Wij leven in een schaamtecultuur
„Heb jij een hekel aan je vrouw?” „Hoezo?” „Omdat je haar bloemen geeft. Schaam je.” De leus ”Zeg het met bloemen” is tegenwoordig dubieus. Je kunt zomaar beschuldigd worden van een poging tot moord of doodslag. Bloemen vergiftigen je huisgenoten en veroorzaken klimaatschade.
De gemeente Zutphen stelde dan ook een fiere daad door geen bloemen meer te geven bij feestelijke gelegenheden. „Ban de blom”, zeggen ze aan de IJssel. Initiatiefnemer is de Partij voor de Dieren. Andere gemeenten volgden. Bloemen zijn funest voor het klimaat. Ze worden ingevlogen uit Verweggistan of in Nederlandse kassen geteeld, waar ze veel energie en water en bergen dodelijke pesticiden nodig hebben. Allemaal voor een boeketje dat na een week in de groencontainer verdwijnt.
Eén bos stoot gemiddeld 4 kilo CO2 uit, zoiets als een autorit van 20 km. We moeten echter miljarden tonnen CO2 per jaar minder uitstoten. Alle beetjes helpen, zeggen de Zutphenaren. Sneu voor de bloemenbranche, voor handelaren, kwekers, tuincentra én voor jarigen en jubilarissen.
Wij leven in een schaamtecultuur. De Keukenhof met zijn gifbollen moet het ook ontgelden. Ondernemend Nederland stuit steeds vaker op emissievrije zones in dorp en stad. Laten loodgieters, bouwvakkers en pakketjesbezorgers een bakfiets, bolderkar of elektrische auto aanschaffen. Probleem opgelost. Behalve dat van het volle elektriciteitsnet en de schaarste aan laadpalen.
Schaamte is met veel te verbinden. Er bestaat vlees-, koffie-, koop-, bezorg-, ski-, vlieg-, vlees-, voortplantings-, baar-, baby- en meer-dan-twee-kinderenschaamte. Diesel-, plastic-, stook-, airco-, zuivel-, te-lang-douchen-, te-groot-wonen-, SUV-, sproei- en leefschaamte. Sommigen hebben alles tegelijk, in tegenstelling tot de schaamteloze vervuilers en verspillers wie het boetekleed vreemd is.
Moet ik mij nu schamen of schuldig voelen? Wie zich schaamt, hecht waarde aan de mening van anderen. „Wat zullen ‘ze’ ervan vinden als bekend wordt dat ik af en toe biefstuk eet, melk drink en bloemen koop?” Schuld daarentegen heeft te maken met wat ik er zelf van vind.
Na het verspelen van het paradijs verborgen onze voorouders zich in de struiken. Zij schaamden zich, maar wisten zich ook schuldig. Er zit geen waterdicht schot tussen beide.
Er mag best wat meer schaamte en schuldbesef zijn over de wijze waarop wij omgaan met Gods schepping, zonder in groene dwingelandij te vervallen. Misschien moet ik mij vooral schamen omdat ik mij vaak zo weinig schaam tegenover God en mijn naaste.