een documentaire over het vredesproces, in een groep met andere slachtoffers en ex-guerrillero’s. „Vergiffenis begint bij jezelf. Met het zoeken naar begrip voor de ander, en het ondernemen van actie.”
Ontworteling
Het merendeel van de cursisten is jongere, waaronder de zoons en dochters van guerrillero’s en andere kinderen die opgroeiden in dezelfde burgeroorlog. Zoals Jimena Rodriguez (28), Britny Barrera (15) en Tatiana Aquite (18), die deze dagen gezamenlijk een fotoserie maken. Barrera werd geboren in de jungle, als dochter van twee guerrillastrijders. Aquite is slachtoffer van dezelfde guerrilla. En Rodriguez is de dochter van een boerenleider en militant van de FARC, die na het vredesakkoord de wapens opnam als dissident.
Alle drie zijn ze ontheemd door het gewapend conflict. Het onderwerp van hun fotoserie is daarom ”ontworteling”. Zo vluchtte Aquite 12 jaar geleden uit haar inheemse reservaat in het departement Cauca. „De FARC kwamen aan onze deur en zeiden tegen mijn vader dat hij een van zijn kinderen aan de guerrilla moest geven”, vertelt Aquite, terwijl ze een groene sjaal van wol haakt. „Maar mijn vader weigerde en daarom zijn we gevlucht.”
De sjaal die ze maakt verwijst naar het thuis dat ze moest achterlaten als gevolg van het guerrillageweld. „We willen de foto’s omlijsten met iets dat afkomstig is uit ons territorium, symbool voor onze ontworteling”, legt haar groepsgenoot Rodriguez uit. „We maken een groen-witte fotolijst met een gehaakte rugzak in wit en rood. Het zijn de kleuren van onze vlag: rood staat symbool voor het bloed dat we vergoten hebben, wit vertegenwoordigt onze onophoudelijke strijd voor vrede, en groen staat voor de bossen die ons territorium bedekken.”
Acht jaar na de ondertekening van het vredesakkoord is de vrede nog steeds ver weg in grote delen van Colombia. Rodriguez moest enkele maanden geleden haar boerengemeenschap in het aangrenzende departement Caquetá ontvluchten. Ze wordt bedreigd door de dissidenties van de FARC die sinds de pandemie de macht hebben overgenomen in het rurale gebied waar ze opgroeide. „De guerrilla is altijd aanwezig geweest waar ik vandaan kom. Het is de plek waar de guerrilla ontstaan is (in de jaren 60, YB). Sinds het vredesakkoord vechten nieuwe groepen om controle over het gebied dat de FARC achterliet. We leven tussen confrontaties, bloedbaden en gedwongen ontheemding. Gisteren stapte een meisje van 9 jaar op een landmijn, en raakte haar onderbeen kwijt. Dat maakt me heel verdrietig.”
Bombardement
De belangrijkste oorzaak voor de heropleving van het geweld is de gebrekkige uitvoering van het vredesakkoord. Acht jaar na het tekenen van de vrede is nog geen derde van de afspraken uit het akkoord volledig geïmplementeerd, blijkt uit het jaarlijkse rapport van het Kroc Instituut voor Internationale Vrede Studies, dat de uitvoering van de akkoorden overziet. Zo staat de uitvoering van een van de belangrijkste punten uit het akkoord –de ontwikkeling van rurale gebieden en een eerlijkere verdeling van landbouwgrond– nog steeds in de kinderschoenen, rapporteert Kroc. Ook van de re-incorporatie van ontwapende FARC-strijders is weinig terechtgekomen: na acht jaar hebben zij nog steeds geen toegang tot land of productieve projecten om een nieuw leven op te bouwen. Uit onvrede over de situatie hebben vele gedemobiliseerde strijders de wapens weer opgepakt.
Ook Rodriguez’ vader, voor het vredesakkoord een ‘militieman’ van de FARC, voegde zich bij de dissidenties. „Na het tekenen van de vrede werkte hij met de vereniging van lokale boeren om het gebied te ontwikkelen. Zoals toegang tot land, het bouwen van huizen en projecten om koffie en andere gewassen te verbouwen. Het territorium bloeide op onder zijn leiderschap. Maar dat veranderde met de pandemie, toen de guerrilla’s de controle overnamen”, vertelt Rodriguez.
„Drie jaar geleden kwam hij om bij een bombardement.” Ze slikt, en veegt haar tranen weg. „Het is mijn vader die me inspireert om te blijven inzetten op vrede. Ik wil zijn nalatenschap voortzetten, met een andere benadering. Vanuit sociaal werk, met een focus op rurale ontwikkeling. Hopelijk kan ik ooit terugkeren naar mijn territorium.”
