Zoeken naar campusnatuur
Wat is er aan natuur te zien op een –overwegend grijze en versteende– universiteitscampus? Meer dan verwacht, zo blijkt tijdens een wandeling op het terrein van de Radboud Universiteit in Nijmegen.
De gebouwen uit. De natuur in. Dat is het doel waarmee de Nijmeegse universiteit afgelopen zomer zes zogeheten Radboudwandelingen lanceerde. De lengte van de routes over de campus van de Gelderse academie varieert tussen de dertig en zestig minuten; ideaal voor een ommetje tijdens de lunch. Maar vált er wel iets groens te zien op zo’n terrein waar beton, steen en asfalt lijken te domineren?
Om dat te ontdekken, parkeer ik op een vrijdag in december rond het middaguur mijn auto in de schaduw van het 88 meter hoge Erasmusgebouw. Van de zes beschikbare routes kies ik ”Ommetje Heijendaal”. De route dankt zijn naam aan Villa Oud-Heyendael. Dat 18e-eeuwse pand was tot 1912 het middelpunt van het uitgestrekte Landgoed Heyendaal. Momenteel vormt het de uitvalsbasis van de personeelsvereniging van de Radboud Universiteit en het Radboudumc.
Qua natuur zijn de eerste honderd meters van de wandeling niet echt spectaculair. Op de bermen van de Erasmusweg na is er weinig flora en fauna te bekennen. Dat verandert als ik het Peter Rabuspad insla. In de tuin van de studentenkerk van de universiteit ligt een zogeheten droomboom. Het betreft een 180 jaar oude Amerikaanse eik, die in Venlo bij een storm omwaaide. Het Nijmeegse timmerbedrijf Stadsboom maakte er de droomboom van: een bank om in te liggen en in weg te dromen. Omdat de boom nogal nattig oogt, voel ik overigens weinig aandrang de proef op de som te nemen.
Een volgend natuurhoogtepunt is het Disveldbos, gelegen aan weerskanten van het Disveldpad. Het oorspronkelijke bos op die plaats werd in 2020 gekapt, omdat er onherstelbare aantasting was door droogte en vanwege schade door de letterzetter. Die schorskever staat bekend om de vraatgangen die hij onder de boomschors maakt en die met wat fantasie lijken op letters. Buurtbewoners en universititeitsmedewerkers stelden een plan op voor een nieuwe groene invulling van het terrein, een bos met veel inheemse bomen en struiken.
Ongeveer op de helft van de route passeer ik Academiegebouw Het Berchmanianum. In het naastgelegen bos is een groot insectenhotel neergezet. Het verblijf voor de kruipdieren staat met de openingen op het zuiden, beschut tegen regen en wind. Over regen en wind gesproken, beide zijn op deze vrijdag ruimschoots aanwezig. Dat zou ook best eens de reden kunnen zijn waarom het op een enkele passerende student of medewerker na stil is op de route.
Door werkzaamheden aan de wandelpaden moet ik noodgedwongen een deel van de wandeling overslaan. Jammer, maar gezien het weer geen ramp. Wel spijtig is dat daardoor de Hortus Nijmegen niet goed toegankelijk is. Maar ook zonder een bezoek aan die groene schatkamer is mijn conclusie helder. Natuur is overal; zelfs op een op het eerste gezicht versteende universiteitscampus.