De boodschap dat hij lijdt aan leukemie, slaat bij journalist Roek Lips in als een bom. Hij draagt en beschrijft de loodzware behandeling met een kalmte en rust die ook in zijn andere werk zitten. Het maakt van ”Dit kan ook een goede tijd zijn” een leerzaam boek.
Boeken over tegenspoed en levenskracht kom je in winkels kasten vol tegen. De plaatsen waar de auteurs in dit marktsegment de kracht vandaan halen zijn legio, de een nog zweveriger dan de ander.
Ik voel me niet zo gauw thuis in zo’n boek. Dat zal deels komen door mijn nuchtere kijk op de wereld, maar veel meer omdat de component van een oordelend en ondersteunend God vaak ontbreekt. Dat neemt niet weg dat er ook een psychisch element om de hoek komt kijken. Wie niet gelooft in genezing, kwijnt weg.
”Dit kan ook een goede tijd zijn” van de 62-jarige schrijver en theatermaker Roek Lips heeft me vanaf de eerste bladzijde te pakken. Dat komt natuurlijk doordat hij goed kan schrijven, maar er is meer. Lips filosofeert over het leven. Het decor is een ziekenhuiskamer en als lezer heb je zicht op een doodzieke patiënt. Een man die zichzelf met een paar pennenstreken helder in beeld brengt en tegelijkertijd de zichtbare en onzichtbare wereld door zijn ogen beschrijft.
Diep nadenken over de zin van het leven en deze kennis delen met zijn lezer en luisteraar doet Lips al sinds de vermissing van zijn zoon Job. Tijdens een studentenreis naar Spanje in 2011 ging hij in zee zwemmen en kwam nooit terug. Uit de vele tientallen diepte-interviews met mensen die de donkere kant van het leven aan den lijve ondervonden, put en deelt de auteur nu zijn eigen leven maandenlang op pauze staat.
Lips groeide protestants op. Hij verliet de kerk, maar noemt zich nog steeds religieus. Die visie laat in zijn boek de ruimte om als christen bij alle overwegingen en diepe gedachten die je tegenkomt de hand van God te zien. Dat levert een stukje levenswijsheid op die in het dagelijks leven niet zomaar voor het oprapen ligt. Het laat me zien hoe waardevol het is om als reformatorisch christen ook eens buiten de eigen kaders te lezen. Slechts enkele keren gebruikt, of misbruikt, Lips de Naam van God. Altijd op momenten dat de dood dichtbij is.
Lips beschrijft de diagnose, de wekenlange ziekenhuisopnames onder strikte isolatie, de bijwerkingen van de chemotherapie en de beenmergtransplantatie op een heldere, persoonlijke manier. Tegelijk voel je een gezond stukje afstand, hij gooit er niet alles uit. Als hij het heeft over zijn wanhoop bijvoorbeeld, beschrijft hij hoe de verpleegkundige de strip pijnstillers op zijn nachtkastje zonder iets te zeggen meeneemt. Zou ze vermoeden hoe diep ik zit, vraagt hij zich dan af. Het is zo’n moment dat het lijden van Lips tussen de regels door in zijn volheid op de lezer afkomt.
Het hele boek door volgt de diepe denker de analogie van het beeld van een rups die zich verpopt tot vlinder. Het popstadium, waarin er op wat zenuwcellen na geen spoor van de rups overblijft, vertoont veel kenmerken met wat er in de periode van ziekte in zijn beenmerg, maar ook in zijn hoofd, is gebeurd.
Sommige zaken leer je pas echt als alle zekerheden verdwijnen, lijkt Lips hiermee te zeggen. Dat dingen erger worden als je ertegen vecht, bijvoorbeeld. Hij deelt ook praktische lessen. Soms koos hij ervoor zijn gevoelens alleen per mail met zijn vrouw te delen. Dat lukte beter dan tijdens bezoekuur, met mondkapjes op en gescheiden door een kloof van anderhalve meter.
Lips doorstond de behandeling. Hoe zwaar die was, blijkt uit de voorzichtige vraag aan het ziekenhuispersoneel of ze zich weleens afvragen of een behandeling ook te zwaar kan zijn. Bij hem trad genezing in, maar de slopende onzekerheid als er weer een beenmergpunctie ter controle in het verschiet ligt, draagt hij met zich mee.
Dit kan ook een goede tijd zijn, Roek Lips; uitg. Ambo|Anthos; 360 blz.; € 23,99