„Het is mijn vader die me inspireert om te blijven inzetten op vrede” - Jimena Rodriguez, dochter van FARC-militant
Barrera raakte eveneens ontheemd uit het dorp Algeciras, waar ze woonde sinds haar ouders de wapens neerlegden. „Mijn moeder ontvangt bedreigingen. Ik maak me zorgen om mijn ouders, ik ben bang dat ze vermoord worden”, zegt de vijftienjarige, die samen met haar moeder deelneemt aan de workshop.
Voor de fotoserie maken de drie portretfoto’s van elkaar, hun ogen bedekt met bladeren voorzien van zwarte kruizen. „De foto’s verbeelden het verloren gevoel van ontheemd zijn”, zegt Rodriguez. Hoe kan fotografie bijdragen aan het maken van vrede? Rodriguez: „Fotografie is het vastleggen van herinneringen. We kunnen er de schade mee zichtbaar maken, en de goede dingen die kunnen voortvloeien uit verandering. Wij willen vrede. Dat is onze boodschap, en de reden waarom we hier zijn.”
Zichtbaar maken
Het Collectief Miradas begon in 2020 als een Instagramaccount van fotograferende ex-FARC-strijders. Dat had een trieste aanleiding: in de eerste vier jaar van het vredesakkoord werden ruim 250 ondertekenaars van het vredesakkoord vermoord. De meest dodelijke jaren waren 2019 en 2020, met respectievelijk 77 en 73 vermoorde ex-guerrillero’s. Meer dan duizend oud-strijders besloten een protestmars naar hoofdstad Bogota te organiseren, om de uitvoering van het vredesakkoord te eisen, met garanties voor de bescherming van hun levens.
Tijdens die protestmars in 2020 zag Collectief Miradas het licht, vertelt Gina Parra, een van de oprichters. „Het oorspronkelijke idee was simpel: het zichtbaar maken van het vredesproces met fotografie. We zeiden tegen elkaar: we hebben zo veel foto’s van voor en na het akkoord, waarom verzamelen we die niet op een Instagramaccount? En zo begonnen we met het oproepen van fotografen in alle regio’s waar de ondertekenaars van het akkoord werken aan processen van re-integratie.”
Dat idee kreeg een jaar later vastere vorm met een workshop van Federico Ríos en Jesús Abad Colorado, twee van Colombia’s meest gerenommeerde fotografen die beiden jarenlang het conflict vastlegden. „Wij vroegen Ríos om ons een fotografiecursus te geven. Hij ging akkoord, maar stelde één voorwaarde: dat het ook een workshop voor de gemeenschap moest zijn, en niet alleen voor ondertekenaars van het vredesakkoord. Dat vonden we een geweldig idee, en zo begonnen we met het zoeken naar sponsors om die ontmoeting mogelijk te maken”, vertelt Parra.
Naar elkaar luisteren
En zo kwam het collectief bij de Europese Unie terecht, dat met een Fonds voor de Vrede bijdraagt aan de re-integratie van oud-FARC soldaten in Colombia. Ook de VN droeg bij, en zo organiseerde het collectief de eerste workshop fotografie voor de vrede, in 2021, in het departement Cesar. Sindsdien is het collectief uitgegroeid tot de huidige stichting die met workshops in de verschillende conflictregio’s van het land fotografen opleidt om processen rond het vredesproces vast te leggen.
Parra: „Het collectief is een vorm van verzet tegen de individualistische maatschappij, en een oefening in vrede en verzoening. Dat gaat veel verder dan een foto van een omhelzing. Verzoening is het mogelijk maken dat verschillende werelden elkaar ontmoeten, naar elkaar luisteren en elkaar begrijpen, hun twijfels en gedachten uitspreken. Dat slachtoffers naar de workshops komen en zeggen: Luister, jullie hebben mijn oom ontvoerd, maar toch zijn we hier, verenigd door onze passie voor de camera.”
Daar is Tatiana Aquite het levende voorbeeld van. Sinds de guerrilla haar familie op de vlucht deed slaan, is ze in eenzaamheid opgegroeid, zonder contact met andere kinderen. „Uit angst voor de bedreigingen van de guerrilla hield mijn vader ons verborgen. Ik heb nooit met andere mensen kunnen samenleven, of vrienden kunnen maken. Mijn studie deed ik op afstand. Het is voor het eerst dat ik weer iets kan delen met andere mensen.” Ook Aquite begint te huilen. Maar bij de eindpresentatie houdt zij de ingelijste foto’s vast en spreekt het publiek toe met de woorden: „Nu geloof ik dat er vrede zal zijn.”
„Ik heb nooit met andere mensen kunnen samenleven, of vrienden kunnen maken. ” - Tatiana Aquite, slachtoffer van guerrillastrijders