Paul Schenderling: Ik nam gekke omwegen om mijn onrust weg te krijgen, tot ik terugging naar mijn jeugdidealen
Boven zijn bureau hangt de Bergrede. Econoom, schrijver en spreker Paul Schenderling (36) probeert de woorden van Jezus dagelijks in de praktijk toe te passen. Door te leven van genoeg, zoals hij het zelf noemt. „Het hoeft niet altijd meer, meer, meer. De Bijbel zegt daar heel concrete dingen over.”
„Ben jij gezellig met mama naar de markt geweest?” vraagt Paul Schenderling aan zijn eenjarige dochter Talitha. Ze knikt instemmend en loopt meteen naar haar stoel aan de eettafel. „Deze keer moet je je fruit ergens anders opeten”, lacht Schenderling. „Papa moet hier even praten.” Het interview vindt plaats in de woonkamer, omdat zijn werkkamer niet zo groot is. „Die zit in de berging. We maken in dit huis efficiënt gebruik van de beschikbare ruimte.”
Voor het gesprek begint, overlegt hij nog even met zijn vrouw Margje over de dagplanning. Vanmiddag staat er een afspraak in Doorn op het programma. Hij gaat op de fiets, want hij heeft bewust geen auto – en geen rijbewijs. „Het is vijf kwartier fietsen, zag ik net.” Margje: „Dan duurt je afspraak korter dan de reis.” Tsja, dat is dan maar zo, vindt Schenderling. Opgeruimd: „Ik hoop dat het droog blijft!”
Hij is dagelijks bezig met de economische en ecologische crisis, maar vertaalt die grote onderwerpen naar kleine, praktische acties in het dagelijks leven. Leven van genoeg, noemt hij het. Leven volgens de principes van de Bergrede, een Bijbelgedeelte dat hij tijdens het gesprek vaak citeert.
Zijn boodschap raakt een snaar bij veel mensen. In 2023 is hij te gast in een aflevering van De Ongelooflijke Podcast van de EO en Radio 1 om te praten over vreugde en God vinden in moeilijke economische tijden. Het wordt een van de best beluisterde afleveringen van het programma. Een feit dat Schenderling zelf ook verrast. „Ongelooflijk. Ik zat er kort na de geboorte van onze dochter. Omdat ik nog half in die bubbel zat, ben ik het gesprek vrij open en persoonlijk aangegaan. Misschien hielp dat?”
U vertelt in die aflevering over de omslag in uw leven een paar jaar geleden, toen u zo bewust mogelijk bent gaan leven en uw baan opzegde.
„Ja, ik was consultant, een drukke baan die veel van je vergt. Tegelijk ervoer ik een enorme innerlijke onrust. Met name in de kerk kwam dat gevoel steeds weer naar boven. Ben ik wel met de goede dingen bezig? Maanden liep ik met die twijfels rond en tussendoor nam ik gekke omwegen om die onrust weg te krijgen. Mensen zijn nu eenmaal niet zo verstandig van zichzelf. Ik begon zelfs aan een promotietraject. Tot ik ontdekte dat ik terug moest naar de idealen van mijn jeugd. Naar de tijd dat ik boze brieven schreef naar Appelsientje, omdat in opdracht van dat bedrijf gif werd gespoten op de sinaasappels.
Ik had als tiener al een sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel en was veel bezig met vraagstukken rond eerlijke handel en het verschil tussen arm en rijk in de wereld. Mijn oom ds. Leo Smelt werkte als zendeling in Peru en woonde met zijn gezin in een straatarme sloppenwijk. Zijn verhalen maakten indruk op me. Alles wat vanzelfsprekend was in mijn leven, bleek ergens anders niet zo te zijn. Ik vroeg me af: Hoe kan dat? En hoe zou je dat kunnen oplossen? Daarom ben ik ooit economie gaan studeren. En met die vragen houd ik me nu weer bezig bij de stichtingen waarvoor ik werk. Ik adviseer kerken, overheden, bedrijven en consumenten op het gebied van eerlijk en duurzaam consumeren en een economie van genoeg. O, en mijn promotietraject is stopgezet.”
