PolitiekUitspraak Greenpeacezaak

Zit de rechter in de Greenpeacezaak niet te veel op de stoel van de politiek?

Via een juridische bodemprocedure lijkt Greenpeace erin geslaagd landbouwminister Wiersma te dwingen haar stikstofbeleid te intensiveren. Kan dat zomaar en hoe zit dat precies? Vier vragen, vier antwoorden.

22 January 2025 16:31Gewijzigd op 23 January 2025 08:34
Directeur Andy Palmen (m.) van Greenpeace met een groep medestanders voor de deur van de rechtbank. beeld ANP, Koen van Weel
Directeur Andy Palmen (m.) van Greenpeace met een groep medestanders voor de deur van de rechtbank. beeld ANP, Koen van Weel

Wat zegt de wet?

Greenpeace maakt gebruik van een actierecht dat al sinds 1994 in de wet staat. Het betreft het artikel uit het burgerlijk wetboek over de zogenoemde collectieve acties. Dat zijn acties waarbij verenigingen en stichtingen opkomen „voor de gelijksoortige belangen van andere personen”.

Dergelijke algemeenbelangacties zijn er in soorten en maten. Zo kunnen ze wel of niet worden gecombineerd met het indienen van een massaschadeclaim. Om ze succesvol te kunnen aanspannen, moet de indiener voldoen aan diverse eisen. Eén daarvan is de representativiteitseis, oftewel: komt de indiener op voor de groep of de belangen waarvoor hij zegt op te komen?

In de Greenpeacezaak werd de milieuorganisatie geacht representatief te zijn vanwege de omvang van de achterban, het aantal ontvangen steunbetuigingen voor het aanspannen van de zaak en het aantal eerder gevoerde acties met hetzelfde doel: het beschermen van de natuur.

Mooi dat het kan; zo’n algemeenbelangactie beginnen…

Zeker, al is er sinds 1994 wel het nodige veranderd; ook in de manier waarop belangenorganisaties deze mogelijkheid gebruiken. Zo is het voor sommige belangenorganisaties bijna onderdeel geworden van de dagelijkse bezigheden om strategische procedures tegen de Staat te voeren, puur om zo te proberen beleidswijzigingen af te dwingen. Vaak gebeurt dat dan ook nog eens op momenten waarop er over dezelfde thema’s ook een verhit politiek debat gaande is.

Wint een belangenorganisatie zo’n zaak dan lijkt het of de rechter op de stoel van de politiek gaat zitten en het kabinet dwingt harder te lopen dan een Kamermeerderheid op dat moment wil.

Kortom, het is tijd om dit artikel weer eens tegen het licht te houden?

Zeker, en dat gebeurt ook volop. Zo stemde een Kamermeerderheid in februari 2023 voor een motie van SGP, BBB en JA21 die de regering vroeg een verkenning uit de voeren naar de vraag of de representativiteitsvereiste voor het mogen voeren van een algemeenbelangactie niet moet worden aangescherpt.

Suggesties die de SGP daarvoor deed, zijn onder meer dat de personen voor wie de organisatie met een algemeenbelangactie zegt op te komen, financieel moeten bijdragen aan de actie. Of dat uit een onderzoek naar de herkomst van donaties moet blijken dat een minimumdeel daarvan van leden afkomstig is.

In het regeerprogramma van het kabinet-Schoof valt te lezen dat er onderzoek zal worden gedaan naar de voors en tegens van het stellen van nadere vereisten aan de representativiteit. Het is aannemelijk dat het kabinet hiermee verwijst naar een al geplande wetsevaluatie die voor 2025 op de planning staat.

Wat vinden juristen van de manier waarop rechters algemeenbelangacties beoordelen?

Sommigen bekritiseren de door de jaren heen gegroeide praktijk, terwijl anderen die juist verdedigen. De rechtsgeleerden Marc Loth en Rob van Gestel nemen een interessante tussenpositie in. Zij wijzen erop dat dit artikel behalve steeds vaker ook steeds strategischer lijkt te worden ingezet. Om zich vervolgens af te vragen hoe handig het is dat rechters deze algemeenbelangacties nog altijd met dezelfde instrumenten moeten afdoen als dertig jaar terug.

Grofweg kan de rechter zichzelf onbevoegd verklaren, in een verklaring voor recht uitspreken dat de aangeklaagde partij onrechtmatig handelt en een rechterlijk bevel of verbod uitspreken; al dan niet in combinatie met het opleggen van een dwangsom.

Nog een complicatie: als die dwangsom wordt opgelegd, aan wie moet die dan worden uitgekeerd? Aan de procederende belangenorganisatie? Dat zou een verkeerde prikkel kunnen zijn.

Zou het, zo opperen de twee, niet veel effectiever zijn als de rechter de politiek voortaan niet langer een bindende aanwijzing geeft, maar in plaats daarvan uiteenzet wat hoger recht van alle partijen vergt? En rechter, wetgever en bestuur er op die manier toe bewegen intensiever samen te werken. Verplichte mediation zou een van de opties kunnen zijn. Te denken valt ook aan een rechterlijke opdracht aan de staat om voortaan elke twee maanden te rapporteren over de gemaakte voortgang. Of zou het wat zijn als de rechter het toezicht op de voortgang in de naleving in handen legt van een door hem benoemde commissie?

Het laatste woord is hierover nog niet gezegd.

„Rechter moet aansturen op intensievere samenwerking tussen rechtspraak, wetgever en bestuur” - Marc Loth en Rob van Gestel, rechtsgeleerden

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer