112 voor christenen redt levens in India
Als je in gevaar bent, bel je 112. Maar wat als je vervolgd wordt om je geloof en de politie niets voor je doet? Voor duizenden christenen in India is er een ander levensreddend telefoonnummer: de UCF-hulplijn.
In de stille uren van de nacht rinkelt Rawats telefoon. Hij neemt op en hoort een paniekerige stem aan de andere kant van de lijn. Een jong meisje smeekt om hulp: „Mijn vader is gearresteerd door de politie. Kunnen jullie hem redden?” Rawat, vrijwilliger bij de UCF-hulplijn, blijft kalm. Terwijl hij het meisje geruststelt, mobiliseert hij een netwerk van advocaten en activisten.
Het zijn zulke schrijnende gevallen die hem niet loslaten, vertelt de dertiger. Samen met tientallen andere vrijwilligers bemant Rawat dag en nacht de hulplijn van het United Christian Forum (UCF), een koepel van christelijke organisaties die christenen in India bijstaat bij vervolging om hun geloof. Voor duizenden christenen is het nummer letterlijk een reddingslijn. „Het werk is zwaar, maar ook ongelooflijk betekenisvol.”
De jonge Indiër doet zijn verhaal in een onopvallend kantoor in de Indiase hoofdstad Delhi. Niets wijst erop dat hier een organisatie is gehuisvest die zich inzet voor vervolgde christenen. En dat is ook precies de bedoeling, zegt Rawat. De groep is al vaker doelwit geweest van de Indiase autoriteiten. Hij wil daarom ook niet onder eigen naam in de krant.
Onschatbare waarde
In 2014, na de verkiezingswinst van de hindoenationalistische partij BJP, nam het geweld tegen religieuze minderheden snel toe. Een serie aanvallen tegen kerken en christelijke scholen zette een groep van vijftien christenen, afkomstig uit verschillende denominaties, in 2015 aan tot actie, vertelt A.C. Michael in zijn kantoor in het industriële hart van New Delhi. De rooms-katholieke bedrijfsmanager is een van de initiatiefnemers en momenteel nationaal coördinator van de hulplijn. „Er was een groeiende angst onder de christelijke gemeenschap.” India telt circa 30 miljoen christenen, op een bevolking van zo’n 1,4 miljard.
Deze maand viert de hulplijn haar tienjarig bestaan, waarin het meer dan 18.000 oproepen heeft gekregen. Hoewel niet elke oproep een vervolgingsincident betreft, vervult het nummer een cruciale rol. „Soms bellen mensen alleen om te horen dat we er zijn, dat we hen zullen helpen als het nodig is. Die geruststelling alleen al is van onschatbare waarde”, zegt Rawat, die al zes jaar als vrijwilliger bij de hulplijn werkt.
Een telefoontje zet een zorgvuldig gecoördineerd proces in gang. Wanneer iemand belt, wordt de oproep doorgeschakeld naar een van de beschikbare vrijwilligers. Rawat legt uit: „We hebben een netwerk van mensen die oproepen ontvangen op hun mobiele telefoon. Als de eerste persoon niet opneemt, schakelt het systeem automatisch door naar de volgende.”
Deze werkwijze zorgt ervoor dat er altijd iemand beschikbaar is, zelfs midden in de nacht. „Ik heb weleens oproepen gehad om twee uur ’s nachts of vier uur in de ochtend. Soms moet je direct handelen om slachtoffers te helpen”, voegt Rawat eraan toe. Als bijvoorbeeld een pastor onterecht wordt gearresteerd, neemt de organisatie contact op met lokale advocaten om juridische bijstand te verlenen.
Vechten
Soms bellen activisten naar het politiebureau om de situatie te verifiëren en druk uit te oefenen op de autoriteiten. In ongeveer 30 tot 40 procent van de gevallen leidt deze aanpak ertoe dat slachtoffers direct worden vrijgelaten, zonder dat er een officiële aanklacht wordt ingediend, stelt Rawat, die zelf een juridische achtergrond heeft. „De politie weet dan dat er mensen meekijken en dat maakt agenten soms terughoudend om onterecht geweld of arrestaties door te zetten.”
