Redacteuren Gerard ten Voorde en Aline de Bruin bespreken met Gijsbert Bouw de gewelddadige ongeregeldheden in Amsterdam na de wedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv. Ze belichten de reacties vanuit de politiek, de moeilijke keuzes in de verslaggeving en de controverse rondom een imam die het geweld lijkt te bagatelliseren.
In de nacht van donderdag op vrijdag vond er een geweldsuitbarsting plaats in Amsterdam rondom een voetbalwedstrijd tussen Ajax en het Israëlische Maccabi Tel Aviv. Volgens binnenlandredacteur Gerard ten Voorde verliep de wedstrijd zelf zonder incidenten, maar na afloop kwam het tot hevige confrontaties in de stad. „Het was meteen duidelijk dat dit meer was dan voetbalgeweld," vertelt Ten Voorde. Israël stuurde zelfs twee vliegtuigen naar Nederland om supporters terug te halen. De reacties vanuit binnen- en buitenland volgden elkaar in rap tempo op, waarbij premier Dick Schoof de gebeurtenissen scherp veroordeelde.
Tijdens de rellen werd er gericht geweld gepleegd tegen Joden en Israëliërs in Amsterdam-West, een wijk met een grote Marokkaanse gemeenschap. Een imam leek het geweld een dag later deels goed te praten. „Het waren maar een paar jongeren, een kleine groep rotte appels,” verklaarde hij in een interview met deze krant. Zijn woorden tonen volgens Ten Voorde aan dat het probleem diep in de gemeenschap geworteld zit. De imam leek de acties van de Marokkaanse jongeren te vergoelijken door te wijzen op provocerende leuzen van de Israëlische supporters eerder op de avond.
De politie en de lokale autoriteiten werden op de proef gesteld tijdens deze gewelddadige nacht. De vraag of het geweld een antisemitische ondertoon had, blijft gevoelig liggen. In de media werd al snel gesproken van een “Jodenjacht", maar Ten Voorde benadrukt dat het belangrijk is om voorzichtig te zijn met dergelijke termen. „Het gebruik van woorden als ‘pogrom’ en ‘Jodenjacht’ is beladen en moet zorgvuldig worden afgewogen,” aldus Ten Voorde. „Gebruik zulke woorden niet te vroeg, voor je echt weet wat er is gebeurd.” Hij wijst erop dat dit soort escalaties in het huidige maatschappelijke klimaat snel internationale aandacht trekken en de spanningen verder kunnen opvoeren.