Hoogleraren over theologie in Amsterdam: „VU blijft goede keus voor theologiestudie”
Nu meerdere theologische universiteiten zich in Utrecht vestigden, rijst de vraag wat een student theologie nog te zoeken heeft in Amsterdam. „Studeren aan de VU, in een brede academische omgeving, heeft meerwaarde.”
Zeven nieuwe studenten mocht het Hersteld Hervormd Seminarium (HHS), ondergebracht in de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam, dit jaar verwelkomen; zo ongeveer het gemiddelde van voorgaande jaren. Mooi, die stabilisering? „Op zich wel”, vindt prof. dr. W. van Vlastuin. Toch is de rector van het HHS ervan overtuigd dat het er meer hadden kunnen zijn. „Ik hoor dat, als ik met mensen in mijn omgeving praat. Dan merk ik dat door allerlei oorzaken het beeld is ontstaan dat je als aankomend theologiestudent niet meer in Amsterdam moet zijn.”
Met dat „door allerlei oorzaken” verwijst prof. Van Vlastuin naar twee ontwikkelingen. In de eerste plaats dat de theologieopleiding van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), vorig jaar uit Amsterdam is vertrokken. Deze instelling vestigde zich in Utrecht. Net zoals trouwens de theologische opleiding van de Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK). Die vertrok vorig jaar uit Kampen, om zich eveneens in de Domstad te vestigen. Waardoor zij nu ook geen Theologische Universiteit Kampen (TUK) meer heet, maar Theologische Universiteit Utrecht (TUU).
Veel verzet
De tweede ontwikkeling is dat het op de faculteit religie en theologie aan de VU het achterliggende jaar nogal onrustig was. Het plan om de faculteit haar zelfstandige bestaan te ontnemen en onder te brengen in een breder geheel van een nieuw te vormen faculteit social sciences and humanities (SSH), stuitte en bij docenten en bij studenten op veel verzet. Zou theologie op deze wijze aan de VU niet gaan ondersneeuwen?
Beide ontwikkelingen creëerden het beeld dat een gereformeerde scholier die na zijn of haar middelbare school aan een universitaire studie theologie wil beginnen, maar het beste naar Utrecht kan gaan. Dáár gebeurt het immers allemaal? Een denkfout, vindt prof. Van Vlastuin. En met hem ook prof. dr. H. van den Belt, hoogleraar systematische theologie aan de VU én aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), en prof. dr. F.A. van der Duijn Schouten, sinds ruim een jaar interim-decaan van de faculteit religie en theologie aan de VU. Gedrieën lichten zij hun visie, gezeten in een kamertje op de 15e etage van het VU-gebouw, toe.
Prof. Van der Duijn Schouten: „Waar wij alle drie van overtuigd zijn, is dat het beslist een meerwaarde heeft als toekomstige predikanten theologie studeren in een brede, algemene academische setting. Niets ten nadele van de PThU, de TUU of de TUA, hoor. Maar je moet je wel realiseren dat dit kerkelijke opleidingen zijn, waar je bezig bent als theologen onderling. Aan de VU bestaat interactie met andere disciplines. Met geschiedenis, sociologie en antropologie, maar ook wel met bètavakken, met rechten, economie en geneeskunde. Bovendien kom je hier als theoloog, bij wijze van spreken, je toekomstige gemeenteleden tegen.”
Prof. Van den Belt: „Als je aan de VU theologie studeert, kom je automatisch in contact met andersdenkenden: met moslims, hindoes, agnosten. Dat werpt je terug op basale, levensbeschouwelijke vragen. Wat uiteindelijk enorm vormend is.”
Prof. Van Vlastuin: „Aan de VU wordt, ook in de studie theologie, de cultuur doordacht. Dat is voor een theoloog nuttig, zo niet onmisbaar. Existentiële vragen die in de wereld om ons heen leven, leven net zo goed onder reformatorische christenen. Daarom heb ik weleens gezegd: eigenlijk zou elke preek ten minste één apologetische alinea moeten bevatten. Om de moderniteitsvragen te duiden.”
