Angenieke Versluis werd zorgdocent met praktijkervaring
Angenieke Versluis-van de Weerd (50) uit Ouddorp was verpleegkundige en werd docent gezondheidszorg op het Hoornbeeck College.
„Ik heb een missie om aan studenten te laten zien hoe mooi de zorg is. Als kind wist ik al dat ik in de zorg wilde werken. Ik ben tot verpleegkundige opgeleid in het Albert Schweitzerziekenhuis in Dordrecht. In totaal heb ik 25 jaar in de zorg gewerkt. Eerst was ik zes jaar algemeen verpleegkundige. Daarna heb ik geleerd voor de specialisatie oncologie. Het grootste deel van de tijd heb ik op oncologie en in de palliatieve zorg gewerkt. Ongeveer één keer per jaar werk ik nog bij hospice Calando en soms loop ik een dagje mee in een ziekenhuis. De intensieve zorg voor mensen en het contact met hen in de belangrijkste fase van hun leven trokken me. Als mensen te horen krijgen dat ze niet lang meer zullen leven, is het belangrijk om hen goed te begeleiden bij het nemen van beslissingen. Ik vond het mooi om hun voorlichting te geven. Deze doelgroep heeft ook veel zorg nodig.
Op de afdeling oncologie leer je ook relativeren. Het gaat daar om de cruciale vragen van het leven, zoals het levenseinde. Dat zet me ook aan het denken: hoe is de relatie met God? Veel mensen die niet gelovig zijn, zeggen: Dood is dood. Maar bij het sterven zie je bij hen vaak angst. Dan voelen ze vaak dat God wel bestaat. Als verpleegkundige kun je dan door je handel en wandel laten zien dat er een andere toekomst is. Door mensen de juiste aandacht te geven, verdween bij sommigen de vraag om euthanasie te plegen.”
Stages
„Bijna zes jaar geleden maakte ik de overstap naar het onderwijs. Ik ging één dag in de week als invalkracht werken op het Hoornbeeck College in Rotterdam. Ook bleef ik twee dagen per week in de zorg werken. Maar het hebben van twee banen bleek niet te combineren met mijn gezin. Ik werk nu bijna drie dagen per week op het Hoornbeeck. Ik koos ervoor om de overstap te maken omdat ik me wil ontwikkelen binnen mijn vakgebied. Ook houd ik van kennisoverdracht. Aan de Hogeschool Rotterdam heb ik de vierjarige deeltijdopleiding leraar gezondheidszorg en welzijn gedaan.
Ik geef ongeveer tien uur per week les. De andere uren besteed ik onder andere aan mentoraat en het begeleiden van stages. Een belangrijk onderdeel van de lessen is het aanleren van gesprekstechnieken. Studenten moeten weten hoe ze slecht nieuws over moeten brengen. Welke vragen moeten ze stellen? En wat moeten ze juist niet zeggen? In mijn vorige beroep had ik daar veel mee te maken. In dit werk kan ik dat overdragen aan studenten.
„In het begin noemde ik een student soms per ongeluk patiënt” - Angenieke Versluis, docent gezondheidszorg
Palliatieve zorg is vaak een ver-van-mijn-bedshow voor studenten. Maar het zit wel in hun curriculum. Vaak willen ze er nog niet aan denken. Veel mensen hebben chronische aandoeningen. Of ze komen met iets ernstigs op de spoedeisende hulp. Dus het komt voor een verpleegkundige wel dichtbij. In zo’n situatie mag je weleens aan een patiënt vragen hoe die tegen het einde van het leven aankijkt, zonder dat je meteen gaat evangeliseren.”
Gebed
„Veel studenten gaan aan de slag bij een christelijke instelling. Als ze dan diepgaande vragen krijgen, zeggen ze vaak dat ze de pastoraal werker wel inschakelen. Maar als verpleegkundige is het ook goed als je zelf met iemand hierover in gesprek gaat en uit de Bijbel leest of een gebed doet.
Het verschil met mijn vorige baan is dat ik vroeger vooral voor mijn patiënten zorgde, terwijl ik nu de student vooral veel zelf moet laten doen. In het begin noemde ik een student soms per ongeluk patiënt. Heel mooi vind ik het om niet alleen de vakkennis over te dragen, maar om studenten ook te vormen.
„Door mijn vorige werk heb ik geleerd te relativeren” - Angenieke Versluis, docent gezondheidszorg
Wat ik zou doen als ik de tijd terug kon draaien naar het begin van mijn loopbaan? Dan zou ik toch weer voor de zorg kiezen. Het is cruciaal voor studenten dat ze een docent hebben die uit de praktijk komt. Het liefst zou ik naast mijn baan nog één dag per week in de zorg werken, maar dat kan met mijn gezin niet. In de zorg trek je na je dienst de deur achter je dicht. In het onderwijs gaat het werk mee naar huis, met voorbereiden van de lessen en het nakijkwerk.”
Hond
„Door mijn vorige werk heb ik geleerd om te relativeren, omdat ik te maken had met ernstig zieke patiënten. Dat hielp me toen ik de eerste dag les ging geven. Ik was er rustig onder. Ik dacht: het ergste wat kan gebeuren, is dat de les in de soep loopt.
Naast mijn werk en gezin doe ik ook nog vrijwilligerswerk in verpleeghuis De Vliedberg in Ouddorp. Dat doe ik via stichting Zorgdier. Met mijn hond bezoek ik mensen met dementie. Ze krijgen op die manier een andere prikkel, waardoor ze soms gaan praten. Voor mij is het een voordeel dat ik zo ook betrokken blijf bij verpleeghuiszorg.”