Hoe past u die idealen zelf toe?
„Mijn vrouw en ik proberen alleen dingen aan te schaffen die we echt nodig hebben. Als er iets kapot is, repareer ik het zelf, al dan niet met hulp van een YouTubevideo. Apparaten die we niet dagelijks gebruiken, lenen we van anderen of delen wij weer met vrienden. Eigenlijk een praktische vertaling van de tekst in de Bergrede. We kijken ook naar de herkomst van producten die we kopen. En ja, dat kost soms meer uitzoekwerk. Maar daar heb ik nu de tijd voor, want ik ben minder gaan werken omdat we ook minder geld nodig hebben.
„Apparaten die we niet dagelijks gebruiken lenen we van anderen of delen wij weer met vrienden” - Paul Schenderling, econoom
Leven van genoeg betekent dat het niet altijd meer, meer, meer hoeft. De Bijbel zegt daar heel concrete dingen over. Jezus vraagt van ons om onze zorgen zo veel mogelijk terug te schakelen door in feite eenvoudig te leven. Ik probeer dat in mijn lezingen ook altijd te benadrukken als mensen aangeven dat ze niet weten waar ze moeten beginnen. Wanneer je de woorden van Jezus vertaalt naar het leven van alledag, hoeft het allemaal niet groots of meeslepend te zijn. Hij vraagt ons de weg te gaan van het kleine zaadje, dat misschien over zo veel jaar juist een grote boom kan worden. Juist met kleine handelingen kun je het verschil maken.”
Heeft u die boodschap van huis uit al meegekregen?
„Mijn vader is dominee en mijn moeder was eerst thuisblijfmoeder en is nu geestelijk verzorger in een verpleeghuis. Aan de keukentafel gingen veel gesprekken over geloof. Mijn ouders koppelden geloof altijd sterk aan het dagelijks leven. De discussies gingen niet alleen over theologische vraagstukken, maar bijvoorbeeld ook over wat je koopt als christen en wat je eet. Ze waren beiden bijvoorbeeld bewust vegetariër, wat in die tijd echt nog niet zo gemakkelijk was. Ik denk dat dit heel bepalend is geweest voor hoe ik nu in het leven sta.”
Hoe reageren mensen op de levensstijl die u uitdraagt? Roept die ook weleens irritatie op?
„Bijna nooit. Omdat ik mijn verhaal probeer te vertellen vanuit, daar is hij weer, de Bergrede. De wereld vertelt ons dat je gelukkiger wordt door meer te consumeren. Ik probeer te laten zien dat in het Evangelie de omgekeerde weg wordt voorgesteld. In het Koninkrijk van God vind je een vreugdebron die boven alle aardse vreugdes uit gaat.
Ik merk tijdens lezingen dat de bewustwording van de crises toeneemt, maar dat het handelen nog achterblijft. Mensen weten niet altijd waar ze moeten beginnen, of vertrouwen op hun huidige manier van leven. Verder sluipt er wel soms moedeloosheid in de vragen, of zelfs een lichte wanhoop. Dan komen er opmerkingen als: hoe moet het nu verder in de wereld, nu het christelijk geloof ook steeds meer in de verdrukking komt?”
Vindt u het zelf ook weleens lastig om het vlammetje brandend te houden?
„Soms wel. Maar dan probeer ik weer te denken aan de Bijbelse opdracht. Ook als je in de minderheid bent, heb je de plicht om bij te dragen aan een rechtvaardige wereld. Overal waar zich een gelegenheid voordoet, zaai je. En God kan via een onzichtbare weg de zaadjes van onze kleine bijdrage gebruiken. Misschien kijk je dan over drie, vier, tien of twintig jaar terug en wordt het opeens duidelijk: dat was een van die zaadjes die God heeft gebruikt, waardoor er dan ineens iets gaat bloeien. In de geschiedenis heeft Hij laten zien dat het soms lang kan duren, maar dat mensen ook altijd weer tot inkeer kunnen komen.
Ik zie het werk dat ik nu doe als een balans tussen vreugde en plicht. Soms als ik het even niet zie, ga ik door op plichtsgevoel, vanuit de Bijbelse opdracht. En dan komt er weer een moment van vreugde. Dan denk ik: hoe kón ik het vergeten? Oké, nu kan ik weer gemotiveerd verder. Dus plicht en vreugde wisselen elkaar af.”
Probeert u wat van die hoop door te geven aan mensen?
„Absoluut. Maar wel door erop te wijzen dat God ook vaak in het verborgene werkt. Ik denk dat dit voor ons allemaal nog het lastigst is om te accepteren. Dat is trouwens ook echt iets van de wereld van nu. Je moet meteen impact zien. Het liefst in getallen uitgedrukt: met mijn gift heb ik zoveel mensen uit de armoede geholpen. Alles draait om zichtbare resultaten behalen.”
Maar er is toch niets mis met hard werken en iets voor jezelf opbouwen?
„Klopt, maar de vraag is welke gedachte er achter dat verlangen schuilgaat. Ik denk dat onze huidige economie volledig is gevoed door angst. Profeten zoals Jesaja en Jeremia geven aan dat een van onze grootste verleidingen als mens is om de zegeningen die God geeft in een voorraadschuur te stoppen. Hoe rijker mensen worden, hoe banger ze zijn. Want er is ook meer om kwijt te raken. Dan beland je al snel in een spiraal waar je lastig uitkomt. Je moet hard werken om voor jezelf te zorgen, vervolgens verlies je door al dat harde werk het contact met God en je geloofsgemeenschap, en dan neemt je angst weer toe omdat er geen gemeenschap meer is om op terug te vallen als er iets misgaat. Dus dan ga je nog maar harder werken.
De enige manier om uit die spiraal te komen, is eruit stappen. De angst los te laten en deze om te zetten in vertrouwen. Je kwetsbaar opstellen om vervolgens tot bloei te komen. Maar die boodschap uit het Evangelie staat ons vaak erg tegen.”
Duurzaamheid kan voor christenen ook een ingewikkeld onderwerp zijn. Hoe voorkom je dat er een soort duurzaamheidsevangelie ontstaat, dat het een religie op zichzelf wordt?
„Laat ik een verrassend antwoord geven vanuit mijn positie. Ik denk dat christenen die waarschuwen voor een duurzaamheidsevangelie gelijk hebben. Gelijk in het opzicht dat we echt moeten uitkijken dat groengelovigheid als theologie het Evangelie vervangt. De groengelovige zegt: Ga nu binnen de draagkracht van de aarde leven, als een extra vereiste om Jezus te volgen. Daarmee maak je het een vorm van wetticisme. Maar als je de weg van het Evangelie volgt, wordt de volgorde volledig omgedraaid. De boodschap is dan om het Koninkrijk van God te zoeken en je zorgen over het materiële bestaan af te leggen, te relativeren ten opzichte van de schat in de hemel. Vervolgens zul je al het andere erbij krijgen, ook het aspect van leven binnen de draagkracht van de aarde. Ik denk dat het de opdracht aan ons allemaal is om de Bijbel zo ongelooflijk serieus te nemen dat de vrucht van het Evangelie ook in termen van gemeenschap en duurzaamheid zichtbaar wordt.”
„Ik denk dat christenen die waarschuwen voor een duurzaamheidsevangelie gelijk hebben” - Paul Schenderling, econoom
Wie zijn uw inspiratiebronnen?
„Als het gaat om Bijbelse figuren de profeet Jesaja. Verder zijn mijn doopnamen Paulus Jakobus en ik denk dat mijn ouders die namen wel goed hebben gekozen. Ik herken me in de vrijmoedigheid van Paulus om voor groepen mensen te spreken. En in de boodschap van Jakobus dat alleen orthodoxie niet genoeg is. Het gaat ook om orthopraxie. Jakobus stelt bijvoorbeeld terecht dat je als gelovige niet kunt constateren dat er armen in de gemeente zijn, om daar vervolgens niets aan te doen. Het is je plicht als christen om die armoede te bestrijden.
Verder heb ik veel aan de ideeën van de Amerikaanse dominee en politiek leider Martin Luther King. Ik heb eigenlijk alles van hem gelezen en gekeken en gehoord. Ik bewonder zijn radicaliteit, die hij combineert met een grote mildheid. Het is knap dat hij qua toon precies de goede middenweg weet te vinden. Voor mij kan het nog weleens een worsteling zijn om die goede houding te vinden als ik ergens moet spreken.”
Waar zit hem dat in?
„Ik sta wekelijks voor groepen mensen te praten. Soms is het zoeken naar de juiste balans tussen zeggen waar het op staat en dat op een milde en vreugdevolle manier doen. Als ik in de ene gemoedstoestand ben, ben ik al snel te streng. En als ik me geïntimideerd voel door de groep, wat echt weleens gebeurt, moet ik oppassen dat ik mensen niet naar de mond ga praten. Je moet als spreker de hele tijd in het midden uitkomen. Dat is lastig.
Na een lezing vraag ik mezelf altijd: heb ik het nu goed gezegd? En ik ben lang niet altijd tevreden. Meestal omdat ik nog te veel met een groep meebeweeg.”
U spreekt zich in de media regelmatig uit over de polarisatie in de maatschappij. Heeft dat ook te maken met die toenemende economische angst waar we het al eerder over hadden?
„Ja, absoluut. Er is ook veel sociaal-economische onzekerheid. Grote groepen Nederlanders hebben te maken met bestaansonzekerheid omdat ze bijvoorbeeld te weinig betaald krijgen. Ze voelen zich niet gewaardeerd of niet meer nodig in de maatschappij. Vanuit die onzekerheid gaan ze verbaal om zich heen slaan en geven ze andere groepen de schuld. Maar tegelijk zijn er ook veel rijken rechts gaan stemmen, omdat ze het contact met anderen zijn verloren en ondanks hun rijkdom ook veel angst ervaren. En zo zie je dus dat vanwege doorgeslagen individualisering rechts-populistische partijen zowel arme als rijkere kiezers aan zich weten te binden.
Het maatschappelijke klimaat wordt guurder en iedereen ervaart angst. Ik denk dat we als christenen de reflex moeten vermijden om ons uit onzekerheid ook maar terug te gaan trekken in een eigen bubbel van materiële buffers omdat we bang zijn dat er iets misgaat met de economie of omdat de sociale stabiliteit instort. Eigenlijk moet je exact het omgekeerde doen: volgens mij is het vooral de onderlinge ontmoeting en het leven in een gemeenschap waar de samenleving naar snakt. Een van de diepste menselijke behoeftes is dat we onszelf nodig weten, zei rabbijn Abraham Heschel daarover. Iedereen wil graag het gevoel hebben dat hij of zij iets bijdraagt aan de samenleving.”
Wanneer voelt u zich nodig?
„Op verschillende vlakken, maar vooral ook thuis, in mijn rol als vader. Ik probeer samen met mijn vrouw aan onze kinderen die link tussen het geloof en het dagelijks leven mee te geven. Net als in mijn eigen jeugd gebeurde. Dat is best een worsteling. Zeker met het oog op later, want hoe voorkom je dat ze straks via sociale media allerlei andere geluiden te horen krijgen?”
Hoe pakt u dat concreet aan in de opvoeding van uw kinderen? Ik kan me voorstellen dat dit een worsteling is waar veel christelijke ouders mee te maken hebben.
„Mijn vrouw en ik praten hier veel over. We proberen onze kinderen zo min mogelijk in aanraking te laten komen met reclame en sociale media. De schermtijd tot een minimum beperken en geen televisie. Zodat alles wat nu gewoon is, ook gewoon blijft. En dat lukt tot nu toe nog. Maar ja… onze oudste is pas zes. Dat zal straks een stuk lastiger worden.
Om een voorbeeld te geven: ons zoontje van zes haalt begrippen als kopen en lenen door elkaar. Hij zegt: „We gaan naar de bieb en dan gaan we een nieuw boek kopen.” Of: „O ja, dan brengen we dat speelgoed weer terug naar de kringloop.” Omdat we zelden iets nieuws kopen, betekenen die begrippen voor hem hetzelfde. Hij denkt in termen van stromen: dat komt terug, dan komt er wat anders, dat geven we weer door. Dat is hij gewend. Maar hoe houd je in stand dat zo’n gemeenschapseconomie het meest logisch is en niet een economie waarin je alles naar je toehaalt, het in een voorraadschuur stopt en zegt: Mooi, dat is dan allemaal voor mij? Dus het is aan ons als ouders om ook die vreugde van een andere levensstijl te laten zien, zodat onze kinderen daar weer inspiratie uit halen.”
Hoe doet u dat, die vreugde laten zien?
„Ons zoontje vindt klussen heel leuk. Nou, dat past goed bij een levensstijl waarin je meer repareert. Dus bij elke reparatie die er in huis is, probeer ik hem te betrekken. Dan gaan we samen aan de slag. Hij heeft zelf ook een gereedschapskist, die hij er dan trots bij pakt. Zo wil ik laten zien dat dingen repareren juist heel leuk kan zijn. Een levensstijl voordragen gaat verder dan alleen het afschermen van bepaalde communicatie. Je probeert ook te laten zien dat zo’n leven heel mooi en gevuld kan zijn.”
„Een levensstijl voordragen aan je kinderen gaat verder dan alleen het afschermen van bepaalde communicatie” - Paul Schenderling, econoom
Wat wilt u uw kinderen meegeven voor later?
„Dat ze altijd hoopvol hun eigen zaadjes mogen planten. Ook als het heel lang duurt voordat je resultaat ziet.
Ieder kind dat opgroeit, zoekt naar zijn of haar plek in de wereld. Waar kan ik van waarde zijn? Maar wat de wereld aan waarde aanbiedt, verandert continu. De ene hype wordt opgevolgd door de andere, waardoor je nooit het gevoel krijgt dat je plek is bereikt. Tot je rust vindt in de boodschap van het Evangelie. Ik hoop dat onze kinderen die schat ook vinden, zodat ze ongeacht wat er verder gebeurt in de wereld een innerlijke rust zullen krijgen.”
Aan het begin van dit gesprek sprak u over de innerlijke onrust die u een aantal jaar geleden ervaarde. Heeft u de rust inmiddels gevonden?
Vol overtuiging: „Ja. Ik weet zeker dat ik nu op het goede pad loop, omdat ik merk dat de boodschap aanslaat en ik de kracht van het Woord in de praktijk zie. Ik heb veel carrièremogelijkheden laten lopen, en de optie om groter te wonen. Maar dat laat ik met plezier gaan. Omdat ik de enige schat heb gevonden, en ik hoef me alleen nog maar daarmee bezig te houden. Ik kan al mijn vreugde ontlenen aan de kleine dingen die Jezus ons vraagt in het dagelijks leven te doen.”
Wat drijft iemand in zijn of haar leven? Hoe is hij of zij gevormd? In deze rubriek een persoonlijk interview met een meer of minder bekend persoon uit de breedte van de samenleving. Deze aflevering: Paul Schenderling. Volgende week: Johan de Jong.