Fietsend stilstaan bij de oorlog
We staan –met onze fietsen aan de hand– midden op het Overloonse slagveld. Na tachtig jaar hebben raketinslagen, slachtoffers en puin plaatsgemaakt voor een legerdumpzaak, een souvenirwinkel, informatiepanelen, pannenkoeken en ijs. En een zwijgende papegaai in een kooi.


We besluiten de Liberation-fietsroute te volgen, langs herinneringsplaatsen die iets van het Brabantse oorlogsverhaal vertellen. Om fietsend stil te staan bij de prijs die vrijheid kostte. Langs het verlies en verdriet, waarbij voor oorlogsretoriek en -romantiek geen ruimte overblijft.
Op de achtergrond staat het Oorlogsmuseum Overloon. De fietsroute voert dwars door dit museum, via een fietsbrug. Die is vernoemd naar Lambrechtsen en Hunt, die in 1945 de langste baileybrug bouwden tussen Oeffelt en Gennep (1222 meter). Over de brug passeer je vliegtuigen en kijk je neer op tanks en al het andere oorlogsmaterieel dat bijdroeg aan de strijd.
De redelijk onbekende Slag om Overloon kostte in oktober 1944 naast veel Duitse en geallieerde soldaten ook 600 burgers het leven. Het plaatsje zelf werd met de grond gelijkgemaakt. Toch wisten de geallieerden, na de mislukte Slag om Arnhem, hier een doorbraak te forceren richting Duitsland.
De straatnamen in Overloon verraden veel geschiedenis
De straatnamen in Overloon verraden al veel geschiedenis. Naast natuurlijk de Museumlaan en het Museumpark, waar verschillende monumenten staan in de vorm van herdenkingszuil, tank of beeldhouwwerk, karren we over de Laan 1944, het 14 Oktoberplein en de Generaal Hasbroucklaan.
We rijden de route, vanwege windrichting en zonnestand, in omgekeerde volgorde. Sprekende luisterpilaren zijn ons beloofd en tal van informatieborden. Maar dat duurt nog even. De route leidt eerst langs weilanden, bos en beek. We steken de Lactariabeek over. Zou deze net zoals de Loobeek ook de bijnaam van bloedbeek dragen? Voorbij het dorp Stevensbeek blijkt in 1943 een Lancaster-bommenwerper te zijn neergestort. De bemanning kwam om. Zeven jongemensenlevens staan nu samengevat op een roestvrijstalen bordje van 15 bij 10 centimeter.

Vierlingsbeek heeft zwaar geleden tijdens de oorlog. De eeuwenoude Joodse begraafplaats bleef echter gespaard. Een plaquette bij de ingang vraagt ook hen te bewenen „die vernederd, vermoord en naamloos verdwenen zijn”. In het centrum staat op borden welke verwoestingen dit dorp te verduren kreeg. Citaten uit brieven van soldaten brengen de oorlog heel dichtbij.
We nemen de Staaiweg en buigen bij het pontje over de Maas af en volgen de oever van deze schitterende rivier. Het gaat langs de resten van het middeleeuwse kasteeltje ’t Oirtje, dat we, heel bescheiden, direct adopteren als Kasteel Toortje.
De Holthezer kapel, een oase van rust, draagt nog littekens van de oorlog. Hij kon pas in 1951 weer worden gebruikt. De weg leidt terug naar Overloon, waar voordat we het museum bezoeken opnieuw de fietsbrug lonkt.