Minister Eelco Heinen (Financiën) zegt „diep geraakt” te zijn door de onrust die vorige week in het kabinet ontstond naar aanleiding van de rellen in Amsterdam, en de manier waarop die in de media is gekomen. Hij herkent zich „totaal niet” in sommige uitspraken die in de ministerraad zouden zijn gedaan en die door bronnen aan hem werden toegeschreven. Hij wil niet zeggen op welke uitlatingen hij precies doelt.
„Ik heb heel veel woorden voorbij zien komen die ik totaal niet herken”, zei Heinen voor aanvang van een debat in de Tweede Kamer. Sommige uitspraken waren „gruwelijk” en hij vindt het „echt heel erg” dat mensen nu denken dat in de ministerraad zo wordt gesproken. „Het is ook niet wie ik ben om dat soort woorden te gebruiken.”
Van Heinen werd vrijdag gezegd dat hij een vergelijking maakte tussen antisemitisme en „pus” die uit een puist wordt geknepen. Hij wilde maandag niet zeggen of hij die woorden inderdaad gebruikte en zo ja, in welke context. Over welke andere vermeende uitspraken hij - in zijn eigen woorden - zo „pisnijdig” is, wilde de VVD’er niet zeggen.
„Ik ga helemaal niet in op wat er wel en niet allemaal gezegd is in de ministerraad”, zei Heinen. Hij is er ook geen voorstander van om daar openheid van zaken over te geven, zoals oppositiepartijen willen. Evenmin wil hij ingaan op verhalen over racistische uitspraken die in de media zijn verschenen. „Ik ga niet leugen per leugen alles analyseren.”
De gang van zaken in het kabinet was voor staatssecretaris Nora Achahbar (Toeslagen en Douane) aanleiding om op te stappen. Heinen werd naar eigen zeggen door dat besluit overvallen en vindt het „heel verdrietig” dat zij weg is. Hij noemde haar „een zeer gewaardeerde collega „die hij „echt gaat missen” op zijn departement.
Het scheelde naar verluidt weinig of ook andere NSC-bewindslieden waren uit het kabinet gestapt. De ploeg van bewindslieden was vrijdag net weer compleet met de beëdiging van NSC’er Tjebbe van Oostenbruggen als staatssecretaris van Financiën. Hij volgde Folkert Idsinga op, die eerder opstapte na een aanvaring met PVV-leider Geert Wilders over zijn zakelijke belangen. Ook Idsinga beklaagde zich over de omgangsvormen binnen de coalitie.