„Aan de VU wordt de cultuur doordacht; dat is voor een theoloog nuttig, zo niet onmisbaar” - Prof. dr. W. van Vlastuin, rector HHS
Bedreigend
Prof. Van der Duijn Schouten: „Ik zeg niet dat elke reformatorische middelbare scholier die theologie wil gaan studeren voor de breedte van de VU moet kiezen. Er zijn jongeren met een vroege roeping, voor wie de algemene academische setting in eerste instantie wellicht te confronterend en bedreigend is. Voor hen kan een keuze voor de TUA of de ETF in Leuven verstandig zijn. Maar ik zou het een grote verarming vinden als straks alle of verreweg de meeste gereformeerde predikanten in de PKN voor, zeg maar, de veilige route zouden hebben gekozen.”
Prof. Van Vlastuin: „Denk je een student in die op een reformatorische basisschool zat, op een reformatorische middelbare school en daarna theologie studeert aan een reformatorisch seminarie. Is zoiets wenselijk? Mist zo iemand dan niet de intuïtie voor wat er in de wereld gaande is, voor wat er leeft in de moderne cultuur? En laten we wel zijn, hele generaties hervormde predikanten voor ons –en ook wijzelf– hebben aan een algemene universiteit gestudeerd en zien daar, zeker achteraf, ook de voordelen van in. Het past in elk geval niet bij de hervormde attitude om in een isolement te gaan zitten.”
Catechisanten
Prof. Van der Duijn Schouten: „Vraag jezelf als toekomstig gemeentepredikant ook af: met welke opleiding kan ik mijn eigen catechisanten straks het beste van dienst zijn? Als je om je heen kijkt, zie je dat het best nog weleens voorkomt dat predikanten in hun eerste gemeente vastlopen en hun ambt neerleggen. Stuitten zij misschien in een te late fase van hun leven op vragen vanuit onze moderne cultuur, vragen waar zij niet of slecht tegen opgewassen bleken te zijn?”
Prof. Van den Belt: „Tegen een middelbare scholier die overweegt theologie te gaan studeren, zou ik zeggen: oriënteer je goed en geef verschillende opties een serieuze kans, ook die van een theologiestudie in Amsterdam. En zie het als een verrijking dat we tegenwoordig een bachelor/masterstructuur kennen. Of, omgekeerd benaderd: besef dat als je ervoor kiest je studie in Apeldoorn of Utrecht te starten en af te ronden, je dus ook én in je bachelor én in je master dezelfde docenten hebt. Dat heeft ook nadelen.”
Prof. Van der Duijn Schouten: „En denk niet dat de theologiestudie aan de VU een aflopende zaak is omdat de faculteit religie en theologie per 1 april 2025 opgaat in de faculteit social sciences and humanities (SSH). Dat schrikbeeld is weleens geschetst, maar dat is echt niet terecht.”
Kerkvijandigheid
Prof. Van den Belt: „Mogelijk speelt hierbij een rol dat men een parallel trekt met hoe het destijds in Utrecht is gegaan. Daar ging het zeventien jaar geleden opeens heel snel. Ook daar ging theologie eerst op in de faculteit geesteswetenschappen, om vervolgens als studierichting aan deze universiteit geheel te verdwijnen. Toch gaat die vergelijking met Utrecht niet op. Daar proefde je bij bestuurders een zekere kerk- en religievijandigheid. Zo van: is theologie eigenlijk wel een wetenschap? Aan de VU is daar beslist geen sprake van. Hier heerst de gedachte dat theologie tot het DNA van de VU behoort.”
„De gedachte dat theologie onmisbaar is voor de wetenschap zit in het DNA van de VU” - Prof. dr. H. van den Belt, hoogleraar systematische theologie
Prof. Van Vlastuin: „Het zit natuurlijk volop in het gedachtegoed van Kuyper, Bavinck en Dooijeweerd dat wetenschap ten diepste gebaseerd is op vooronderstellingen en dat theologie en filosofie die vooronderstellingen aan het licht kunnen brengen. Het zegt ook wel iets dat theologie opgenomen is in het bestuursreglement van de VU, dus zeg maar de grondwet van deze universiteit. Dat laat zien dat deze wetenschap hier als onopgeefbaar wordt gezien.”
