Geldgebrek leidt bij Marieke tot schaamte
Haar gebrek aan geld staat niet op zichzelf, ontdekt schrijfster Marieke Groen. In haar memoir ”Het verhaal van mijn schaarste” doet ze eerlijk verslag van haar worsteling om uit een leven van schaarste te ontsnappen.
De gemeenteambtenaar bladert door de papieren die voor hem op tafel liggen: belastingaanslagen, bankafschriften, facturenoverzichten en fiscale rapporten van de afgelopen drie jaar. Hij schudt zijn hoofd en kijkt Marieke Groen bedenkelijk aan. „U verdient ver onder de bijstandsnorm. Uw bedrijf is niet levensvatbaar.”
Ach, zo erg kan het toch niet zijn, denkt Groen nog even. Veel zzp’ers in de creatieve sector leven van weinig geld en iedereen kent wel eens een periode dat er wat minder werk is. Maar de ambtenaar is onverbiddelijk. Ze verdient zelfs zo weinig dat ze niet in aanmerking komt voor de speciale uitkering voor zelfstandigen die tijdelijk niet in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Uiteindelijk mag ze toch die uitkering ontvangen, maar alleen als ze een bijbaantje gaat zoeken. „Anders wordt het de bijstand”, meldt de ambtenaar.
Voor schrijfster Marieke Groen bij de gemeente terechtkomt, lukt het haar al jaren slecht om rond te komen. Op het eerste gezicht lijkt ze succesvol: ze doet journalistiek werk, schrijft meerdere boeken en is schrijfdocent. Maar wat mensen niet zien, is dat ze slecht betaald krijgt voor het werk en dat nieuwe klussen niet voor het oprapen liggen. Bovendien is het onvoorspelbaar; soms werkt ze tien uur per dag, op andere momenten nog geen vijf uur per week.
Wat haar financiële situatie ook geen goed doet, zijn de migraineaanvallen die ze gemiddeld twee tot drie dagen per week heeft. Al blijft ze tijdens zo’n aanval ook vaak doorwerken, want een zzp’er heeft geen arbeidsongeschiktheidsverzekering. „Soms zit ik met een zonnebril op achter mijn beeldscherm om een deadline te halen, of sta ik hakkelend en zwetend voor een groep studenten, biddend dat ik de les heelhuids doorkom en zo snel mogelijk terug naar huis kan, mijn bed in.”
Paniekstand
In haar boek ”Het verhaal van mijn schaarste” beschrijft Groen indringend hoe het voelt om te leven met een structureel gebrek aan geld. Als de aanslag van de gemeentebelastingen op de mat valt, verkoopt ze de gouden manchetknopen van haar opa via Marktplaats. Wanneer vriendinnen haar uitnodigen voor een kop koffie buiten de deur, zegt ze na lang aarzelen: „Ik heb eigenlijk geen geld voor cafébezoek. Kunnen we ook bij iemand thuis afspreken?” Uiteindelijk geeft een van de drie vriendinnen aan wel haar drankje te willen betalen. „Je moet begrijpen, Marieke”, schrijft ze erbij, „die andere twee hebben jonge kinderen, die vinden het fijn om ook eens een avond buiten de deur af te kunnen spreken.”
„Het lichaam gaat in de paniekstand en het hoofd raakt overbelast” - Gedragswetenschappers Sendhil Mullainathan en Eldar Shafir over schaarste
Uit het leven van Groen blijkt dat geldgebrek voor schaamte zorgt, waardoor je jezelf terugtrekt uit het openbare leven. Bovendien gaat zo’n groot deel van je tijd op aan bedenken hoe je rondkomt, dat er maar weinig energie overblijft voor andere zaken. Het lichaam gaat in de paniekstand en het hoofd raakt overbelast. Dit is een bekende ontwikkeling voor wie te maken heeft met schaarste. De Amerikaanse gedragswetenschappers Sendhil Mullainathan en Eldar Shafir noemen het de schaarstementaliteit. Ze vergelijken het met een computer waarop tien programma’s tegelijk draaien en meerdere tabbladen openstaan: de pc wordt trager of loopt vast. „Dat gebeurt ook in het hoofd van mensen die met een vorm van schaarste te maken hebben, ze hebben niet genoeg bandbreedte om zich op alle belangrijke zaken in hun leven te kunnen focussen.”
Bij Groen uit die schaarste zich in een gebrek aan langetermijndenken. Ze heeft geen tijd om aan later te denken, want er moet nú geld op de plank komen om de rekeningen te betalen. Ze heeft geen sociaal vangnet, geen partner, geen ouders, geen rijke vrienden. „Zo gaat het nu al jaren”, schrijft ze. „Ik leef van opdracht naar opdracht en kijk zelden verder dan een paar weken vooruit. Elke keer als ik een poosje zonder inkomsten zit, overvalt het geldgebrek me. Ik zou daar misschien beter op moeten anticiperen, maar meestal heb ik het te druk met het halen van een deadline.”
Thermostaat
Wie eenmaal in zo’n vicieuze cirkel zit, komt er lastig zelf uit. Als het na jaren ploeteren en steeds heftigere migraineaanvallen echt niet meer lukt om financieel rond te komen, vraagt de schrijfster dan toch een uitkering aan. Ook dat feit beschrijft ze open en eerlijk in haar boek. Het is een proces vol eindeloze telefoontjes, gesprekken met ambtenaren die openlijk veroordelend zijn en vooral veel schuld- en schaamtegevoelens bij haar oproepen. In elk gesprek heeft Groen het gevoel dat ze moet vechten tegen het stereotype van de uitkeringstrekker als profiteur.
Haar nieuwe status geeft de schrijfster wel voor het eerst de tijd om echt na te denken over haar situatie. Hier gaat ”Het verhaal van mijn schaarste” dieper dan alleen een persoonlijk verhaal over geldproblemen. De schrijfster ziet onder ogen dat haar leven al heel lang wordt gedomineerd door schaarste: door armoede, ziekte, honger en eenzaamheid. Ze beïnvloedden haar gedachten, haar gedrag, de manier waarop ze naar de wereld keek en de manier waarop ze naar zichzelf keek. „Niet meer werken deed iets met mijn identiteit”, zegt ze in een interview met dagblad Trouw. „Mensen in creatieve beroepen identificeren zich met hun werk. En wat was ik nu? Niks? Ik ging lezen over armoede, over ziek-zijn. Hoe meer ik las, hoe meer ik me realiseerde dat schaarste als een rode draad door mijn leven loopt.”
Als kind denkt Groen dat haar familie arm is, hoewel haar ouders beiden in het onderwijs werken en een prima inkomen hebben. Haar moeder „slaat echter door in zuinigheid”, om redenen die Groen niet verder toelicht in haar boek. De thermostaat gaat thuis nooit hoger dan 16 graden. Eten koopt de familie alleen aan het eind van de dag, als het is afgeprijsd. De kosten voor haar slotjesbeugel moet de dertienjarige Marieke zelf betalen, van haar zakgeld en geld dat ze op straat of in winkelwagentjes vindt. Bij de orthodontist betaalt ze vervolgens contant aan de balie, met dubbeltjes en kwartjes en een enkele rijksdaalder. „Nooit iemand die doorvroeg. Na al die jaren kan ik me daar nog steeds over verbazen.”
„Bij de orthodontist betaalde ik met dubbeltjes en kwartjes. Niemand die doorvroeg. Daar kan ik me nog steeds over verbazen” - Marieke Groen in haar boek ”Het verhaal van mijn schaarste”
De maaltijden zijn simpel, tussendoortjes bestaan niet en haar moeder maakt constant opmerkingen over dikke mensen die ze op straat ziet. Ook het figuur van haar dochters moet het ontgelden. „Je krijgt dikke benen, ik zal je op dieet zetten”, zegt ze tegen de puber Marieke. Het dieptepunt van haar jeugd is dat ze op zeventienjarige leeftijd het huis uit wordt gestuurd, zodat haar ouders geld kunnen besparen. Ze krijgt per maand een kleine toelage, maar dat is te weinig om van rond te komen.
Minderwaardigheidscomplex
De ervaringen uit haar jeugd brengen een permanent gevoel van schaamte en niet goed genoeg zijn met zich mee. Eerst omdat ze zich op school schaamt voor haar aftandse kleding en geen vriendinnetjes mee naar huis durft te nemen, later omdat ze het gevoel heeft nooit goed genoeg te zijn. „Als je in je jeugd een vorm van schaarste hebt gekend, liggen andere vormen van schaarste altijd op de loer”, legt ze uit in een interview met de Volkskrant. „In mijn geval ging het om een liefdeloos gezin. Daardoor ontwikkelde ik een minderwaardigheidscomplex en doordat ik mezelf niks waard vond, dacht ik armoede te verdienen, dacht ik de slechtbetaalde schrijfklussen te verdienen en kwam het niet in me op om meer geld te vragen voor mijn werk.”
Inmiddels is Groens leefsituatie stabieler. Ze kan door een nieuw migrainemedicijn meer werken en heeft wat geld kunnen sparen. Toch is ze nog steeds alert. Vertrouwen dat het allemaal goed blijft gaan heeft ze niet echt. „Wat schaarste je leert, is zo efficiënt mogelijk omgaan met de beschikbare middelen”, schrijft ze in haar boek. „Het levert focus op, of beter gezegd: tunnelvisie. Schaarste maakte een connaisseur van me, en in moeilijke tijden kan het handig zijn om te weten hoe je met tekorten om moet gaan. Maar veel liever had ik het zonder die kennis en die ervaring gedaan.”