De Chinese ambassadeur in Nederland heeft de provincie Zuid-Holland om opheldering gevraagd over het afbouwen van de relatie. Ambassadeur Tan Jian wilde van gedeputeerde Mariëtte van Leeuwen onder meer weten waarom Zuid-Holland het eind volgend jaar aflopende samenwerkingsverband met de Chinese provincie Hebei niet verlengt. De samenwerking met China ligt gevoelig in Provinciale Staten, vooral omdat de politici zich zorgen maken om de mensenrechtensituatie in het Aziatische land.
Het Zuid-Hollandse provinciebestuur maakte begin dit jaar bekend de relatie met China anders in te richten. Zuid-Holland organiseert alleen nog handelsmissies naar China als daarvoor een verzoek komt uit het bedrijfsleven. De officiële samenwerking met Hebei, een provincie met meer dan 75 miljoen inwoners, houdt na 2025 op. Een deel van de Staten wilde zelfs alle structurele contacten op bestuurlijk en ambtelijk niveau met alle Chinese overheden stopzetten, maar daar bleek net geen meerderheid voor.
De houding van de Zuid-Hollandse politiek leidde tot de nodige vragen op de Chinese ambassade in Den Haag. „Daarom ben ik op eigen initiatief naar ambassadeur Tan Jian gegaan om een toelichting te geven”, zegt gedeputeerde Van Leeuwen (EU en internationaal, BBB).
„In China zijn ze niet blij, zulke zaken liggen daar gevoelig. Ik heb uitgelegd dat ik uitvoering geef aan een opdracht van de Staten”, aldus Van Leeuwen. „We brengen ons China-beleid in lijn met hoe we met andere landen en regio’s samenwerken. Het gesprek met de ambassadeur ging ook over armoede, klimaatverandering, mensenrechten en bescherming van intellectueel eigendom. De ambassadeur heeft veel goede voorbeelden gegeven van hoe China vooruitgang boekt op deze thema’s.”