Prof. Van der Duijn Schouten: „Het heeft me wel een jaartje gekost om mensen ervan te overtuigen dat deze operatie nodig was. Inmiddels is het besef gelukkig wel ingedaald dat we niet op de oude voet voort konden gaan. De achterliggende decennia is de VU enorm in omvang gegroeid. Religie en theologie werd daardoor relatief een steeds kleinere faculteit. In aantallen gerekend gaat het, met circa 300 studenten, slechts om 1 procent van het totale aantal VU-studenten. Als je dan ziet dat ook andere faculteiten fuseerden tot grotere eenheden, begrijp je dat de facultaire jas voor theologie simpelweg niet langer gepast was.”
Inmiddels is ook prof. Van Vlastuin daarvan overtuigd. „Let wel: dat we religie en theologie als zelfstandige faculteit moeten opgeven, ervaar ik nog steeds als een verlies. Maar ik snap dat het nodig is. Je moet het instituut niet overeind willen houden als dat ertoe leidt dat je veel energie verliest aan het organisatorische, wat dan ten koste gaat van de inhoud.”
Toch winst
Iets wat hem mede over de streep trok, is dat religie en theologie binnen de faculteit SSH wel een aparte zogeheten ”school” gaat vormen, een model dat ook aan universiteiten als die van Yale en Harvard wordt gehanteerd. Prof. van Vlastuin: „Zo blijft er inhoudelijk een bepaalde zelfstandigheid, met een eigen beleidsruimte en een eigen budget. Ook de verschillende seminaries hebben in deze school een substantiële plek gekregen. En als in de toekomst blijkt dat theologie zich door deze nieuwe structuur naar buiten toe juist sterker kan profileren, zou uit het verlies zelfs winst zijn voortgekomen.”
Prof. Van den Belt: „Eigenlijk hebben we het hier, dus bij het sterker positioneren van de theologiestudie aan de VU, over een gezamenlijk belang van alle theologische opleidingen in Nederland, dus ook van de PThU, de TUA en TUU. Vroeger had elke universiteit in Nederland een bloeiende faculteit theologie. Misschien was dat wel een luxepositie, maar internationaal stonden we in elk geval wel op de kaart. Dat mede door de secularisatie zaken anders zijn komen te liggen, valt te begrijpen. Maar we moeten ons niet te gemakkelijk mee laten nemen in het narratief dat theologie onvermijdelijk uit het publieke domein gaat verdwijnen.”
„Nederland heeft een deltaplan theologie nodig, iets zoals destijds de campagne Kies exact” - Prof. dr. F.A. van der Duijn Schouten, interim-decaan
Prof. Van der Duijn Schouten: „Eens in de drie maanden hebben we een overleg van alle rectoren of decanen van de theologische instellingen in Nederland. Daarin heb ik gezegd dat het goed zou zijn als wij de handen ineen zouden slaan. Want eigenlijk hebben we in Nederland een deltaplan theologie nodig. Zoals we eind jaren tachtig van de vorige eeuw de campagne Kies exact hadden, bedoeld om meer scholieren te bewegen wiskunde, natuurkunde of scheikunde te gaan studeren.”
Eyeopener
In dit verband was een onderzoek dat de interim-decaan het achterliggende jaar liet uitvoeren voor hem een eyeopener. „We hebben aan 25 opiniemakers in Nederland, uit allerlei disciplines, gevraagd hoe zij aankijken tegen theologie en theologiestudie. Verrassend genoeg kwam daaruit dat men deze studie ook anno 2025 nog uiterst actueel vindt. „We hebben afgestudeerden met déze cognitieve kennis in de breedte van onze samenleving, ook buiten de kerk, beslist nodig”, luidde de algemeen gedeelde visie. Ook gaven deze vooraanstaande Nederlanders aan dat men de inbreng van theologen in het publieke debat, in het algemeen gesproken, node miste. Deze conclusies sterkten ons in onze inspanning voor een breed beschikbare academische theologiestudie, een studie die echt méér inhoudt dan –zoals men vaak ten onrechte denkt– ‘slechts’ een opleiding tot predikant.”