Stolpersteine in Duitsland regelmatig doelwit van antisemitische vandalen
Ze worden beschadigd, met verf of hondenpoep besmeurd en soms zelfs ontvreemd. Struikelstenen zijn in Duitsland regelmatig het doelwit van antisemitische vandalen.
Al bijna dertig jaar liggen, verspreid over heel Europa, in het plaveisel voor de woonhuizen van in de Tweede Wereldoorlog vermoorde Joden meer dan 100.000 glimmende messing plaatjes van tien bij tien centimeter. De Stolpersteine of struikelstenen, waarvan de meeste in Duitsland liggen, moeten voorkomen dat de slachtoffers worden vergeten. Op de steen staat wie er woonde en dan volgen de persoonlijke gegevens. De stenen zijn een initiatief van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig.
Van meet af aan riepen de struikelstenen ergernis op. Sommige steden zetten pas na een uitvoerige discussie het licht op groen voor plaatsing van de stenen. München doet nog altijd niet mee. Het argument luidt: „Wie wil treuren kan naar Dachau rijden. Wij hebben die stenen niet nodig.”
„Antisemitisme is niet ver van ons, maar vormt een actueel gevaar” - Sebastian Striegel, lid Groenen
Ook alle Duitse Joden stonden niet te juichen bij de struikelstenen. De voormalige voorzitter van de Centrale Raad van de Joden, Charlotte Knoblauch, zei eens: „De omgekomen Joden worden met voeten getreden, als je eroverheen loopt. Je loopt dan feitelijk over de mensen, net zoals de nazi’s over de Joden zijn gelopen.”
Kunstenaar Demnig zag dit anders: „Het zijn struikelstenen, waar je over struikelt met je hoofd en je hart, en je moet je buigen om de tekst te kunnen lezen. Dan maak je een buiging voor de mensen van wie de namen in het metaal staan.”
7 oktober
De struikelstenen worden regelmatig op Joodse gedenkdagen besmeurd, beschadigd of ontvreemd. De daders riskeren een gevangenisstraf van maximaal drie jaar, maar ze laten zich daardoor niet weerhouden.
Het lijkt zelfs of het aantal incidenten rond struikelstenen het afgelopen jaar is toegenomen. Dat zou vooral het geval zijn sinds 7 oktober 2023, de dag waarop Hamasterroristen een bloedbad in het zuiden van Israël aanrichtten. Het Onderzoeks- en Informatiecentrum over Antisemitisme in Berlijn (RIAS) stelde vorig jaar vast dat „7 oktober een cesuur vormt voor het antisemitisme”. Sinds die dag is het aantal vernielingen van Joodse gedenktekens sterk toegenomen. En, zegt het RIAS, ook struikelstenen zijn vaker het doelwit van „antisemitisch gemotiveerde vernielingen”.
Op 7 oktober afgelopen jaar was het raak in Zeitz, een stad in de Oost-Duitse deelstaat Saksen-Anhalt. Alle tien struikelstenen waren systematisch verwijderd. Het stadsbestuur sprak zijn afschuw uit over het gebeuren. Alle partijen in de gemeenteraad veroordeelden de misdaad.
Herdenken
Toen in november nieuwe stenen werden geplaatst, gaven de lokale politici aan dat ze verrast en ontstemd waren over de aandacht van de media. Burgemeester Christian Thieme (CDU) verklaarde dat hij de roof van de stenen niet had zien aankomen. Het antisemitisme vormt in zijn stad absoluut geen probleem, aldus Thieme. Sebastian Striegel, afgevaardigde namens de Groenen in het deelstaatparlement, zei daarentegen: „Antisemitisme is niet ver van ons, maar vormt een actueel gevaar.”
De regering van Saksen-Anhalt maakte deze week bekend dat er vorig jaar in de deelstaat in totaal achttien incidenten met struikelstenen waren. In 2023 stond de teller op nul.
Andreas Froese, directeur van het concentratiekamp Mittelbau-Dora, zei tegenover het weekblad Jüdische Allgemeine dat er „van de struikelstenen in kleine steden en dorpen en op het platteland positieve impulsen uitgaan die we niet moeten onderschatten. Een aanval op struikelstenen is niet alleen een aanval op de mensen die herinnerd moeten worden, maar ook op de plaatselijke initiatieven die zich voor het herdenken inzetten. We moeten constateren dat extreemrechts zich probeert publiek breed te maken.”