„We zitten vanwege de vogeltrek in een risicovolle periode en zien ook besmettingen in omringende landen. Wat ons betreft moeten we nu de risico’s beperken en de kippen zo snel mogelijk naar binnen doen. Niet wachten op het advies of een volgend geval, maar nu handelen”, zegt voorzitter Kees de Jong van LTO Pluimveehouderij in een bericht op de website.

Volgens de boerenorganisatie is er in Duitsland, vlak over de grens bij Nijmegen, ook een waarschijnlijke uitbraak van vogelgriep. Die is nog niet formeel bevestigd.

Zowel Nepluvi, de vereniging van onder meer kippenslachterijen, als de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) is ook voorstander van een landelijke ophokplicht. NVP-voorzitter Bart-Jan Oplaat had eigenlijk het liefst gezien dat deze er al eerder was gekomen, toen er uitbraken in omliggende landen werden geconstateerd. „Dan was deze besmetting mogelijk voorkomen”, zegt hij.

Een tegenargument is volgens Oplaat het dierenwelzijn. „Maar als je dieren moet ruimen, is dat nog veel erger.” In december kunnen de kippen wat hem betreft dan weer naar buiten, omdat de meeste wilde vogels hun plek dan weer hebben gevonden en het risico op een besmetting minder groot zou zijn.

Zijn broer Gert-Jan Oplaat, voorzitter van Nepluvi, is het „enorm eens” met de oproep van LTO. „Deze besmetting raakt ons ook enorm. Het risico van buiten lopende kippen is veel te groot met alle wilde vogels nu.”

Bij eerdere uitbraken gebeurde het wel dat pluimvee in het hele land naar binnen moest. Nu moeten boeren binnen een straal van 10 kilometer van de getroffen boerderij in Putten dat doen. Bij het getroffen biologische kippenbedrijf moeten ongeveer 23.000 kippen worden afgemaakt.