Jack en Henri betaalden smeergeld in Servië
Jack Schoonhoven (46) en Henri Kragt (48) vervoerden afgelopen zomer kussens, pampers en voedsel naar vluchtelingenkampen rond Athene en Lesbos. De eigenrijders en hun bijrijders (beide trucks reden dubbel bemand) deden dit vrijwillig. Deze aflevering: een pak koffie als betaalmiddel.
Na een week op pad te zijn geweest tuften Jack en collega Rijk van Boven de Scania S650 V8 met lege trailer Noord-Macedonië binnen zonder douanedocumenten. Geen vuiltje aan de lucht, dachten ze. Totdat ze Servië wilden binnenrijden.
Een douanier vertelde Jack dat ze een briefje nodig hadden, een bewijs dat ze ‘leeg’ waren. Dat hadden ze niet. De Serviër sommeerde Jack 300 kilometer terug te rijden om het briefje op te halen. Boos smeet de douanier het luikje dicht. Jack klom de cabine in. Hij en Rijk bedachten een list. Rijk stopte een biljet van 20 euro in zijn paspoort en liep naar het hokje. „Documents inside (de papieren liggen in de vrachtwagen, red.)”, zei hij. De Serviër liep mee, keek in de trailer en accepteerde het geldbiljet. De Nederlanders mochten door.
Bij de grenspost daarna vroeg een politieagent of de chauffeurs drank en sigaretten bij zich hadden. „Nee, we roken niet. We drinken wel koffie”, zeiden ze. Rijk gaf de agent een pak koffie en die verdween snel onder diens kleding.
Bij de Servisch-Kroatische grens stuurde Jack een rij van 5 kilometer aan wachtende trucks voorbij. Hij trotseerde boze blikken van collega’s. Op de heenreis mochten ze namelijk als humanitair transport langs wachtrijen rijden. Maar de Servische politie was nu onverbiddelijk, accepteerde geen geld en stuurde ze terug. Het werden tien lange wachturen.
Sjaak van de Groep rijdt mee met diverse vrachtwagenchauffeurs.