De Gelderse gemeente Winterswijk is niet blij met het besluit dat Nederland vanaf 9 december weer gaat controleren aan de grens. Volgens de grensgemeente zijn veel inwoners er de dupe van, omdat zij aan de andere kant van de grens met Duitsland werken. „Het Europese vrije verkeer is voor grensregio’s heel belangrijk. Wij zitten niet te wachten op dagelijkse rijen aan de grens”, laat burgemeester Joris Bengevoord weten.
Asielminister Marjolein Faber kondigde maandag aan dat de grenscontroles op 9 december beginnen. Het gaat om een tijdelijke maatregel van zes maanden tegen „irreguliere migratie en migrantensmokkel”. Volgens de minister moeten forenzen en het economische verkeer „zo min mogelijk worden gehinderd”, maar ze legt niet uit hoe dat kan worden geregeld.
Bengevoord zegt dat hij „met grote belangstelling” kijkt naar de uitvoering en de gevolgen van de grenscontroles. Door de maatregel komt volgens de burgemeester iets terug „waar we tientallen jaren geleden bewust afstand van hebben genomen”.
De burgemeester van Winterswijk is vicevoorzitter van de vereniging van Europese grensregio’s, de AEBR. Die had Europese landen eerder opgeroepen om terughoudend te zijn met grenscontroles, „omdat ze bewoners van grensgebieden opzadelen met vertragingen, economische schade en aantasting van de sociale cohesie”.