Maar niet alle zaken zijn zo eenvoudig. Soms staan lokale autoriteiten onder druk van extremistische groepen of politieke leiders, wat juridische stappen onvermijdelijk maakt, zoals het aanvragen van borgtocht of aanvechten van de zaak in de rechtbank. De UCF blijft betrokken tot het einde van het proces, zelfs als dit jaren duurt. „Als iemand vals wordt beschuldigd en veroordeeld, gaan we in beroep en blijven we vechten tot gerechtigheid is geschied”, zegt Rawat. Dit alles gebeurt zonder kosten voor de slachtoffers, dankzij donaties van kerken en andere organisaties.
De hulplijn vergroot ook het juridisch bewustzijn van slachtoffers, die vaak hun rechten niet kennen of niet weten hoe ze een klacht moeten indienen. Rawat legt uit: „Als een predikant zonder aanklacht wordt gearresteerd, adviseren we families direct online een klacht in te dienen. Dit voorkomt dat de politie later een vals verhaal creëert.” Dankzij deze strategie krijgen slachtoffers sneller gerechtigheid.
Valse aanklachten
De situatie voor christenen in India is de afgelopen jaren drastisch verslechterd, blijkt uit cijfers van UCF. Het aantal incidenten dat de organisatie documenteerde, is sterk gestegen: van 100 in 2014 naar meer dan 800 vorig jaar. De incidenten variëren van fysieke aanvallen en verstoringen van kerkdiensten tot intimidatie. „Als dit nummer er niet was, zouden we het niet weten”, zegt Michael. Volgens hem zijn de voorvallen nog maar het topje van de ijsberg. „Veel mensen weten niet van de hulplijn af. Zo blijven incidenten buiten ons zichtveld.”
Aanjagers van het geweld zijn antibekeringswetten, zoals die in 2021 werden ingevoerd in de noordelijke staat Uttar Pradesh. „De bewijslast ligt bij de beschuldigde”, zegt Rawat. „Dit maakt het bijzonder gemakkelijk voor radicale hindoes om valse aanklachten in te dienen. De impact van deze wetten is groot. Voorgangers worden gearresteerd op beschuldigingen van gedwongen bekeringen tot het christendom, zelfs wanneer ze simpelweg een gebedsbijeenkomst organiseren.”
Daarnaast spelen sociale media een negatieve rol. „Sinds internet goedkoper werd in 2016, hebben steeds meer mensen toegang gekregen tot sociale media. Die zijn een belangrijk instrument geworden om haat en verkeerde informatie te verspreiden”, legt Rawat uit. Extremistische hindoegroepen gebruiken platforms als Facebook en WhatsApp om valse verhalen te verspreiden. Extreem gewelddadige aanvallen komen veelvuldig voor (zie: ”Evangelist Baboo raakte zijn been kwijt”).
Vijandiger
Hoewel de hulplijn al veel bereikt heeft, zijn er ook de nodige uitdagingen. Michael wijst op de noodzaak van meer middelen en personeel. „We hebben meer hulplijnmanagers nodig, vooral in staten waar veel incidenten plaatsvinden, zoals Uttar Pradesh. Daarnaast moeten we inspelen op de taalkundige diversiteit van India door mensen aan te nemen die lokale talen spreken.”
Ook de politieke druk blijft een probleem. Twee jaar geleden moest de UCF haar website met documentatie over vervolging offline halen uit angst voor politieonderzoek. „We werden beschuldigd van het fabriceren van incidenten”, vertelt Michael, die benadrukt dat de UCF de voorvallen altijd zorgvuldig op waarheid onderzoekt. „Hoewel we zijn vrijgesproken, blijven we voorzichtig. De politieke omgeving in India wordt steeds vijandiger.”
Ondanks deze uitdagingen blijft het bestaan van de hulplijn cruciaal, benadrukt Michael. Hij wijst erop dat er talloze incidenten tegen minderheden in India plaatsvinden, zonder dat de regering actie onderneemt. „Dat maakt duidelijk dat we voor onszelf moeten opkomen, en daar is deze hulplijn ontzettend belangrijk voor. Zonder deze hulplijn zouden al deze christenen volledig aan hun lot worden overgelaten.”
De echte naam van Pradeep Rawat is bekend bij de redactie.