WODC: voldoende draagvlak voor legitieme portie voor onterfd kind
Een meerderheid van de Nederlandse bevolking is geen voorstander van het volledig afschaffen van de legitieme portie, blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC). De legitieme portie is een geldbedrag dat kinderen kunnen opeisen van de erfenis als hun ouders ze hebben onterfd.
Het probleem van de legitieme portie is dat deze inbreuk maakt op de vrijheid van ouders om zelf te bepalen aan wie ze wat nalaten, leggen de onderzoekers uit. Aan de andere kant geeft de regeling inhoud aan de familieband tussen ouder en kind. Al enkele jaren bestaat er discussie of er nog wel draagvlak is voor de legitieme portie. Familiebanden zouden de afgelopen decennia losser zijn geworden en de maatschappij individualistischer, zo luiden enkele argumenten voor de afschaffing van de regeling.
Uit het onderzoek blijkt nu dat 40 procent altijd voorstander is van de legitieme portie, en 19 procent in alle gevallen tegen. Daarnaast is 40 procent in sommige gevallen voor en in andere gevallen tegen. De laatstgenoemde groep is wel sterk verdeeld over de vraag wanneer de legitieme portie onwenselijk is, melden de onderzoekers. Toch is hieruit „overtuigend af te leiden dat men in Nederland juist waarde hecht aan de legitieme portie”, aldus de wetenschappers. „Familienetwerken zijn complexer zijn geworden, maar de gevoelens van verbondenheid tussen families nemen niet af.”
De uitkomsten van het onderzoek zijn in de eerste plaats bedoeld voor de regering en het parlement om hun gedachten te vormen over het voortbestaan van de legitieme portie. Daarnaast doen de onderzoekers verschillende suggesties om de huidige wettelijke regeling van de legitieme portie te verbeteren. Zo zou het bijvoorbeeld mogelijk moeten worden om voor overlijden afspraken te kunnen maken over (het afzien van) een beroep op de legitieme portie. Ook doen de wetenschappers aanbevelingen voor verder onderzoek, onder meer naar de verhouding tussen de langstlevende echtgenoot en (onterfde) kinderen.